Vlaanderen herdacht en herontdekte Wereldoorlog I - Jan Ouvry

Ons land heeft het voorbije jaar, zoals veel andere landen, de slachtoffers van de Grote Oorlog, herdacht en geëerd. Niet alleen het aantal herdenkingsmanifestaties was ongewoon groot, ze konden alle, groot of klein, rekenen op een overweldigende belangstelling. De Grote Oorlog stond lang in de schaduw van die andere, tweede wereldoorlog, maar velen hebben deze bepalende periode uit onze geschiedenis herontdekt.
analyse
Analyse

Herdenken

“We zijn kinderen van het verleden. De enige vorm van onsterfelijkheid die we kunnen bereiken is de herdenking” *

De vier grote herdenkingsplechtigheden op Belgische bodem, van augustus tot oktober, gingen met veel aandacht lopen. De twee officiële Belgische plechtigheden, de eerste, op 4 augustus in Luik bij het indrukwekkende monument van Cointe, was sober maar krachtig, de tweede, op 28 oktober zowel in Nieuwpoort bij het Albertmonument als in Ieper onder de Menenpoort, was visueel aantrekkelijker en emotioneler. De eerste Britse officiële herdenking, ook op 4 augustus, op de Brits-Duitse begraafplaats van Saint-Symphorien bij Bergen, was ingetogen en aangrijpend en stond in het teken van de verzoening tussen de strijdende partijen. Indrukwekkend was ook het bezoek die dag aan Leuven van de Duitse president Joachim Gauck, die in een toespraak zei "dat de oorlogsherinneringen aan WO I ons opdragen voortdurend zorg te dragen voor het behoud van de vrede en ervoor te zorgen dat deze feiten zich nooit meer herhalen".

Het hoogtepunt was ongetwijfeld Het Lichtfront, 84 kilometer lang van Nieuwpoort tot Ploegsteert, gedragen door ruim 10.000 vrijwilligers: een prachtige en ontroerende avond, vol licht, indrukwekkend afgesloten door prinses Elisabeth. Op het hoogtepunt rechtstreeks bekeken door zo’n half miljoen kijkers, honderdduizenden meer, ook in de buurlanden, zagen samenvattingen of uittreksels.

Daarnaast waren er de herdenkingen voor de vele burgerslachtoffers van de Duitse wreedheden tijdens de eerste oorlogsmaanden, in de Martelaarsteden, Visé, Dinant, Tamines, Andenne, Aarschot, Leuven en Dendermonde. Antwerpen herdacht met het (heel even chaotische) Pontonbrugweekend het beleg en de val van de stad en de massale uittocht van vluchtelingen naar Nederland, en trok 100.000 bezoekers. En verder waren er talloze kleine en grote herdenkingen in bijna alle Vlaamse steden en gemeenten, of ze nu al of niet honderd jaar geleden rechtstreeks getroffen werden door het oorlogsgeweld, in Halen, Alken, Tienen, Lier, Duffel, Schiplaken, Puurs, Lokeren, Eeklo, Melle …….

Die hadden alle samen de verdienste duidelijk te maken dat de oorlog, nog voor hij in oktober 1914 in de Westhoek vastliep, in de rest van België al een spoor van dood en vernieling achterliet. Ruim 8.500 Belgische militairen kwamen om in die eerste oorlogsmaanden, en zo’n 5.600 burgers, samen ruim een vierde van alle Belgische slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.
 

Herontdekken


Het is nog te vroeg voor volledige cijfers, maar de weinige die we hebben bevestigen de indruk dat de honger om meer over de oorlog te weten te komen groot was en is. De tentoonstelling 1914-1918 in het Koninklijk Legermuseum in Brussel lokte in tien maanden al 125.000 bezoekers en loopt nog tot eind april. De tentoonstelling ‘Ravage. Kunst en cultuur in tijden van conflict’ in M – Museum Leuven kreeg ruim 51.000 bezoekers in zes maanden. De tentoonstelling “Shooting Range. Fotografie in de vuurlinie ?” in het Antwerpse fotomuseum ontving in zes maanden tijd 30.000 bezoekers en is verlengd wegens groot succes tot februari 2015. Het nieuwe bezoekerscentrum het Westfront, in Nieuwpoort onder het Albert I-monument, heeft in amper twee en een halve maanden al 18.000 bezoekers ontvangen. Het zijn maar enkele van de grotere tentoonstellingen, maar daarnaast waren er honderden kleinere tentoonstellingen en initiatieven, vaak met alleen plaatselijke ambities, maar altijd wel , voor zo ver wij dat kunnen nagaan, relatief succesvol. Meestal gesteund door de overheden, maar vooral gedragen door vele gedreven vrijwilligers. In de persoverzichten de voorbije maanden lazen we regelmatig berichten over tentoonstellingen die meer bezoekers trokken dan verwacht, bijvoorbeeld in Tienen en Maasmechelen.

