Wassen we de Rechtvaardige Rechters wit? - Siel Van der Donckt

Een journalist of om het even welke ‘onderzoeker’, die het dossier van de Rechtvaardige Rechters probeert op te volgen, moet een dik vel hebben en immuun zijn voor plagerijen. De verdwenen Rechters zijn vaak omgedoopt tot "het Vlaamse Monster van Loch Ness", de "beste verzameling indianenverhalen ooit", of ze zijn gewoonweg vernietigd verklaard.
analyse
Analyse

En toch is dit veel meer dan een detectiveverhaal vol cliffhangers en onwaarschijnlijke plotwendingen. Dit gaat over een onschatbaar kunstwerk dat de inzet is geworden van een politiek en financieel getint machtsspel waarbij er 81 jaar na datum nog altijd gevreesd wordt voor een schandaal of minstens ‘reputatieschade’.

Het paneel bestaat blijkbaar nog

Uit diverse episodes (zie Tijdslijn) valt af te leiden dat het verdwenen paneel nog bestaat en dat iemand er van af wil, liefst zonder financieel verlies en zonder lastige juridische vragen. Akkoord, bij al die pogingen tot transactie heeft nooit iemand het schilderij te zien gekregen.

Maar het zijn te veel pogingen om ervan uit te gaan dat dit allemaal misplaatste grappenmakers of oplichters waren. Bovendien zijn er toch telkens advocaten of notarissen ingeschakeld als bemiddelaar (gebonden aan beroepsgeheim maar je mag toch aannemen dat zij zich niet meteen voor de kar laten spannen van een farfelue fantast) en meestal worden er instanties (ministers en een grootbank) benaderd die niet zomaar op zo’n vraag zullen ingaan, zonder enige voorkennis of garanties omtrent de betrouwbaarheid van ‘de aanbieder’.

Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het relaas van Jan Bosselaers, de bankier van 93 die vertelt dat de Kredietbank in de tweede helft van de jaren ’80 is benaderd om, tegen betaling van 20 miljoen BEF , het schilderij ‘boven water’ te krijgen.

Het feit dat de Kredietbank werd benaderd was wellicht niet echt toeval en de zaak werd ernstig genoeg bevonden om ze tot op het niveau van het directiecomité te brengen. Er is – via een specifiek aangeduide bedrijfsjurist - blijkbaar vrij uitvoerig onderhandeld over het bedrag en de bank zou haar eigen kunstexperts inschakelen bij de transactie om de echtheid van het stuk te verifiëren.

Het belang van de whodunnit?

Wie heeft het gedaan? Het lijkt een wat achterhaalde vraag, belangrijker is de vraag, of dit erfgoedstuk ooit weer openbaar kunstbezit wordt? Maar toch, de vraag wie de dief was, is nog altijd relevant.

De getuigenis van Christiana de Geest, 91, die voor de camera bevestigt dat haar grootoom kanunnik Kamiel Van Ongeval dé spilfiguur was van de kunstroof, werpt een nieuw licht op de houding van het bisdom in heel deze geschiedenis.

Als de diefstal destijds inderdaad het werk was van één of meer geestelijken, dan kan dat ook verklaren waarom het bisdom de onderhandelingen over teruggave aanvankelijk geheim hield voor het gerecht.

Kanunnik Gabriël Van den Gheyn, de schatbewaarder van St.-Baafs, gaf op het eind van zijn leven toe dat er in de zaak van de Rechtvaardige Rechters een biechtgeheim meespeelde. Met andere woorden, de daders hebben gebiecht en ... geen absolutie zonder restitutie: ze vertelden vrijwel zeker wáár het zat. Maar wegens de kans op een groot schandaal, liet men de Rechters waar ze waren, ergens in St.-Baafs.

Pas in 1942, in de Tweede Wereldoorlog, toen oberluitenant Henri Koehn van de Kunstschutz, de kathedraal liet doorzoeken, kwam de clerus in beweging: het schilderij werd op het nippertje, 'voor de neus van de Duitsers' weggehaald uit de schuilplaats in (de crypte) van St.-Baafs. Daarna is het paneel opnieuw verborgen, vermoedelijk is ermee rondgezeuld van hier naar daar. Er is sprake van diverse abdijen, o.a. van Dendermonde en van Orval.

Onderpand

Eén hypothese is, dat het na de oorlog bij die bewuste familie is terechtgekomen die het als 'onderpand' heeft aanvaard omdat ze blijkbaar nog geld te goed had van het bisdom – uit het vooroorlogse beleggingsfiasco? Bescherming van het intussen gehavende kunststuk zou daarbij een extra motief zijn geweest.

Maar al gauw realiseerden de betrokkenen zich dat ze er wellicht niet meer van af zouden geraken. Niet het minst omdat het bisdom – zeker tot en met Léonce Van Peteghem – absoluut niets meer te maken wilde hebben met de originele Rechters, precies vanwege het mogelijke schandaal als een en ander zou uitlekken. Het is een periode die moeilijk nog te reconstrueren valt, iedereen heeft jarenlang gezwegen, alle rechtstreeks betrokkenen zijn dood en bijna alle kerkelijke en persoonlijke archieven van de jaren ’30 en de Tweede Wereldoorlog zijn uitgezuiverd.

De drie bisschoppen Coppieters, Callewaert en Van Peteghem waren vermoedelijk nog zeer goed op de hoogte van de ware toedracht van de ‘Grote Diefte’. De huidige bisschop, Luc Van Looy, en zijn voorganger Luisterman wellicht níét. Al zullen ook zij wel vermoeden dat er mensen ‘van binnenuit’ bij betrokken zijn geweest.

En nu?

Er bestáán manieren om zaken wit te wassen, omwegen die op het eerste gezicht een plausibele uitleg verschaffen over de herkomst van waardevolle kunstvoorwerpen. En misschien is er nu zo’n constructie in de maak.

Maar, er is dat Engelse spreekwoord: ‘Oil and truth are always above’ (Vet en waarheid drijven altijd boven).

(Siel Van der Donckt is VRT-journalist en heeft veel onderzoeksjournalistiek verricht naar de "Rechtvaardige Rechters.)

Meest gelezen