De nieuwe NAVO - Jan Balliauw

Het was een wat vreemd gezicht: op de zacht glooiende golfterreinen van het luxueuze Celtic Manor Resort in Newport waren her en der militaire toestellen neergezet. Zelfs een F-35, vroeger ook wel eens Joint Strike Fighter genoemd, naar de naam van het Pentagon-programma voor een nieuw gevechtsvliegtuig. Journalisten die de NAVO-top in Wales vorig jaar in september volgden, speculeerden eindeloos over hoe dat toestel op zijn plaats was geraakt zonder enig spoor in het kwetsbare gras achter te laten.
analyse
Analyse

Ingedommeld

Het leek in de eerste plaats een weinig subtiele lobbypoging te zijn om het Amerikaanse toestel aan de bondgenoten te slijten. Maar de Britse gastheren hadden een ander doel voor ogen. De NAVO was een beetje ingedommeld nadat de rust in ex-Joegoslavië was teruggekeerd. De Amerikanen en de Britten hadden bij hun inval in Irak in 2003 de NAVO helemaal buitenspel gezet, omdat de meningsverschillen onder de bondgenoten zo groot waren. En de grootste NAVO-missie ooit, ISAF in Afghanistan, liep op haar laatste benen. Maar nu stond de NAVO voor nieuwe grote uitdagingen: onrust aan de oostelijke en zuidelijke flank.

De oostelijke flank

De Russische reactie op de gebeurtenissen in Kiev, waar de opstand op het Maidanplein president Janoekovitsj op de vlucht had gejaagd, bracht de NAVO weer tot de essentie van het bondgenootschap: een aanval op één bondgenoot is een aanval op alle (het beroemde artikel 5 van het NAVO-verdrag). De annexatie van de Krim door Rusland en de heimelijke, maar moeilijk te ontkennen militaire steun van het Kremlin voor de separatisten in Oost-Oekraïne veroorzaakten grote onrust bij de oostelijke NAVO-bondgenoten. Vooral de Baltische landen, maar ook Polen, zagen zich als de volgende slachtoffers van de Russische expansiedrang.

De militaire en politieke strategen op de NAVO-hoofdkwartieren in Brussel en Casteau zaten met de handen in het haar. Rusland was in de NAVO-doctrine een partner, geen vijand, ook al werd de NAVO in de Russische doctrine nog altijd als een grote bedreiging beschouwd.

De strategische plannen uit de Koude Oorlog om bijvoorbeeld een grote tankinvasie in de Europese laagvlakte af te slaan, waren in de vuilnisbak gekieperd. De bondgenoten hadden massaal hun tanks van de hand gedaan en vervangen door lichtere voertuigen. Expeditionaire missies, inzet ver van huis, werd het nieuwe motto. Maar plots klopte de ‘Russische beer’ weer aan.

De NAVO heruitgevonden

De generaals moesten op korte termijn de hele veiligheidsstructuur van de NAVO omgooien. De territoriale verdediging van de oostelijke bondgenoten kreeg plots de hoogste prioriteit.

Maar hoe? Iedereen besefte dat de Baltische landen militair gezien onverdedigbaar zijn omdat ze geen strategische diepte hebben (de afstand tussen de Russische grens en de zee bedraagt in Estland amper 250 km). Je kan je dus niet ver terugplooien in afwachting van versterkingen. En je kan moeilijk verwachten dat de 6000 militairen van het Estse leger dagenlang standhouden tegen het Russische leger (dat meer dan 750.000 militairen telt) terwijl de NAVO-landen versterkingen sturen.

De hybride oorlogsvoering van Rusland in Oekraïne (heimelijk, met inzet van lokale proxies) maakte de zaak nog moeilijker. Artikel 5 is op papier mooi, maar de activering vraagt een politieke beslissing van de NAVO-raad in Brussel. Er is dus geen automatisme. Wat doe je in een scenario van een hybride aanval op Estland (zie mijn vorige analyse ‘De Vergeten Oorlog’)? Zullen alle landen dan staan te springen om hun jongens en meisjes te sturen naar een oorlogszone? Of zullen ze zich verschuilen achter de argumenten die het Kremlin gebruikt om te ontkennen dat Rusland er iets mee te maken heeft?

