Stenen verleggen - Katrien Vanderschoot

Het moet rond de millenniumwisseling geweest zijn toen ik voor het eerst in Calais kwam. Per toeval ontdekte ik daar een grote hangar op het strand van Sangatte. Buiten stonden een paar mensen met Zuid-Europese, Aziatische of Afrikaanse trekken naar de zee te staren. Binnen in het centrum van het Rode Kruis waren containers gezet voor gezinnen, het was er kleurig, geurig en lawaaierig: kookpotten, drogende kleren, speelgoed, schuwe kindjes, zuchtende moeders en gestresseerde vaders.
analyse
Analyse

Sangatte heeft niet lang meer bestaan. “Neem de opvang weg en de migranten zullen wel wegblijven”, klonk het toen. Het tegendeel was waar. Ze bleven komen: steeds minder economische migranten, maar meer en meer vluchtelingen, uit Afghanistan, waar de oorlog intussen in volle hevigheid aan de gang was, uit Irak, Somalië en andere broeihaarden. Ze maakten dan maar zelf een onderdak, geholpen door een paar pastorale werkers of linkse ngo’s. De jungle van Calais werd een feit. Hutjes in MDF-plaat, bordkarton en tentzeil, de jungle zou telkens opnieuw worden neergemaaid en telkens opnieuw gaan woekeren.

Gouden straten

Als je ziet wat er zich nu in Calais afspeelt, oogt het spectaculair. Enkele duizenden migranten zitten er nu, ze worden driester, wagen zich niet meer alleen in vrachtwagens, maar ook in de terminal van de Eurotunnel. Honderden politieagenten zijn er al bijgekomen, er is nieuwe, “stevige” staaldraad beloofd door de Britten, en snuffelhonden. Premier Cameron sprak van de “zwerm” migranten die de belangen van de truckers en de toeristen op het spel zetten.

Van het weekend deden zijn binnenlandminister May én diens Franse collega Cazeneuve er een retorische schepje bovenop. Ze noemden het in een opiniestuk in de Sunday Telegraph een topprioriteit om de crisis bij de wortel aan te pakken en migranten “van wie de meesten financieel profijt op het oog hebben” weg te krijgen uit Europa en zeker uit het Verenigd Koninkrijk, waar “de straten niet met goud zijn geplaveid”.

Dijkbreuk

Stel je een bergriviertje voor ergens in de Alpen. Het heldere water komt gutsend naar beneden. Op de plattere stukken, waar de stroom breder is maar minder hevig, doen kinderen niets liever dan er dammen te leggen. Eerst een paar grote afgeronde keien, daarna een hoop kiezels. Wat een pret wanneer het water tegengehouden lijkt. Lijkt, want het zoekt zich een andere weg en zo ontstaat een zijriviertje, en nog een, een grillig patroon dat verderop toch weer in dezelfde stroom terechtkomt en daarna in de Inn of het meer van Genève en uiteindelijk in de Noordzee.

Ook in Europa worden nu spreekwoordelijke en echte dammen gelegd. Voor de Spaanse enclave Melilla in Marokko begint het met een driedubbel hek, tussen Servië en Hongarije komt er een muur van 175 kilometer lang, in het zuiden van Frankrijk scheppen agenten het water uit de trein en plaatsen het in emmertjes over de Italiaanse grens. In Calais, waar de rivier al groter is geworden, en het water telkens op een andere plaats door de omheining sijpelt, zijn andere Franse agenten in de weer om de gaten te dichten. “oei, pas op, daar nog een dijkbreuk, leg er snel een kiezel voor”, hoor ik de kinderen al roepen. “Méér stenen! Snel! “ Zo werkt het niet.

Vluchtelingenrecord

Zelfs als je zoals de Britse minister May zou veronderstellen dat “de meeste migranten naar hier komen voor financieel profijt”, zelfs als je staatssecretaris Francken zou geloven, die zegt dat “niet elke asielzoeker haveloos en blut aankomt, aangezien ze vaak duizenden euro’s aan smokkelaars hebben betaald” – een kromme redenering , want de mensen die ik in Italië sprak, hadden precies daardoor totaal niets meer over na de overtocht over de Middellandse Zee – zelfs dan, spreken de statistieken de politieke peptalk tegen.

