Hoe zal Alexis Tsipras de geschiedenis ingaan? - Bert De Vroey

Het is nu zeker: de Grieken trekken over enkele weken opnieuw naar de stembus. Zo heeft aftredend premier Alexis Tsipras het gewild. De kans bestaat dat Tsipras daarmee zijn eigen politieke vertrek heeft ingeluid. In elk geval zal Syriza na de verkiezingen de eigen linkse agenda nog verder moeten wegcijferen, ook in de communicatie; anders lijkt een stabiele regering onmogelijk.
analyse
Analyse

Bert De Vroey is buitenlandredacteur bij VRT Nieuws, hij volgt de Griekse crisis van nabij.

Tsipras de schaker

Wie het parcours van Tsipras de voorbije acht maanden bekijkt, kan niet anders dan enige verbaasde bewondering opbrengen voor zijn tactische vaardigheid. In schaaktermen heeft Tsipras het spel uitmuntend kunnen rekken – keer op keer aansturend op remise of patstellingen. En in zekere zin heeft de premier voortdurend zitten schaken op meerdere borden tegelijk: met Europa, met het IMF, met de Duitsers, en met de binnenlandse oppositie. Op het laatst kwam er nog een tegenstander bij: die van de interne dissidentie in zijn eigen partij Syriza.

De binnenlandse oppositie wist hij overtuigend te verslaan – zowel in de verkiezingen van 25 januari als in het referendum van 5 juli. Na die volksraadpleging lag de grootste oppositiepartij Nea Dimokratia zo murw in de touwen, dat partijleider en ex-premier Samaras verplicht was om zijn ontslag in te dienen. Met Europa, IMF en Duitsland wist Tsipras de schaakpartij(en) verrassend lang aan de gang te houden.

Maar zijn alles-of-niets-zet van het referendum (die de binnenlandse oppositie verpletterde) pakte bij Europa heel anders uit. In plaats van Tsipras na het ‘ochi’ tegemoet te komen, reageerden de geldschieters nijdig en genadeloos. De premier moest een akkoord en steunprogramma slikken dat op heel wat punten harder was voor Griekenland dan wat er voor het referendum op tafel lag.

Hopen op een nieuw mandaat

Twee maanden later durft Tsipras het schaken met Europa nog nauwelijks aan; die wedstrijd lijkt voor lange tijd beslist. Maar de nieuwe tegenstander van de interne partijdissidenten begon het hem intussen steeds lastiger te maken. Bovendien leek ook Nea Dimokratia, onder leiding van de nieuwe (voorlopige) voorzitter Vangelis Meimarakis, wat aan zelfvertrouwen te winnen. (Meimarakis hanteert in elk geval een frisser discours dan zijn gortdroge voorganger Samaras, en weet de oeverloze debatten in het parlement zelfs met een sprankeltje humor te verlichten.)

Om voor een langere periode komaf te maken met beide opponenten, heeft Tsipras opnieuw een onverwachte maar gewaagde zet gedaan: nieuwe verkiezingen. Zo zou hij de dissidenten kunnen afschudden: enerzijds door lastposten uit zijn fractie te weren door ze niet meer op de kieslijsten te zetten (voor zover ze zelf nog niet uit de partij zijn gestapt), anderzijds hopend op een belabberde score voor de scheurlijsten, waardoor hun politieke onmacht bewezen zou zijn.

Na de stembusslag zou Tsipras dan met een hernieuwd mandaat van het volk de afspraken met Europa naar beste vermogen kunnen doorvoeren, en tegelijk wat eigen (voor Europa ‘onschadelijke’) agendapunten van Syriza kunnen realiseren. De aftredende premier rekent ook op zijn eigen populariteitsbonus, want ondanks zijn capitulatie voor de geldschieters blijft hij veruit de populairste politicus in de Griekse Wetstraat.

De oppositie krabbelt overeind

Dat is de tactische gok van Tsipras. Maar andermaal toont hij zich meer tacticus dan strateeg – want een duurzame en fundamentele zege lijkt het hem niet te zullen opleveren. Integendeel: sinds Tsipras zijn plan bekend maakte, heeft de oppositie hem het initiatief al enigermate uit handen genomen. Partijleider Meimarakis van ND kreeg, op basis van de grondwet, drie dagen de tijd om zelf te proberen een nieuwe regering samen te stellen. Hij greep die kans met beide handen, niet omdat hij ernstig geloofde in die opzet te zullen slagen, maar omdat het hem en zijn partij extra airplay en publiciteit opleverde. Ook Panagiotis Lafazanis, de voorman van de nieuwe scheurfractie Volkseenheid, deed een poging – om dezelfde redenen. Tsipras moest intussen op zijn handen zitten en wachten tot de campagne van start kon gaan.

