Wordt de tax shift het nieuwe BHV? - Ivan De Vadder

Het wordt hét politieke dossier van de komende weken. Het stond weliswaar in het regeerakkoord aangekondigd, maar het wordt veel sneller dan voorzien besproken door de regering Michel. Dat is de verdienste van de vakbonden die verleden jaar een hele herfst lang een pleidooi hebben gehouden voor een rechtvaardige fiscaliteit. Een pleidooi dat ze trouwens van plan zijn om te blijven houden, zoals het ACV gisteren aankondigde, al was het maar door verzet te blijven aantekenen tegen de ‘hardvochtige’ regering Michel. Het standpunt van de vakbonden is duidelijk: ook de vermogens, en niet alleen de werknemers of de uitkeringstrekkers, moeten een bijdrage leveren in deze tijden van besparingen.
analyse
Analyse

De meeste andere betrokken partijen houden hun kaarten in dit dossier erg dicht tegen de borst, maar nu komen de tongen stilaan los. In De Tijd laten de werkgevers, het VBO op kop, er geen twijfel over bestaan dat de tax shift naar de bedrijven moet gaan. Dat betekent dat de inspanning van 5 miljard-want daar lijken de meeste partijen het wel over eens- in de eerste plaats lagere loonlasten moeten opleveren, en niet zozeer hogere nettolonen. ‘Niemand is tegen het verhogen van de koopkracht’, zegt Pieter Timmermans in De Tijd, ‘maar is dat nu het meest dringende als we jobs willen creëren?’. Waardoor vakbonden, die pleiten voor een of andere taks op vermogens, en werkgevers opnieuw lijnrecht tegenover elkaar staan.

Eigen klemtonen

Ook bij de politieke partijen zijn de meningen verdeeld. Alle partijen zijn het eens over het feit dat drie categorieën zullen moeten bijdragen aan de tax shift: de vervuilers, de vermogens en de consumenten. Maar iedere partij legt daarbij wel eigen klemtonen. De CD&V-bij monde van Kris Peeters- staat achter het idee van de vakbonden. ‘In alle enquêtes waar wordt gevraagd of vermogenswinst meer moet worden belast, zegt minstens 80 procent van de bevolking ‘ja’.

Het is niet alleen voor de vakbonden een zeer gevoelig thema’, zegt Kris Peeters in De Morgen. In dezelfde krant is te lezen hoe Open VLD zich daar tegen verzet. ‘Waar zit het grote vermogen? Op de spaarboekjes en in het vastgoed’, zegt Alexander De Croo in De Morgen, ‘Wie van die tienduizenden die op straat zijn gekomen wil dat er geraakt wordt aan spaarboekjes? Niemand denk ik.’ En dan heb ik het nog niet over de verschillende meningen over het aanpakken van bedrijfswagens of de al dan niet indexering van de huurprijzen.

BTW

Toch hoor je ook enkele ideeën opduiken waarover een consensus zou kunnen worden bereikt. Bij de categorie vermogens rijpen de geesten over een speculatietaks. Wie aandelen koopt, en die binnen de 3 maanden verkoopt, zou daarop een belasting betalen. Bij de categorie vervuilers duikt het idee op om de accijnzen op diesel te verhogen zodat die brandstof even duur zou worden als benzine. En bij de categorie consumenten is er sprake van een harmonisering van de BTW-tarieven. Een voorbeeld maakt duidelijk dat hier nog wel wat winst kan worden geboekt. Zo is er een verschillend BTW-tarief voor een open parkeerterrein, bijvoorbeeld op een kerkplein, of voor een afgesloten parkeerterrein mét een slagboom.

Het enige probleem is dat volgens sommige bronnen zo’n harmonisering van de BTW-tarieven nauwelijks 700 miljoen euro oplevert. En dat de speculatietaks en meer accijnzen op diesel ook niet meteen miljarden euro’s opleveren. De enige maatregel die echt veel geld kan opleveren-omdat meteen veel mensen geraakt worden- is een verhoging van de BTW. En daar zeggen alle liberalen in deze regering meteen ‘neen’ op.

Deelstaten mee aan tafel?

Het dossier wordt nog ingewikkelder omdat ook de gewesten zich in de discussie willen mengen. Wanneer de personenbelasting daalt (om de koopkracht van de mensen te verhogen), verminderen de inkomsten van de overheid. De federale overheid compenseert die daling met andere inkomsten –een tax shift is nu eenmaal een verschuiving van lasten- maar de gewesten én de gemeenten hebben wellicht geen andere keuze dan op zoek te gaan naar nieuwe inkomsten.

Het noopt de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois tot de hartenkreet om betrokken te worden bij de onderhandelingen over die tax shift. Waarop Bourgeois meteen lik op stuk krijgt van Open VLD voorzitster Rutten die fijntjes opmerkt dat in dat geval ook de Waalse en de Brusselse regeringen mee aan de tafel komen, en dus ook de PS die beide regeringen leidt. In De Standaard voegt Kris Peeters er vandaag aan toe: ‘Als we echt resultaat willen boeken, lijkt het me niet aangewezen dat de deelstaten mee aan tafel schuiven.’ En dus eindigt de discussie zoals altijd: met een debat in het Vlaamse parlement, dat dus niet bevoegd is voor de beslissing, maar er wel de gevolgen van ondergaat. Een debat waarbij, zoals in het verleden, de minister-president spitsroeden loopt. Zoals Geert Bourgeois ondervond toen hij van de SP.A de keuze kreeg een ‘echte pitbull te worden of de chihuahua te zijn van Gwendolyn Rutten’.

Het roept herinneringen op aan de talloze debatten in het Vlaams parlement over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Ook daarvoor was het Vlaamse niveau niet bevoegd, al droeg het er wel de gevolgen van. En dus moesten de opeenvolgende minister-presidenten telkens spitsroeden lopen onder de striemende verwijten van de oppositie. Net als bij BHV is die tax shift een containerbegrip geworden, waarin iedere partij zijn eigen betekenis legt en zijn eigen gelijkt ontdekt. Het is een symbooldossier geworden. En over symbooldossiers worden dure eden gezworen. De tax shift moet er komen voor de zomer, en wij zouden de gevolgen ervan aan de lijve moeten voelen voor het einde van het jaar. Het doet denken aan die ‘onverwijlde’ splitsing van BHV die er maar niet kwam.

Daarom noem ik de tax shift het nieuwe BHV. Het BHV van de regering Michel.

(De auteur is VRT-journalist.)

Meest gelezen