Vluchtelingen: not in my backyard - Rob Heirbaut

De gevolgen van de Britse verkiezingen voor Europa kunnen vandaag al zichtbaar zijn. Er is een eerste clash in de maak omdat de Europese Commissie een spreidingsplan op tafel legt voor de vluchtelingen die met gammele bootjes naar Italië komen.
analyse
Analyse

“Brussel verplicht Groot-Brittannië om migranten op te vangen”, stond er maandag op de voorpagina van de Britse krant The Times. “Med migrants” stond er, mensen die via de Middellandse Zee Europa proberen te bereiken dus. De krant had een ontwerpversie gezien van het plan van de Europese Commissie om asielzoekers via een quotasysteem te spreiden over de lidstaten.

Enkele dagen na de Britse verkiezingen was de toon meteen gezet: Britse politici zijn geen baas meer in eigen land, het zijn eurocraten die ons beslissingen opdringen, het wordt tijd dat daaraan iets gedaan wordt! Wat perfect past in het plan van David Cameron en de Britse Conservatieven: Groot-Brittannië moet met de rest van Europa aan tafel gaan zitten, bevoegdheden uit Brussel terughalen naar Londen, en vervolgens een referendum organiseren over het EU-lidmaatschap. Dat referendum gaat er dus komen, ten laatste in 2017, en volgens The Guardian misschien zelfs al in 2016. “Brussels” zal nog wel vaker op Britse voorpagina’s staan.

Zonder ons

Het klopt overigens niet wat de Times schreef. Er wordt de lidstaten helemaal niets opgedrongen vanuit de Europese Commissie. Het gaat om een voorstel, waarover dan een akkoord moet bereikt worden tussen de lidstaten en het Europees Parlement. Er zijn nogal wat landen die het spreidingsplan niet zien zitten, dus misschien vindt Groot-Brittannië wel voldoende medestanders om het plan te blokkeren. Bovendien heeft Groot-Brittannië, net zoals Ierland, de mogelijkheid om helemààl aan het spreidingsplan te ontsnappen.

Beide landen hebben immers in het Verdrag van Lissabon een “opt-in” verkregen voor alle wetgeving inzake politiesamenwerking, justitie, asiel en migratie. Dit betekent dat ze in principe niet meedoen aan wetgeving over deze materies, tenzij ze uiterlijk drie maanden na de bekendmaking van een wetsvoorstel aan de andere landen laten weten dat ze toch meedoen. Tenzij er een plotse ommekeer komt, zullen er dus geen extra migranten in Groot-Brittannië komen. (Misschien heeft Groot-Brittannië wel baat bij een spreidingsplan, want het vangt nu relatief veel asielzoekers op, zeker in vergelijking met andere grote landen als Spanje en Polen).

Superstaat

De opt-outs zijn het resultaat van het werk van voorgangers van Cameron, die ook een permanente binnenlandse strijd hebben gevoerd om zoveel mogelijk Europese inmenging tegen te houden. Daarom doet Groot-Brittannië ook niet mee met de euro, en met Schengen evenmin. En ze hebben een korting gekregen op hun bijdrage aan de EU-begroting, waardoor andere landen elk jaar een stuk moeten bijpassen. Om de Britse korting te compenseren moest België in 2013 229 miljoen euro extra betalen aan het EU-budget. Een transfer die weinig aandacht krijgt.

Ondanks deze uitzonderingspositie in de EU, blijft de overheersende stelling in het Britse politieke debat dat de EU een gevangenis is voor Groot-Brittannië. Staat er in de aanhef van het Verdrag van Lissabon immers niet dat het ultieme doel van de EU een “steeds hechter verbond” is tussen de volkeren van Europa? Betekent dat niet meer of minder dan de bevestiging, zwart op wit, dat het einddoel een Europese superstaat is die het Britse volk zal verknechten? (Of liever het Engelse volk, want de Schotten zijn veel eurofieler dan de Engelsen.)

Pandora

Maar goed: Cameron heeft een referendum beloofd, en heeft de verkiezingen gewonnen, en dus komt er een referendum. De meeste andere Europese leiders hadden wellicht op een overwinning van Labour gehoopt, dan was de referendumkwestie meteen van tafel geweest. Nu steken ze de hand uit naar Cameron, en zeggen ze uit te kijken naar wat hij gaat voorstellen. Commissievoorzitter Juncker zegt dat hij een billijke deal wil sluiten met Groot-Brittannië, in de hoop de gemoederen daar wat te bedaren.