Syriza de grootste partij, maar...

Intussen zijn de eerste peilingen gepubliceerd. Zelfs al zijn die met een flinke korrel zout te nemen (zeker na de bedroevend slechte peilingen in de aanloop naar het referendum van 5 juli), dan nog valt op dat Nea Dimokratia Syriza alweer op de hielen zit: de kloof is verkleind tot 2 à 3 procent. Als die peilingen enigermate betrouwbaar zijn, stevent Griekenland na de verkiezingen af op een moeilijke regeringsformatie.

Hoogstwaarschijnlijk blijft Syriza de grootste – wat haar meteen ook de bonus van 50 extra parlementszetels zal opleveren. Maar hoeveel procent en hoeveel zetels Syriza op eigen kracht zal behalen, hangt sterk af van de score van de kleinere partijen: de nieuwe linkse scheurlijsten, de oud-socialisten van PASOK, het centrum-rechtse To Potami of het radicaal-rechtse ANEL (Onafhankelijke Grieken). Als meerdere van die partijen onder de kiesdrempel van 3 procent blijven, kan Syriza allicht nog extra zetels inpikken. Anders wordt een parlementaire meerderheid van 150 op 300 zetels wel erg onwaarschijnlijk.

Coalitie met de aartsvijand?

Het valt zelfs niet uit te sluiten dat de enige haalbare optie een coalitie wordt van Syriza en Nea Dimokratia: van radicaal-links dus (of wat ooit als zodanig geboekstaafd stond) en de conservatieven. Tot voor kort leek zoiets zonder meer politieke sciencefiction, maar na de knieval van Tsipras voor Europa behoort het tot de mogelijkheden.

In een televisie-interview verklaarde Tsipras deze week dat hij zelf geen coalitie zou leiden met ND, To Potami of PASOK. Als zo'n coalitie noodzakelijk wordt, dan past hij en laat hij de eer aan een collega-politicus van zijn partij. Opnieuw is dit allicht tactische grootspraak: Tsipras hoopt daarmee twijfelende kiezers op zijn hand te krijgen en zijn score te versterken – zodat Syriza alleen zou kunnen regeren. Maar de uitspraak kan ook averechts werken: als Tsipras, de populaire politicus die ondanks alles vertrouwen blijft wekken bij zoveel Grieken, meteen afhaakt als het zo’n onontkoombare coalitie zou worden - waarom zouden die Grieken dan überhaupt nog voor hem en zijn partij blijven stemmen? En met of zonder Tsipras, in een coalitie met centrum-rechtse partijen als To Potami of ND zal Syriza niet meer zo hoog-ideologisch van de toren kunnen blazen; het imago van die regering zal veel meer dat van een ‘centrum’-coalitie zijn.

Het verwijt van lafheid

Maar misschien meent Tsipras niet wat hij zegt en komt hij later toch weer op zijn uitspraken terug, zoals hij dat al vaker heeft gedaan. Na de grote overwinning van het neen-kamp in het referendum, waarvoor de premier zelf campagne had gevoerd, voerde hij ten slotte uit wat het ja-kamp had bepleit. Mocht Tsipras daarentegen inderdaad passen voor het premierschap, dan kan je vragen stellen bij zijn politiek verantwoordelijkheidsgevoel.

Oppositieleider Meimarakis verweet hem nu al ‘lafheid’, enkel omdat hij de verkiezingen had uitgeschreven. Als hij over enkele weken inderdaad wegloopt van een nieuwe verkiezingszege, zal die kritiek nog luider klinken. Tsipras zal dan de geschiedenis ingaan als de radicaal-linkse populist die zijn volk zes maanden lang valse hoop gaf, maar uiteindelijk geen alternatief kon ontwikkelen en/of afdwingen voor het door hem verketterde besparingsbeleid; als een ideologische krachtpatser die ten slotte voor technocratische recepten capituleerde; en als een politicus die eerst bezieling en vertrouwen wekte, om er later, toen er echt geregeerd moest worden, de brui aan te geven.

De Griekse kiezer moet nu naar de stembus met al die twijfels in zijn hoofd over wat hij nog van Tsipras mag verwachten. Geen wonder dat zowat alle waarnemers een bedroevend lage opkomst verwachten – ondanks de zogenaamde stemplicht. In het land waar de politiek is uitgevonden, heeft het geloof in de politiek een flinke deuk gekregen. Dat komt voor een groot deel op het conto van het technocratische Europa. Maar Tsipras en Syriza gaan niet vrijuit.
 

Meest gelezen