Wie mag er wel binnen en wie niet? - Steven Decraene

Ze komen dichter en ze zijn met veel. Wellicht zegt niemand het luidop, maar bij veel Vlamingen speelt die gedachte wel door het hoofd. Het onderwerp van die gedachte is natuurlijk de vluchteling, de vreemdeling, de asielzoeker, de ontheemde , soms ook wel de illegaal genoemd. Strikt genomen kan een persoon nooit illegaal zijn, maar de manier waarop die vluchteling tot bij ons komt, is verre van normaal en dus vaak inderdaad illegaal.
analyse
Analyse

Steven Decraene is verslaggever bij VRT Nieuws, hij volgt de vluchtelingenstromen in Europa.

Via de Balkanroute

De Balkanroute die de meeste vluchtelingen volgen, loopt vanuit Turkije over Griekenland naar Macedonië om dan via Servië in Hongarije de buitengrens van de Europese Unie te bereiken. Naar schatting zijn er al meer dan 100 000 Syriërs, Irakezen, Afghanen , Pakistanen en Afrikanen via deze weg Europa binnen getrokken. Dagenlang wachten ze in opvangcentra op papieren om daarna snel door te reizen naar een volgende horde, een volgende grens. Het lijkt meer en meer op een race tegen de klok. Duitsland verkondigde dat het 800 000 mensen kan opvangen, dus elke vluchteling wil een lotje voor Berlijn, München of Frankfurt. Voor al deze mensen is Europa het continent van de hoop, ook al voelen ze nu zelf aan de lijve dat Europa eerder een lappendeken is van aparte landen die allemaal even wanhopig reageren op hun komst.

Liever kwijt dan rijk, meestal

Turkije is hen liever kwijt dan rijk, de Grieken kijken onverschillig de andere kant uit, de Macedoniërs zijn in paniek, de Serviërs willen het vlug afhandelen en de Hongaren willen hen streng aanpakken. De rest van Europa weet nog niet zo goed wat ze met hen zullen aanvangen. In Skopje vertelde een hotelier mij dat hij geen enkele vluchteling mag herbergen : “Ik krijg de laatste tijd heel deftige Syriërs over de vloer, maar ik mag hen geen kamer aanbieden. Soms willen ze het dubbele van de prijs betalen, maar als ik hen een bed zou geven, riskeer ik een gevangenisstraf. Elke dag komt de politie wel controleren. Ze zijn hier ongewild.” Aan de Servisch-Hongaarse grens vroeg ik een douanier of hij al het nieuws gehoord had uit Oostenrijk, de ontdekking van tientallen dode vluchtelingen in een vrachtwagen. “Ah, never mind”, wuift hij me weg, “there are enough of them and who needs them anyway”. Ervaring leert dat elk antwoord hierop overbodig is en dus knik ik wat bedremmeld terwijl hij de koffer van de huurauto controleert. Jammer voor de douanier, maar hij vond geen enkele verstekeling.

Verstekelingen zijn weer in

Verstekelingen zijn weer in en bovendien is er veel geld mee te verdienen. In Szeged, 15 kilometer over de Hongaarse grens, vinden we een groepje vluchtelingen die zich verschuilen in de wegberm. Ze wachten op een “speciale taxi” die hen verder Europa wil binnen smokkelen. Of ik hen niet naar Boedapest kan rijden? Ze begrijpen gelukkig dat mijn taak eerder in verslaggeving ligt dan in verstekelingentransport.

Een paar uur eerder was ik op de spoorlijn aan diezelfde grens een Belg tegen het lijf gelopen. Enfin, hij liep mij eerder tegen het lijf. “Jij bent van de VRT, Vlaams he?” “Euh ja,” stamel ik wat verbaasd. De jongeman is van Syrische origine, valt niet op in de mensenmassa vluchtelingen, maar kan gemakkelijk legaal alle grenzen over. Met een Belgische pas is het leven aangenaam. “Ik kom uit Merksem,” zegt hij met een onmiskenbaar Antwerps accent, “en ik kom mijn familie helpen. Ik wil hen direct naar België brengen, veel beter dan dat ze in een Hongaars kamp moeten wachten.” Ik kan hem moeilijk ongelijk geven, maar de Hongaarse grenswacht wat verderop legt de vinger op de wonde: “Zo veel mensen, wat gaan wij daar allemaal mee doen?"

Westerse waarden aanvaarden

“ Negentig procent van al deze mensen zullen niet lang in Europa blijven. Ze komen uit moslimlanden en ze zullen zich nooit kunnen aanpassen aan de Westerse waarden en cultuur. En dan spreek ik nog niet over de godsdienstige verschillen.” Dit zijn niet de woorden van een Europese politicus, maar van Haitham Diab, een jonge Syrische vluchteling. “Europa heeft nood aan jeugd. En wij willen werken. We zullen bewijzen dat we het waard zijn om in Europa te wonen.” Betekent dat ook dat hij de Europese cultuur met haar overwegend Joods-christelijke wortels kan aanvaarden? “Ja, natuurlijk, we beginnen vanaf nul. We hebben ambitie en als jongeren hebben we de energie.”

