De geheime (?) agenda van Erdogan - Inge Vrancken

De Turkse regering kondigde eind juli aan dat ze de terreurgroep IS mee zou gaan bombarderen. Hoeveel Turkse aanvallen er intussen op IS geweest zijn, weten we niet. De berichten uit Ankara gaan vooral over de bombardementen op de Koerdische PKK in Noord-Irak en Zuidoost-Turkije. De PKK blijkt de belangrijkste vijand voor president Reçep Tayyip Erdogan. De vraag die vooral gesteld moet worden, is welke prijs Erdogan Turkije wil laten betalen om zelf aan de macht te blijven.
analyse
Analyse

Het vredesproces met de Koerdische PKK, waartoe huidig president Erdogan het initiatief nam en dat in 2013 leidde tot een historisch bestand, is dood. Dat is opmerkelijk en tegelijk ook niet. Het is opmerkelijk dat nét Erdogan, die als premier de onderhandelingen opstartte – en daardoor meer deed voor de Koerden dan welke Turkse politicus ook vóór hem – nu ook de man is die grote verantwoordelijkheid draagt voor het ontsporen van dat proces. Hij startte de onderhandelingen vanwege een eigen agenda. Ook de ontsporing nu komt er vanwege een eigen agenda.

Economisch

Onderhandelingen opstarten met de Koerden was electoraal gezien niet evident. Maar Erdogan deed het toch en focuste in z’n communicatie vooral op de economische voordelen van zo’n bestand. Het conflict woedde al decennialang en had 40.000 mensenlevens geëist. Rapporten werden gepresenteerd die de Turken duidelijk moesten maken hoeveel miljoenen ‘het Koerdische probleem’ kostte aan de Turkse samenleving. Als dat geld naar constructieve projecten zou gaan, zou de gemiddelde Turkse familie daar alleen maar wel bij varen.

AKP moet coalitie vormen

Dat geld anders en nuttiger besteden blijkt nu geen prioriteit meer. En daar heeft de politieke situatie alles mee te maken. Zeker na de parlementsverkiezingen van 7 juni. Voor het eerst in meer dan 10 jaar tijd – en voor het eerst in haar geschiedenis – verliest de AK Partij van de president de absolute meerderheid in het parlement en moet er een coalitie komen.

Die uitslag werd mede bepaald door het succes van de pro-Koerdische partij HDP, die 13% van de stemmen haalde en die door haar komst in het parlement een absolute meerderheid voor de AKP onmogelijk maakte. Aftredend premier Ahmet Davutoglu heeft nog tot 23 augustus de tijd om toch een meerderheid te vormen. Maar het ziet ernaar uit dat dat niet het paard is waar president Erdogan op wedt. Hij mikt op nieuwe verkiezingen, mogelijk dit najaar, die een andere uitslag moeten brengen dan die van 7 juni.

De machtshonger van de president

De vreugde was nochtans enorm op die warme zondagavond 7 juni. Links-liberale Turkse en Koerdische kiezers van de HDP, die geleid wordt door Selahattin Demirtas, dansten en zongen, klapten en toeterden. Erdogan had met een nieuwe meerderheid immers de grondwet willen hervormen om de president – zichzelf – meer macht te geven, naar Amerikaans model. Dat plan kon nu niet doorgaan.

Wie de machtshonger van president Erdogan hekelt, was blij en hoopvol dat er na deze verkiezingen verandering zou komen. Dat het systeem anders zou functioneren nu de AKP gedwongen was tot een coalitie. Anti-AKP-kiezers zagen in Selahattin Demirtas een sterke politieke leider, zoals Turkije er niet veel heeft. De AKP-stemmers waren ontgoocheld. Voor hen blijft president Erdogan en zijn partij AKP de sterke hand die Turkije nodig heeft.

Escalatie van geweld

De laatste parlementsverkiezingen zetten de relaties op scherp en al snel kwam er een escalatie die ingezet werd op 20 juli. Toen kwamen bij een aanslag in Suruç 32 Turkse en Koerdische jongeren om het leven. De dader zou een Turkse aanhanger van IS zijn. Maar de PKK wees met de vinger naar de Turkse autoriteiten en houdt die onrechtstreeks verantwoordelijk omdat Ankara volgens hen IS steunt – of op z’n minst gedoogt en niet tegenwerkt. De PKK pleegde daarop aanslagen tegen Turkse soldaten en agenten. Ankara besliste tot harde actie. Actie en reactie volgden elkaar op.

Obama focust op IS

De Amerikanen waren maar al te blij met de Turkse aankondiging dat Turkije mee IS zou bombarderen. Meehelpen met de internationale coalitie tegen IS had Ankara tot dan toe geweigerd. Maar critici van Erdogan beschuldigen de president en de regering er nu van de strijd tegen IS te misbruiken om Koerdische doelwitten te raken, puur vanuit een politieke agenda.

Daarmee heb je nu een situatie waarin Turkije IS – op kleine schaal – aanpakt en tegelijk – vooral – de belangrijkste en meest effectieve tegenstanders van IS: de Koerdische strijders. Het is een cynische strijd. De Amerikanen lijken voorlopig Turkije ongemoeid te laten inzake de PKK. De strijd met IS is voor hen prioritair en ook de Turkse medewerking daarin. Al was het maar omdat de Amerikanen nu ook vanuit Turkije mogen vertrekken met hun gevechtsvliegtuigen.

Het moeras Midden-Oosten

Tot aan nieuwe verkiezingen – als die er komen - lijkt Erdogan de Turkse bevolking ervan te willen overtuigen dat Turkije enkel stabiel is wanneer de AKP – alleen – aan de macht is. (Succesvolle) HDP-politici worden beschuldigd van “banden met de terroristen van de PKK” en “het aanstoken en bewapenen van demonstranten”.

President Erdogan wil dat justitie de onschendbaarheid opheft van Selahattin Demirtas. Al die acties moeten er in de eerste plaats voor zorgen dat HDP weer wegzakt onder de hoge kiesdrempel van 10%. Dan ligt de weg open naar de gewenste grondwetsherziening.

“De bombardementen op de Koerdische PKK zijn enkel en alleen bedoeld voor puur politiek gewin”, zei Selahattin Demirtas in verschillende interviews, onder meer bij de Nederlandse collega’s van Nieuwsuur. Als dat inderdaad zo is, trekt Erdogan een heel gevaarlijke kaart. Als ook Turkije wegzinkt in chaos en geweld wordt het Midden-Oosten een nog groter moeras waar elk sprankeltje hoop met de dag sneller wegzinkt.

(Inge Vrancken is Midden-Oostenwatcher voor VRT nieuws.)

Meest gelezen