In heel 2014 telde Cultuurnet Vlaanderen 2470 activiteiten rond de Grote Oorlog, met onder andere 496 tentoonstellingen, 448 lezingen of congressen, 230 begeleide uitstappen of rondleidingen, 127 nieuwe fiets- en wandelroutes, …… De provincie Antwerpen schat dat er het afgelopen jaar in totaal zo’n 3.600 WOI-activiteiten waren, van schoolprojecten, collectiedagen, heemkundige tentoonstellingen tot gegidste rondleidingen en concerten, en dat dus in de provincie Antwerpen alleen ! Het bewijst hoe breed de herdenking werd gedragen.

Westtoer schat dat het aantal WOI-bezoekers in de Westhoek dit jaar op 750.000. Een stijging van ruim 80 % in vergelijking met 2013. En opvallend: bijna de helft van die bezoekers komen uit België en hebben mee gezorgd voor de groei.
Ook alle media besteedden zeer veel aandacht aan de Grote Oorlog. De parallellen tussen de zwart-wit beelden en de beelden van verwoesting en vluchtelingen vandaag, uit Syrië, Irak en Oekraïne, waren bij momenten griezelig. Het plots opduiken van oorlog aan de grenzen van Europa maakte het verleden ineens weer actueel.

Ten slotte zijn er naar schatting ruim 500 boeken en publicaties verschenen rond de Grote Oorlog en verkochten meestal goed. Voor de uitgeverijen, die het vaak moeilijk hebben dezer dagen, was dat een Grote Oorlog-bonus ! Het Davidsfonds, bijvoorbeeld, verkocht in totaal zo'n 70.000 oorlogsboeken op twee jaar, en dat met een goede twintig titels. Veel publicaties verschenen in eigen beheer en/of zijn het werk van heemkundekringen of dergelijke. Een van de mooiste boeken van het voorbije jaar was van een heemkundekring, Amalia van Solms van Baarle-Hertog-Nassau. “Hoogspanning aan de Belgisch-Nederlandse grens” is een boeiende mix van de grote en plaatselijke verhalen en prachtig uitgegeven.

Het gaat nog even door

Het hoogtepunt van de herdenkingen is al even voorbij, maar tot Wapenstilstandsdag 2018 zullen ze voort blijven kabbelen, met af en toe nieuwe hoogtepunten. In april 2015 bij de honderdste verjaardag van de eerste gasaanval bij Ieper en later bij de herdenking van de grote veldslagen, Verdun, de Somme en Passendale.

De oorlog is intussen bij ons wel in de Westhoek aanbeland, maar niet alleen het militaire zal de komende jaren belangstelling krijgen. Rond de zware impact van de Duitse bezetting - de afbraak van onze economie, de verpaupering en honger, de gedwongen arbeid van burgers, de Duitse “Flamenpolitiek”, ….. - zijn meerdere initiatieven gepland; de Grote Oorlog zal zich nooit meer alleen in de loopgraven alleen afspelen.

Stefan Hertmans, auteur van het onvolprezen “Oorlog en Terpijn”, zei terecht in de laatste Zevende Dag: “ Het is een beetje normaal dat we in Vlaanderen daar plots zo geobsedeerd mee bezig zijn. Vlaanderen heeft die oorlog eigenlijk een stukje verdrongen, we zijn het enige land in Europa dat daarover nog geen grote romans had tot deze generatie van kleinzonen ( Stefan Brys, Erwin Mortier, Chris Van Steenbergen en Stefan Hertmans zelf). En in het buitenland vraagt men mij vaak waarom dat zo is. Ik denk dat het voor de Vlamingen heel moeilijk lag, ten eerste heeft het met de volksaard te maken, als je naar mijn grootvader kijkt, introvert, een binnenvetter, die kon daar niet over spreken, het was te traumatisch. En de situatie was ook heel ingewikkeld, sommige Vlamingen verwachten heil van de Duitsers, terwijl ze misdaden hadden begaan die niet goed te praten waren. De geschondenheid zat heel diep in Vlaanderen, we hadden wat afstand nodig, laten we nu maar volop herdenken”. En herontdekken !

Na 100 jaar zijn er al even geen rechtstreekse getuigen van de Grote Oorlog meer in leven, zelfs het aantal mensen die hen gekend hebben en hun verhalen zelf hebben gehoord, worden langzamerhand zeldzaam. Een herdenking na 100 jaar is de ideale gelegenheid om dat verleden te herontdekken, te verwerken en terug bij ons te brengen. Laten we er nog even voor gaan, ingetogen en gepassioneerd. Zij verdienen het.

(Jan Ouvry is journalist en coördineert het project De Grote Oorlog bij de VRT Nieuwsdienst.)


* Motto van de bijdrage van de Oostenrijks-Taiwanese fotograaf Chien-Chi Chang aan de tentoonstelling “Oorlog in Beeld 14-18” , van Carl De Keyser en David Van Reybrouck in Brugge ( auteur onbekend)
 

Meest gelezen