Nieuwe Lords niet gesmaakt - Colin Clapson

Bakken met kritiek, dat kreeg de Britse premier David Cameron over zich heen, toen hij de lijst met de namen van de nieuwe lords en ladies die straks ook in het Britse Hogerhuis mogen zetelen bekend maakte. Dat zal niemand verbaasd hebben na het recente schandaal met Lord Sewel.
analyse
Analyse

Colin Clapson is VRT-journalist en heeft Britse roots.

De ondervoorzitter van het Britse Hogerhuis, die in een oranje beha gefotografeerd werd, op prostitueebezoek dan nog wel, en terwijl hij een wit poeder opsnoof. De Britse politieke klasse staat al langer onder vuur door de onkostenschandalen. Het aanzien van de politici is laag. Was het dan echt nodig om een veertigtal nieuwe, niet-verkozen parlementsleden te creëren?

Blijkbaar wel. De benoeming van nieuwe lords en ladies is gebruikelijk na het einde van een legislatuur, dus na de parlementsverkiezingen van mei. Een aantal burgers, vooral politici en geldschieters, krijgen een zitje in het Hogerhuis. Zesentwintig van de nieuwe lords behoren tot Camerons eigen conservatieve partij. De ex-coalitiepartners, de liberaal-democraten, krijgen elf nieuwe zitjes, en sociaal-democratisch Labour acht. Opmerkelijk detail, bij de verkiezingen voor het Lagerhuis in mei haalden de liberaal-democraten slechts acht zetels.

Adelstand

Voor de conservatieven maken de benoemingen deel uit van een inhaalbeweging. Anders dan in het Lagerhuis, de House of Commons, heeft de partij van Cameron in de Lords geen meerderheid. De Lords telt ook een grote groep partijlozen, de cross-benchers, die het politieke proces onvoorspelbaar maken.

Voor de recentste benoemingen telde de Lords 226 conservatieven, 212 Labour-politici, 101 liberaal-democraten en 179 partijlozen, de cross-benchers. Nieuwe wetten moeten ook in dit niet-verkozen parlement goedgekeurd worden. Ze worden ook aangepast en teruggestuurd, maar bij conventie houden de Lords punten uit het verkiezingsprogramma van de zetelende regering nooit tegen.

Koningin Elizabeth mag nu 45 gelukkigen in de adelstand verheffen. De partijgebonden figuren werden voorgesteld door hun eigen partij. Oud-buitenlandminister William Hague is een van de bekendste conservatieve namen. Hij krijgt het gezelschap van de Labour-oudgedienden Alistair Darling, David Blunkett en Tessa Jowell.

Darling is de oud-minister van Financiën, die het neen-kamp in het Schotse referendum aanvoerde; Blunkett een oud-minister van Binnenlandse Zaken onder Tony Blair en de eerste blinde aan de kabinetstafel. Oud-minister Jowell kennen we van de Olympische Spelen in Londen. Zij wil nu voor Labour in het strijdperk treden bij de burgemeestersverkiezingen in de stad volgend jaar.

Lord Moat

De benoemingen tillen het aantal leden van de hoge vergadering boven de 800. Zo wordt de Lords 's werelds grootste parlementaire vergadering na het Chinese volkscongres. U hoort de kritiek al aanzwellen. Toch geraakte niet iedereen binnen. De commissie die de nieuwe benoemingen moet goedkeuren, sprak een veto uit bij een recordaantal nieuwe kandidaten: oud-minister David Laws (Lib Dem), die met zijn onkosten knoeide, mag een andere job zoeken.

Wie wel binnengeraakte, was 'Lord Moat'. Dat is zijn echte naam niet, maar het is wel zo dat een nieuwe lord of lady een nieuwe naam mag kiezen, gewoonlijk een plaatsnaam verbonden aan zijn of haar verleden. Hier gaat het over Douglas Hogg, het oud-parlementslid dat 2000 pond in parlementaire onkosten inbracht voor het schoonmaken van de gracht of 'moat' aan zijn landhuis. De titel 'Lord Moat' komt uit de Daily Mail, die er serieus lol in had. Het verhaal van de gracht maakte Hogg een van de meest beruchte figuren uit het parlementaire onkostenschandaal van de jaren 2000.