Wat moet er dan met de oudere, de zwakkere of minder intelligente vluchtelingen gebeuren, vraag ik. “Daar moet Europa een oplossing voor vinden. Misschien ergens kampen inrichten of een stuk land geven waar ze rustig kunnen leven.” Ik sta versteld van die harde analyse, maar hij zegt hij het vrank en vrij. Er is recht van meningsuiting in Europa, weet u.

Haitham zal het maken in Europa, geen twijfel mogelijk. Geloof is voor hem bijzaak geworden, zijn Engels is al zeer goed en met zo’n brandende ambitie ligt misschien zelfs een job in de Londense zakenwereld in het verschiet. Voor deze vluchteling zal er gevochten worden. Sommige landen zien dat ook in. Duitsland wil eigenlijk alleen Syrische vluchtelingen opnemen, goed wetende dat de meeste van hen degelijk onderwijs genoten hebben en als vluchteling niet radicaal in de moslimleer zijn. Polen en Slovakije willen alleen Christelijke Syriërs opnemen omdat die binnen de cultuur passen en geen ontwrichtend effect zullen hebben op hun samenleving. En zo wil elk Europees land natuurlijk de high potentials en niet de “probleemgevallen”. Maar wie zal selecteren en hoe zal je dat doen?

Cherry picking

In Servië, niet behorend tot de Europese Unie, gaan er stemmen op om toch sommige vluchtelingen op te nemen . Brankica Jankovic, de Servische Staatssecretaris voor Gelijke Kansen, stelt voor om bepaalde groepen vluchtelingen te screenen en te selecteren om sommige onderbevolkte regio’s in Servië te bevolken. Volgens Reuters is het bevolkingsaantal van Servië met 5 procent gedaald sinds 2002. Lage geboortecijfers en immigratie van jonge arbeiders naar Europese landen met aantrekkelijkere voorwaarden zijn verantwoordelijk voor die daling. Vluchtelingen kunnen die gebieden opnieuw nieuw leven inblazen , meent Jankovic. Onnodig te zeggen dat de meeste commentaren op haar voorstel afwijzend tot ronduit vijandig zijn.

Aan alles merk je dat Europese landen worstelen met deze migratiestroom. Het Europese systeem van de verzorgingsstaat werkt het aanzuigeffect in de hand. Maar hoelang is ons systeem te verdedigen? Kan je iemand die niet bijgedragen heeft tot de welvaart van een land zomaar financieel steunen? Is zoiets houdbaar op lange termijn, zeker als er zo veel vluchtelingen zijn. Kan je iemand die oorlog ontvlucht weigeren op te nemen? Moeten we als Europeaan trots zijn dat andere mensen naar ons continent willen reizen omdat ze geloven in onze waarden van vrede, vrijheid en zelfontplooiing? Of moeten we als Europaan bang zijn voor een balkanisering van onze samenleving met overal minderheden die veel rechten opeisen maar geen gemeenschappelijke doelen nastreven. Het zijn moeilijke discussies waarop ik geen antwoord heb.

Struisvogelpolitiek helpt niet

Eén zaak weet ik wel : we kunnen onze kop niet in het zand steken. Het probleem ontkennen is het probleem groter maken. Het is als een wonde die kan verzweren. Maar een been amputeren omdat het wat zwaarder aanvoelt tijdens het wandelen, is ook geen oplossing. Het zal laveren worden tussen de ideale oplossing en de meest haalbare. Mensen die zoiets elke dag moeten doen voor een job heten politici. En hun stem is belangrijk zolang het bijdraagt tot een gezamenlijke oplossing en alle politieke partijen open staan voor een debat. Nog meer dan de eurocenten-crisis is deze migratiegolf de echte uitdaging voor Europa. Kunnen we dit samen aan als een soort Verenigde Unie van Europese Beschaving of vallen we uit elkaar in tientallen puzzelstukjes van een continent zonder plan.

Straks vertrek ik vanuit Belgrado opnieuw naar Brussel en ik vraag me af of ik hem zal terug zien. De kleine jongen van hooguit dertien, schat ik. Met een truitje van Neymar loopt hij te jongleren met een bal in het park aan het centrale busstation van de stad. Als ik die Syrische balgoochelaar niet meer in Belgrado zie, kom ik hem misschien tegen op een Brussels plein aan het Noordstation. Wie weet kan hij de bal dan al tien tellen langer de lucht inhouden. Ooit speelt hij echt voor Barcelona in het machtige Nou Camp stadion, toegejuicht door tienduizenden supporters, dezelfde mensen die hem eerst de toegang tot Europa wilden ontzeggen. Wie claimt hem dan in de Champions League van landen: Spanje, Duitsland, België of toch nog Syrië? Het kan zo dubbel aanvoelen, die wereld waarin wij leven.
 

Meest gelezen