Als het Griekse stof is gaan liggen... - Jos De Greef

Met de goedkeuring van de Griekse hervormingen door de eurogroep lijkt er voorlopig een einde te zijn gekomen aan de nieuwste crisis rond Griekenland. Die begon met de verkiezingsoverwinning van het radicaal-linkse Syriza, maar die partij heeft wel veel water in de rode wijn moeten doen.
analyse
Analyse

We hebben er dus de derde eurocrisis over Griekenland opzitten. De eerste brak uit in het voorjaar van 2010 toen het land voor de eerste keer bankroet dreigde te gaan. Twee jaar later moest een tweede noodplan van de EU en het Internationaal Muntfonds (IMF) een nieuwe ineenstorting van Hellas voorkomen.

De vervroegde parlementsverkiezingen van begin dit jaar leidden dan weer tot de zege van de radicaal-linkse partij Syriza en de rechtse nationalisten van ANEL, die samen een nieuwe regering vormden en "het einde van de besparingen" aankondigden. Net die besparingen waren een voorwaarde voor de hulp van de EU en het IMF. Die steun is inmiddels opgelopen tot 240 miljard euro.

De nieuwe Griekse premier, Alexis Tsipras, leek zo aan te sturen op een breuk met de eurozone en het IMF en stond onder zware druk van zijn achterban, de verarmde Grieken die jaren van besparingen, een ineenstortende economie, hoge werkloosheid en stijgende armoede beu waren.

"Geen uitzondering voor de Grieken"

De crisis is dus nu bezworen met een akkoord waarbij de internationale noodhulp voor Griekenland met nog vier maanden wordt verlengd. De eurolanden hebben tegenover de Griekse retoriek het been vrij goed stijf gehouden. In het akkoord hebben ze Athene tot heel wat toegevingen gedwongen.

Zo werden er geen schulden kwijtgescholden, was er geen sprake van een terugschroeven van besparingen en privatiseringen, het opnieuw aanwerven van ontslagen ambtenaren en dergelijke meer. Vooral Duitsland, maar ook Oostenrijk, Nederland en Finland vonden toegevingen aan de Grieken niet te pruimen.

Datzelfde gold voor Ierland, Portugal en Spanje, schuldenlanden die eerder ook al zware hervormingen moesten doorvoeren in ruil voor geld van de EU en het IMF. Madrid, Lissabon en Dublin wilden de Grieken geen "zachtere" behandeling toestaan dan ze zelf gekregen hadden. Frankrijk en Italië leken wat soepeler, maar konden de balans niet doen overslaan.

Europa wou geen "nieuw Syriza"

Los van het financiële, speelde ook het politieke mee. Europa had geen zin in een "Syriza-effect" dat zich naar andere landen zou uitstrekken. Antibesparingspartijen zijn er ook in Italië (Vijf Sterren van komiek Beppe Grillo) en in Spanje (Podemos). Een mogelijk verkiezingssucces van die partijen zou ook in die landen voor politieke problemen en conflicten met de eurozone en het IMF leiden.

Anders gezegd: Syriza mocht dus niet beloond worden, er mocht geen rode vlek vanuit Athene naar de rest van Europa vloeien en dus zetten de Europese regeringen de hakken in het zand. Geen of nauwelijks toegevingen dus.

De Grieken in de hoek gedrumd

De Griekse premier Alexis Tsipras en zijn minister van Financiën Yanis Varoufakis ("de communist met de Burberry-sjaal") begonnen hun ambtstermijn met forse retoriek, maar zaten vorige week wel met slechte kaarten aan de Europese pokertafel. Een Grieks bankroet of een grexit zou vrijwel zeker tot een "totale economische en mogelijk ook sociaalpolitieke ineenstorting" van Griekenland geleid hebben en de Verenigde Staten, Rusland en China leken niet erg geneigd om de Atheners bij te springen.

Met het akkoord van vrijdagavond moest Syriza dus op zowat alle punten op zijn stappen terugkeren. Er waren slechts twee lichtpuntjes: het primaire begrotingsoverschot van 4% mocht naar 3% "om de Griekse economie te redden" en de Griekse regering kreeg het weekend de tijd om "zelf een hervormingsplan op te stellen", maar dan wel binnen de erg smalle krijtlijnen van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het IMF. Dat is dus die "gehate trojka", waar Syriza eerder niets meer mee te maken wou hebben.

"Stal uitmesten" tegenover besparingen

De Griekse regering heeft vooral ingezet op de structurele hervormingen die de EU en het IMF geëist hadden in de inefficiënte bureaucratie, het totale wanbeleid en de hemeltergende corruptie. Dingen waar de vroegere grote partijen van de conservatieve en socialisten weinig of niets aan deden, ook al omdat de administratie bomvol zat door hun politiek benoemde "vriendjes". Syriza en ANEL hebben die banden niet en kunnen daarom wel met de bezem door de Atheense "Augiasstal".

De Griekse premier Tsipras heeft dan wel "veel water in zijn rode wijn" gedaan, hij heeft echter ook aangetoond dat hij wel degelijk compromissen kan sluiten en een economisch-politiek armageddon voor zijn land heeft vermeden. Het valt nu echter wel af te wachten wat zijn achterban van zijn toegevingen vindt en of zijn hervormingen niet snel op groot verzet van de administratie zullen stuiten, waar het krioelt van de politieke tegenstanders. De derde Griekse crisis is intussen voorlopig geschiedenis geworden. Hopelijk komt er geen vierde.

(Jos De Greef is journalist bij VRT-Nieuws online)

Meest gelezen