Cameron: een conservatieve wolf in een progressieve schapenvacht? - Ivan Ollevier

Wat voor man is David Cameron, de Conservatief die sinds mei 2010 de Britse regering leidt? Hij was pas 43 toen hij premier werd van een coalitie van Conservatieven en Liberaal-Democraten. Is hij een trouwe zoon van de neoliberale Margaret Thatcher, of is hij echt die ā€œprogressieve conservatiefā€ waar hij zich voor uitgeeft? Ivan Ollevier zoekt het uit in de tweede aflevering van een reeks over de Britse parlementsverkiezingen, die plaatsvinden op 7 mei.
analyse
Analyse

Een vulgaire en pretentieuze aristocraat?

Een foto uit de jaren tachtig, toen hij nog in Oxford studeerde, blijft David Cameron achtervolgen. Tien jongemannen in uniform staan of zitten bestudeerd nonchalant en enigszins verwaand op de trappen van wat op het eerste gezicht een dure, klassiek aandoende woning lijkt. Het kan ook de ingang geweest zijn van een universiteitsgebouw. Onderaan rechts herkennen we aan zijn stroblonde en onstuimige kapsel een nog slanke Boris Johnson, tegenwoordig de Conservatieve burgemeester van Londen. Staand, tweede van links, de jonge student filosofie, politicologie, en economie David Cameron. Hij is iets minder herkenbaar dan Johnson, maar er bestaat geen twijfel over dat hij het is.

Politieke rivalen slaakten kreetjes van geluk toen ze de foto ontdekten in een oude uitgave over de Bullingdon Club. De Bullingdon Club is een exclusieve studentenclub, gesticht in 1780 en alleen voor mannen, die samen piekfijn uitgedost in hun uniform (5000 euro bij een gespecialiseerde kleermaker) uit dineren gaan. Hoewel de leden zonder verpinken soms het weekloon van een geschoolde arbeider neertellen voor een etentje, zijn ze bij restaurateurs niet populair. Het is traditie dat de leden na de pousse cafĆ© het meubilair kort en klein slaan. Meestal wordt de eigenaar wel genereus vergoed, maar toch. ā€œZie je wel,ā€ zegden Camerons politieke rivalen, ā€œCameron is gewoon een vulgaire en pretentieuze aristocraat. Wie wil nu dat zo iemand het land leidt?ā€

Een progressieve conservatief?

Dat Cameron niet uit de goot komt, daar heeft hij zelf nooit een geheim van gemaakt. Zijn vader was beursmakelaar, zijn moeder de dochter van de tweede baronet Sir William Malcolm Mount van Wasing Place. Via zijn grootmoeder langs vaderszijde is hij een afstammeling van koning William IV (1765-1837) en een van diens minnaressen. Hij ging naar school in het peperdure Eton, een broedplaats van het conservatieve establishment.

En toch doet David Cameron zich voor als een ā€œprogressieve conservatiefā€ ā€“alleen in de Britse politiek kun je zoā€™n schijnbaar tegenstrijdige term gebruiken. Een Conservatief die het groene gedachtegoed genegen is. Een Conservatief die het algemeen belang voorop stelt boven het belang van de sociale klasse waar hijzelf uit voorkomt. Zelf noemt hij zich een ā€œone nation Conservativeā€, een term die premier Benjamin Disraeli in de 19de eeuw al gebruikte om er een Conservatief mee aan te duiden die het welzijn van iedereen nastreeft en die probeert alle lagen van de bevolking te verenigen rond een gematigd sociaal programma.

Margaret Thatcher was beslist geen ā€œone nation Conservativeā€, zij was een product van de kleine middenstand, en droeg ook bewust die waarden uit, soms tot grote woede van de top van haar eigen partij, zonen van het establishment die voor Thatcher en de haren alleen maar een ā€œaristocratic disdainā€ voelden. Het is makkelijk verloren te lopen in de doolhof van de Britse Conservatieve traditie en alle strekkingen die er deel van uitmaken.

Blameron

ā€œBlameronā€ hebben critici Cameron wel eens genoemd. Omdat ze hem een kloon vonden van de vroegere (nu omstreden) sociaaldemocratische premier Tony Blair. Helemaal ongelijk hadden ze niet: Cameron heeft de afgelopen vijf jaar exact gedaan wat een Conservatieve Blair gedaan zou hebben. Een mooi voorbeeld daarvan was het homohuwelijk, een initiatief waarvoor Cameron binnen zijn eigen Conservatieve Partij een storm van verontwaardiging trotseerde.