De Britse media waren scherp. De krant de Telegraph had het over tweederangsfiguren en ja-knikkers. De lords zouden naar interventies luisteren als graftomben bij maanlicht. Ook zouden ze het electoraat niet vertegenwoordigen. Anti-EU-partij UKIP haalde in mei bijna 4 miljoen kiezers, maar heeft in het Hogerhuis slechts drie vertegenwoordigers. En met 120 miljoen euro zou het natuurlijk te veel kosten.

Dat het Hogerhuis bevolkt wordt door adellijken kan in het buitenland een verkeerd beeld van deze instelling oproepen. De Lords was in het verleden een ontmoetingsplaats van de Britse adelstand, maar dat is al heel lang geleden. Sedert 1876 bestaan de 'life peers': burgers worden in de adelstand verheven en kunnen hun leven lang zetelen in de Lords. Hun titel is niet overdraagbaar. Lady Thatcher was een van de laatste burgers die een titel kregen die op haar nabestaanden kon worden overgedragen.

De Lords is natuurlijk wel een ontmoetingsplaats van het establishment en tot in de laatste jaren van de vorige eeuw hadden adellijken die hun titel gewoon geërfd hadden een zeg over de wetten van het land. Netjes democratisch was dat niet, maar het ontspoorde weinig. Je had de 'working peers', de werkende lords die het normale politieke werk verrichtten, maar af en toe, als er iets speciaals op hun maag lag, konden de 'backwoodsmen', de lords die anders nooit in het paleis van Westminster te zien waren, voor een stemming gemobiliseerd worden. Een dergelijke situatie schreeuwde natuurlijk om hervorming.

Democratie?

Maar net als bij ons kan het in het Verenigd Koninkrijk lang duren en dan plots heel snel gaan. Dat gebeurde in 1999 onder premier Blair, toen na een verkiezing in het Hogerhuis enkel nog 92 adellijke lords het recht behielden om in Westminster te stemmen. Die regeling kwam er in afwachting van verdere hervormingen, maar een poging gedragen door de liberaal-democraten in 2012 mislukte door toedoen van conservatieve lords. Bij de laatste verkiezingen beloofde Labour de Lords te vervangen door een verkozen senaat, maar voor de conservatieven is een hervorming zeker geen prioriteit.

De Schotse nationale partij, die in mei zo talrijk arriveerde in het House of Commons, noemde Camerons nominaties een zielige lijst met gebuisde politici en maatjes met diepe zakken. De partij vindt heel het gedoe ondemocratisch en wil ervanaf. Het aanvaardt geen zetels in de vergadering. Ondemocratisch vinden ook de groenen, die er wel een mouw aan pasten en heuse partijverkiezingen organiseerden om hun vertegenwoordiger te kiezen. Het werd een lady!

Vriendjes van ...

Toch zijn er voordelen aan het systeem. Een van de belangrijkste kritieken op het Britse politieke stelsel is het feit dat het bevolkt wordt door beroepspolitici, die nooit een 'echte job' gehad hebben. Net zoals het gecoöpteerd systeem bij ons kunnen mensen uit de bredere samenleving hier een plaats vinden. Zesentwintig bisschoppen uit de Anglicaanse Kerk zijn lid van rechtswege, maar je vindt er ook mensen zoals wetenschapper Robert Winston en Doreen Lawrence, de moeder van de vermoorde zwarte tiener Stephen Lawrence.

Naast de kritiek over de keuze van de nieuwe lords - het zouden te veel vriendjes zijn, gebuisde politici die het niet verdienen en mensen die hun zitje via partijdonaties kochten - gaat de kritiek vooral over het uitbreiden van een kamer die toch al bijna 800 leden had. Lord Winston, de medicus die nog in Leuven les gegeven heeft, pleit voor een halvering van het aantal leden tot zo'n 400 en hij staat zeker niet alleen. Aan het BBC-programma Newsnight vertelde hij dat het er vooral ontbrak aan onafhankelijke geesten en dat lords vooral de politieke lijn van hun partij volgden.

Toch willen niet alle in mei gebuisde MP's naar de Lords. Voor Vince Cable, de 72-jarige liberaal-democraat en oud-minister van Zaken, was het blijkbaar nog te vroeg. Hij wees het aanbod af. Een zitpenning van 300 pond per dag aanwezigheid laat hij wel aan zijn neus voorbij gaan. Lords krijgen uiteraard geen salaris.

Meest gelezen