Dit betekent niet dat Groot-Brittannië erop moet hopen dat er een grondige wijziging van het Verdrag van Lissabon komt. Duitsland heeft daar lang op aangedrongen, omdat het vond dat de werking van de eurozone verbeterd moest worden (bijvoorbeeld door aan de Europese Commissie het recht te geven om begrotingen van eurolanden af te keuren en bij te sturen). Intussen laat Duitsland daar niets meer van horen. Verdragswijzigingen zijn niet simpel, er kunnen allerlei andere voorstellen op tafel komen (“de doos van Pandora”), en bovendien zouden er dan in verschillende landen referenda gehouden moeten worden. Door het “neen” tegen de Europese Grondwet in Frankrijk en Nederland, en tegen het Verdrag van Lissabon in Ierland, heeft niemand nog zin in referenda.

Lusten en lasten

Wat kunnen de Britten dan wel krijgen? Veel hangt natuurlijk af van wat ze vragen. Volgens The Guardian willen ze op een of andere manier af van het “steeds hechter verbond” (“ever closer union”) uit de aanhef van het verdrag, via – alweer- een opt-out. Bizar, want juridisch is die zinsnede een lege doos, en verbindt ze niemand tot iets. Ze staat al sinds 1957 in het Verdrag van Rome. Vorig jaar verduidelijkte de Europese Raad dat het concept “ever closer union” inhoudt dat lidstaten een verschillend tempo kunnen aanhouden inzake integratie: wie wil “verdiepen”, mag dat, wie dat niet wil, geen probleem. Exact wat Groot-Brittannië wil.

De Britten zouden ook een grotere rol voor de nationale parlementen willen. Er bestaat nu al een gele-kaartprocedure, waardoor een derde van de nationale parlementen bezwaar kan uiten tegen voorstellen van de Europese Commissie. Via die procedure is al een voorstel over stakingsrecht gesneuveld. Kan die procedure nog aangescherpt worden? Een vetorecht voor nationale parlementen? Kan het parlement van Malta of het Waals gewest voortaan een Europees initiatief blokkeren?

Verder wil de Britse regering naar verluidt garanties verkrijgen dat het als niet-euroland niet buitenspel kan worden gezet door de eurolanden bij wetgeving over interne markt. Maar Cameron zal vooral een toegeving proberen af te dwingen in verband met werknemers uit Centraal- en Oost-Europa. Het vrij verkeer van werknemers afschaffen zal niet lukken. Dat hebben Merkel en andere regeringsleiders al laten verstaan. Groot-Brittannië moet niet denken dat het aan de ene kant kan profiteren van de eengemaakte markt, waardoor Britse bedrijven hun producten en diensten kwijt kunnen op het continent, en aan de andere kant de deur sluiten voor werknemers uit andere landen. Groot-Brittannië mikt wellicht op een regeling waardoor het de rechten op uitkeringen kan beperken van werknemers uit andere EU-landen. Vraag is of Centraal- en Oost-Europese landen hierop willen toegeven.

Voor een deel van de Britse Conservatieven zijn dit soort bijsturingen peanuts. Zij willen het liefst van al dat Groot-Brittannië uit de EU stapt. Hen aan boord houden zal moeilijk zijn. Door zijn verkiezingsoverwinning heeft Cameron zijn positie in zijn partij echter versterkt, wie weet kan hij zijn achterban op een of andere manier koest houden.

Bondgenoten

Cameron staat niet helemaal alleen in Europa met zijn eisen. De Hongaarse premier Orban zal hem zeker op sommige punten steunen. De Nederlandse premier Rutte en Duits bondskanselier Merkel zijn net als Cameron aanhanger van liberalisering van de economie, van een Europa dat niet te veel hinderpalen opwerpt voor het bedrijfsleven. Ook de Commissie Juncker volgt die lijn, die uitdrukkelijk wordt verdedigd door vicevoorzitter Frans Timmermans. In zekere zin doet de Commissie nu al wat Cameron vraagt: intrekken van wetsvoorstellen, wetgeving screenen op administratieve overlast, en weinig nieuwe wetsvoorstellen doen (waardoor het Europees Parlement bijna werkloos geworden is).

Ook in België heeft Cameron, met N-VA, een bondgenoot in de federale regering. Zullen de Britse voorstellen voor splijtstof in de regering zorgen ? Traditioneel zijn CD&V en Open VLD immers voorstander van “meer Europa”, N-VA ziet meer heil in een confederaal Europa.

Maar wat Cameron ook “binnenhaalt”, het ultieme oordeel zal van de Britse kiezer komen. Daarvoor zijn referenda immers bedacht. Van een doorsnee-kiezer mag niet worden verwacht dat hij zal begrijpen wat Cameron nu precies zal binnengehaald hebben. Als Cameron het referendum wil winnen, zal hij met hart en ziel ervoor moeten pleiten dat het de moeite waard is om in de EU te blijven. Na vijf jaar lang, dag na dag, de EU (terecht of ten onrechte) bekritiseerd te hebben, zou zo’n pleidooi best wel eens ongeloofwaardig kunnen klinken.

(De auteur is Europees verslaggever bij VRT Nieuws.)

Meest gelezen