Lastenboek

Op de NAVO-top in Wales besloten de leiders van de lidstaten werk te maken van een ‘nieuwe NAVO’ die opnieuw meer gefocust zou zijn op territoriale verdediging. De slotverklaring lanceert het sleutelbegrip ‘Readiness Action Plan’ en leest als een waar lastenboek: een supersnelle reactiemacht, inzetbaar binnen enkele dagen, voortdurende militaire oefeningen in het oostelijk NAVO-gebied, een permanente roterende militaire aanwezigheid in het gebied, prepositionering van militair materieel en voorraden, versterking van de commandocentra voor het gebied.

En ‘last but not least’: de bondgenoten beloven de trend van de dalende defensiebudgetten om te keren en op termijn opnieuw meer te gaan investeren in defensie. Maar weinigen binnen de NAVO konden dan ook begrip opbrengen voor de drastische besparingen op defensie die de Belgische regering enkele weken na de NAVO-top in Wales bekend maakte. Het leek wel of België blind was voor de geopolitieke situatie, zo kreeg je vaak te horen op de NAVO.

Sinds die NAVO-top heeft het bondgenootschap een nooit geziene activiteit ontplooid in het oostelijk alliantiegebied. De ene na de andere oefening volgde elkaar in snel tempo op. Af en toe rolden zelfs Amerikaanse tanks door een Baltische haven om te testen hoe snel Amerikaanse hardware ter plaatse kan zijn. De bewaking van het Baltische luchtruim werd uitgebreid van 4 naar 16 gevechtsvliegtuigen van NAVO-bondgenoten (België zette van januari tot deze maand 4 F-16’s in vanop de Poolse basis in Malbork).

Russisch protest

Rusland ziet in die verhoogde NAVO-activiteiten in de oostelijke lidstaten het zoveelste bewijs dat het bondgenootschap niet is te vertrouwen. Geregeld wordt door Moskou met de Stichtingsakte van de NAVO-Rusland Raad gezwaaid (uit 1997) waarin de NAVO zou beloofd hebben geen infrastructuur te bouwen in de buurt van Rusland.

Moskou ziet de grotere aanwezigheid van de NAVO-bondgenoten in het oostelijk gebied als een duidelijke overtreding van deze belofte. Maar volgens de NAVO wordt er niets permanent opgericht in dat gebied en zijn de afspraken uit die Stichtingsakte in de eerste plaats door Rusland geschonden door de annexatie van de Krim. De relaties tussen Moskou en de NAVO zitten in ieder geval op een sinds de Koude Oorlog nooit meer gezien dieptepunt en voorlopig lijkt er geen zicht op een verbetering.

De zuidelijke flank

Rusland is niet het enige probleem waarmee de NAVO krijgt af te rekenen. Ook de zuidelijke flank is onrustig. Na de aanslagen van 11 september werd enorm veel energie gestoken door de NAVO in Afghanistan en de bestrijding van Al Qaeda en de Taliban om nieuwe aanslagen te voorkomen. Maar terwijl de missie in dat land op zijn einde liep, en niet meteen een echt kletterend succes kan worden genoemd, doemden aan de zuidelijke grenzen van de alliantie veel directere bedreigingen op.

De democratiseringsbewegingen tijdens de Arabische Lente werden eerst nog toegejuicht maar al gauw kwam de kater. Libië ontaardde in een regelrechte burgeroorlog waar de NAVO uiteindelijk ingreep. Het was officieel een humanitaire missie, om de burgerbevolking van Benghazi te beschermen, maar al gauw werden de NAVO-gevechtsvliegtuigen de facto de luchtmacht van de opstandelingen tegen Khadaffi.

Toen die was verslagen en gedood, verdween de aandacht van de NAVO-landen. Libië gleed in sneltreinvaart af naar een ‘failed state’, een land waar diverse milities het voor het zeggen hebben en de centrale overheidsorganen nauwelijks functioneren. Het land fungeert intussen als draaischijf voor een groeiende stroom vluchtelingen naar Europa, iets waar populistische en extreem-rechtse politici handig gebruik van maken om te proberen de politieke consensus in het oude continent onderuit te halen.