Op de redactie van het reactionaire blad Spectator, het orgaan van de rechtse vleugel binnen de Conservatieve Partij, konden ze zijn bloed drinken, en ik herinner me een interview dat ik twee jaar geleden had met het Conservatieve parlementslid Peter Bone, die ongeremd vuur spuwde over zijn partijleider. Bone vond dat Cameron met het wetsontwerp de Conservatieve Partij vervreemdde van haar basis. En waarom liet hij zich in met een plan dat traditionele Conservatieven schokte? Zou hij zich niet beter bezighouden met het economische herstel? En waarom beet hij niet beter van zich af tijdens EU-vergaderingen in Brussel? Het siert Cameron dat hij bereid was voor het homohuwelijk een kleine opstand in eigen gelederen te riskeren, en het was, daar zijn voor- en tegenstanders het roerend over eens, een zaak waar Cameron met hart en ziel in geloofde. Cameron, zelf het kind uit een geslaagd en liefdevol huwelijk, zei altijd dat het homohuwelijk (een klassiek progressief thema) het kwijnende instituut van het gezin zou versterken (een klassiek conservatief thema).

De laatsten der Eurohicanen

ā€œIs de relatie met de Europese Unie niet dringender dan de invoering van het homohuwelijk?ā€, vroeg Peter Bone zich hardop af die winterdag in 2013, terwijl de sneeuw in dikke vlokken neerdwarrelde buiten zijn raam in het Paleis van Westminster. Zijn hele regeerperiode, van 2010 tot vandaag, moest Cameron het hoofd bieden aan een sterke en luidruchtige anti-EU-fractie binnen zijn eigen partij. Als jonge adviseur had hij gezien hoe de EU-kwestie in de jaren negentig de regering-Major kapot maakte, en hij kende de verhalen over hoe dezelfde problematiek Margaret Thatcher de das omdeed.

In 2006 riep hij zijn partijgenoten op om op te houden met drammen over Europa. Tevergeefs. De Europese Unie bleef zijn partij verdelen. Zelf behoort hij tot het gematigd pro-Europese kamp, met partijgenoten als Kenneth Clarke en Michael Heseltine (ā€œde laatsten der Eurohicanenā€), maar tegen de oprukkende jonge garde van eurocritici was hij niet opgewassen. Het was de Duitse kanselier Angela Merkel die hem, bij wijze van oplossing voor het interne partijconflict, het idee van een referendum aan de hand deed. Hij heeft er nog altijd spijt van dat hij haar goedbedoelde advies ter harte nam.

Als de Conservatieven in mei de verkiezingen winnen, dan komt dat referendum er in 2017. De uitslag is op dit moment moeilijk te voorspellen. Maar als dat een overwinning wordt voor de eurosceptici, dan wordt Cameron de premier die het Verenigd Koninkrijk het lidmaatschap van de Europese Unie kostte. Het is, zeggen intimi, een vooruitzicht dat hem nu al nachtmerries bezorgt.

Culturele strijd en economische strijd

Ondanks al haar anti-Europese retoriek zou Thatcher zelf, de oermoeder van het euroscepticisme, er nooit aan gedacht hebben om uit de Europese Unie te stappen. Zij verzette zich tegen de ā€œsuperstaat Europaā€, niet tegen economische of zelfs politieke samenwerking. Wat het binnenlandse economische beleid betreft, waren alle premiers die na Thatcher kwamen aan haar schatplichtig. Zelfs de Labourregeringen, die haar neoliberale beleid gewoon hebben voortgezet. Ook, en misschien vooral David Cameron. Nergens in Europa is de kloof tussen arm en rijk zo breed als in het Verenigd Koninkrijk.

Dat is niet in tegenspraak met zijn lippendienst aan een progressieve politiek en een egalitaire samenleving (zowel Labour als de Conservatieven gaven jaren geleden al te verstaan dat de oude sociale hiƫrarchie ten dode was op geschreven). Zou het kunnen dat het progressieve gedachtegoed van Cameron een teken is van een brede maatschappelijke ontwikkeling? Zou het kunnen dat links de culturele strijd heeft gewonnen, maar rechts de economische strijd? En zou het kunnen dat Cameron daar de perfecte belichaming van is?

(Ivan Ollevier is journalist bij VRT Nieuws, gespecialiseerd in Groot-Brittanniƫ.)

Meest gelezen