Natuurlijk is de toestroom een kolkende bergrivier geworden, veel woester dan tien jaar geleden. Het VN-Hoog commissariaat voor de Vluchtelingen heeft vorig jaar wereldwijd net geen 60 miljoen mensen geteld die op de vlucht zijn, tegenover 37,5 miljoen in 2005. Dat zijn mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of repressie, van wie trouwens de meesten ronddolen in eigen land (7,6 miljoen (!) Syriërs bijvoorbeeld) of in buurlanden zoals Libanon of Ethiopië. In Europa steeg het aantal mensen op de vlucht met de helft, tot 6,7 miljoen: voornamelijk Syriërs in Turkije en Oekraïners in Rusland.

Ook in Calais is het een illusie om te denken dat het daar vol zit met gelukszoekers, zeggen zowel UNHCR als de Internationale Organisatie voor migratie. “Het gaat vooral om mensen met een vluchtelingenachtergrond: Soedanezen, Eritreërs, Somaliërs, Irakezen, Afghanen, en een kleine groep Syriërs”. “Dat ze in Europa niet meteen asiel aanvragen in hun eerste land van aankomst heeft te maken met verschillende factoren: de gebrekkige asielprocedure in Griekenland bijvoorbeeld, de manipulatie door smokkelaars, de perspectieven op gezinshereniging, de taal, de economische kansen, en het gastvrije beleid in landen als Duitsland en Zweden, … “

Stenen verleggen

In plaats van stenen bij te leggen in Europa, zouden stenen kunnen worden verlegd om de toestroom beter te kanaliseren. ” Barrières toevoegen is inefficiënt, speelt in de kaart van mensensmokkelaars en zal de mensen dwingen om nog gevaarlijkere trajecten uit te zoeken”, zeggen ook de organisaties UNHCR en IOM. Ten tweede, op de top eind juni had de EU een historische kans om tot een eenvormiger asielbeleid te komen maar dat is niet gelukt. De hervestiging en relocatie van enkele tienduizenden Syriërs heeft niet eens de verhoopte doelstellingen gehaald doordat verschillende lidstaten die zelf nauwelijks mensen opvangen dwars lagen. Dat terwijl steeds meer vluchtelingen omkomen op de Middellandse Zee en de kampen in Libanon, Jordanië en Turkije uit hun voegen barsten.

De vicieuze cirkel doorbreken

De Britten en Fransen en ook andere beleidsmakers zeggen ook dat ze het probleem “aan de wortel” willen aanpakken, door “investeringen en ontwikkelingshulp in Afrika”. Maar ze reppen met geen woord over de aanstichters van conflicten die straffeloos hun gang kunnen gaan. Van de 15 nieuwe conflicten die vorig jaar uitbraken of oplaaiden waren er 8 in Afrika, in ex-kolonies vaak: Mali, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Nigeria en (Zuid)-Soedan bijvoorbeeld. De repressie in Eritrea en Gambia komt eindelijk in het nieuws. Als de landen die nu jammeren om de toestroom van vluchtelingen niet jarenlang uit geopolitieke of economische belangen dictators de hand boven het hoofd hadden gehouden – of nog houden -, dan was de situatie mogelijk anders.

Over economische belangen gesproken. Een voorbeeld nog. Een jaar geleden sloten Frankrijk en Spanje een nieuw visserijakkoord met Senegal: 38 grote vissersboten kregen de toestemming om in de territoriale wateren 14.000 ton tonijn per jaar te mogen gaan vissen. Plaatselijke reders werden niet geraadpleegd, en zeker niet de lokale kleine vissers. Het zijn zij die me vijftien jaar geleden al vertelden dat hun inkomsten door die overbevissing zodanig waren gedaald dat velen zich wanhopig met kleine bootjes naar Tenerife begonnen te wagen. Naar Spanje dus. De cirkel is vicieuzer dan sommigen willen doen geloven.

(Katrien Vanderschoot is journalist bij VRT Nieuws)

Meest gelezen