Libië, hoe zorgwekkend ook, is op dit moment zelfs niet de grootste bedreiging in de zuidelijke regio voor de NAVO-landen. Die wordt veroorzaakt door hét drama van het Midden-Oosten: Syrië. Het land kent al vier jaar oorlog waardoor miljoenen mensen op de vlucht zijn geslagen. De opkomst van Islamitische Staat (IS) maakt dat de NAVO sinds kort grenst aan grondgebied dat onder controle staat van een echte terreurgroep. Afghanistan onder de Taliban bleef een zeer geïsoleerd en ver gebied, maar IS opereert in het centrum van een regio die de wereld voor een groot deel van olie en gas voorziet.

De dubbele agenda van Turkije

Toch speelt de NAVO in deze kwestie nauwelijks een rol. De luchtaanvallen op IS in Irak en Syrië gebeuren door een tijdelijke coalitie, geleid door de VS. De NAVO-ambassadeurs zijn twee keer opgetrommeld door Turkije op basis van artikel 4. Een land dat zich bedreigd voelt, vraagt daarmee overleg met de bondgenoten.

In 2012 verkreeg Turkije de stationering van enkele Patriot-afweerraketsystemen aan de grens met Syrië. Vorige maand spraken de NAVO-lidstaten hun steun uit voor de Turkse strijd tegen terrorisme nadat een aanslag in het zuiden van Turkije aan 32 mensen het leven had gekost. Maar er werden geen militaire stappen gezet. Turkije, dat het tweede grootste leger van de NAVO heeft na de VS, had daar ook niet om gevraagd.

Turkije heeft in Syrië dan ook een dubbele agenda. Zo werd terreurgroep IS lange tijd beschouwd als het minste van twee kwaden omdat ze tegen Assad streden. Turkije werd vaak bekritiseerd omdat strijders van IS ongehinderd de grens tussen Turkije en Syrië over konden steken.

Na de aanslag midden juli in Suruç veranderde Ankara zijn houding tegenover IS. President Erdogan verklaarde de oorlog aan het terrorisme en daaronder viel voortaan ook IS. De Amerikanen kregen toestemming om vanuit Incirlik bombardementen uit te voeren tegen de terreurgroep. Maar intussen bombarderen de Turkse F-16’s vooral Koerdische stellingen, want een Koerdische staat aan de grens met Turkije is voor Ankara blijkbaar nog moeilijker te dragen dan grensgebied gecontroleerd door IS.

De NAVO-landen drongen tijdens hun beraad vorige maand bij Turkije wel aan op terughoudendheid tegenover de Koerden, maar die oproep heeft in Ankara niet echt veel indruk gemaakt. De PKK is ook door de VS en enkele Europese landen op de lijst van terreurorganisaties gezet en dus maakt Turkije zich weinig zorgen over zijn militaire acties tegen PKK stellingen over de grens.

Zo moet de NAVO noodgedwongen vanaf de zijlijn toekijken. Turkije wil momenteel zijn strategie in de regio niet laten bepalen in Brussel of andere NAVO-hoofdsteden. Maar Turkije is wel de centrale speler voor de beveiliging van de zuidelijke flank. Wat gelukt is voor de oostelijke flank, ligt veel moeilijker voor de zuidelijke flank door de specifieke Turkse positie.

Nog altijd het sterkste bondgenootschap

Het toont meteen aan dat het sterkste militaire bondgenootschap in de wereld nog altijd een verzameling is van 28 landen die elk soeverein over hun eigen veiligheid beslissen. Het is zowel de zwakte als de sterkte van de alliantie. Ieder land beseft uiteindelijk wel dat z’n veiligheid beter door het geheel wordt gewaarborgd dan als het er alleen voor staat, zeker in de gecompliceerde geopolitieke situatie die we momenteel kennen.

Zelfs de Amerikanen hebben niet meer de almacht om alles alleen op te lossen. Hoe meer een land een beroep moet doen op die collectiviteit, hoe meer het ook bereid zal zijn water in de wijn te doen en te luisteren naar de andere bondgenoten. En hoe meer een land bijdraagt aan de veiligheid van het bondgenootschap, hoe meer recht van spreken het heeft. Het zijn fundamentele spelregels binnen de NAVO waar de Europeanen het soms wel eens moeilijk mee hebben, maar waar de ‘nieuwe NAVO’ niets aan zal veranderen.

(Jan Balliauw is diplomatiek redacteur bij VRT Nieuws.)

Meest gelezen