Van Rompuy: van "dweil" naar standbeeld - Fabian Lefevere

Hij mocht al een Nobelprijs ophalen en zijn borstbeeld in de Kamer staat er. Maar bij zijn vertrek als Europees president wordt ook een figuurlijk standbeeld opgetrokken voor Herman Van Rompuy. De verwijten van bij het begin – de natte dweil met het uiterlijk van een tweederangs bankbediende – zijn ver weg, ook al is Europa minder populair dan ooit. De auteur sprak met een reeks Europese boegbeelden over de historische impact van deze eerste Europese president.
analyse
Analyse

Waren de Van Rompuy-jaren een succes voor Europa? In het Europese mijnenveld gaf hij de nieuwe functie eigenhandig vorm, ook al bestond zijn job er vaak in om zich klein te maken. Zo zegt voormalig commissievoorzitter José Manuel Barroso in een gesprek gisteren met deredactie.be: “Hij heeft de job uitstraling gegeven.”

Zwart-wit gesteld bestaan er twee types leider (met een pak hybride figuren daar tussenin). Aan de ene kant heb je de Guy Verhofstadts van deze wereld. Voluntaristen, die vinden dat een leider voor de troepen hoort uit te lopen om structurele veranderingen af te dwingen. Vleesgeworden numero uno’s, die op een on-Belgische manier de schijnwerpers opzoeken (en daarbij al eens met hun kop tegen de muur lopen).

En dan zijn er de Herman Van Rompuys, die zich van nature in de coulissen ophouden. Dealmakers, die de grote woorden schuwen en rustige vastheid als motto hanteren. Loodgieters die in de luwte aan compromissen sleutelen. Op en top Belgen, die bescheidenheid als hoogste deugd prediken en stapje voor stapje vooruitgang willen boeken (en daarbij al eens het verwijt krijgen dat ze grijze muizen zonder visie zijn).

Maar de vraag daarbij is vooral: welk type boekt meer resultaten?

“We hebben beide types nodig”

Europees parlementslid Louis Michel – altijd een diplomaat - zegt niet te kunnen kiezen tussen de twee. “In Europa hebben we beide types nodig. Een fractieleider als Verhofstadt moét hevig zijn, dat is normaal. Maar een voorzitter van de raad moet met zó veel nationale verzuchtingen rekening houden dat het moeilijker is om voluntaristisch te zijn. Dat betekent nog niet dat je een natte dweil bent” (zoals de Britse populist Nigel Farage het ooit verwoordde).

José Manuel Barroso, die zich over Verhofstadt niet uitspreekt, vindt in elk geval dat Van Rompuy dat prima gedaan heeft. “Hij was de eerste permanente voorzitter van de Europese Raad, en heeft die job met geduld, intelligentie en wijsheid uitgeoefend. Met veel waardigheid ook. U zult misschien zeggen dat ik té positief ben, maar ik ben trots op onze samenwerking.” (kleine foto: links Barroso en rechts Van Rompuy)

Geen voorbeeld, geen draaiboek

Barroso is te veel een diplomaat om die job te omschrijven. Een poging in zijn plaats: ze bestaat uit handig gelaveer tussen de vaak tegenstrijdige nationale belangen van de Europese leiders – of de tapijtenhandelaars in de soek, noemt Europees parlementslid Bart Staes ze.

Er zat ook weinig anders op voor Van Rompuy. Hij was nooit een president in de ware zin van het woord en had geen eigen bevoegdheden. De door hem geprefereerde titel voor zijn functie – voorzitter van de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders – is minder sexy maar veel adequater.

Hij slaagde er desondanks in macht uit te bouwen. En wat meer is, Van Rompuy deed dat vanuit het niets: als allereerste voorzitter van de Raad had hij geen rolmodel en al helemaal geen draaiboek. Het was zwemmen of verdrinken, maar Van Rompuy omringde zich met uitstekende badmeesters. Eerst met baron en topdiplomaat Frans van Daele als rechterhand, de huidige kabinetschef van de koning en opgevolgd door de veel jongere topdiplomaat Didier Seeuws, én met een fijnzinnig intellectueel als zijn speech writer Luuk Van Middelaar.

De Belgische slag

“In zo’n Europese Raad moet je ervoor zorgen dat er beslissingen genomen worden”, zegt voormalig Europees commissaris Karel De Gucht. “Het is veel makkelijker om dat in het honderd te laten lopen met straffe uitspraken. In die Raad heb je iemand nodig die niet al te proactief is.”

“Versta me niet verkeerd, Van Rompuy had wel degelijk de bedoeling om zijn macht uit te bouwen. Gaandeweg is hem dat ook gelukt en dwong hij overal respect af. Maar hij deed dat door zich klein te maken. De Europese staatshoofden en regeringsleiders voelen er niets voor om opzij geduwd te worden.”

Noem het gerust de Belgische slag. Van Rompuy had in zijn Belgische jaren meer dan voldoende tijd om zich vertrouwd te maken met de edele kunst van het compromis. “Hij heeft de specifieke Belgische roeping voor het compromis binnengebracht”, zegt Barroso daarover. “Herman hoefde zichzelf eigenlijk nooit te forceren”, denkt broer Eric Van Rompuy. “Hij is inderdaad erg beslagen in het compromis.” En dan een onvermijdelijke sneer: “Met een type als Verhofstadt was er nu wellicht geen eurozone meer geweest.”

De redder van Europa

Huidig Europees commissaris Marianne Thyssen ziet dat laatste als Van Rompuys allergrootste verwezenlijking: de redding van de eurozone, en bij uitbreiding de hele Unie. “Het waren woelige tijden en er lag voor niets een scenario klaar. Toch heeft hij mee de bankenunie opgericht en de eurozone gered. Je hoeft geen ster of vedette te zijn. Als je maar resultaten boekt.”

Ook Barroso ziet het als Van Rompuys belangrijkste bijdrage. “Dat ik trots ben op onze samenwerking heeft specifiek te maken met het belang van Herman Van Rompuy bij de aanpak van de uitdagingen waarvoor de bankencrisis onze instellingen en de Europese landen plaatste”. Of dat van Van Rompuy een grote Europeaan maakt? Voor die vraag past Barroso. “Ik stond er te dicht op, en het is moeilijk om zulke uitspraken te doen over dichte collega’s. Laat dat maar over aan de historici.”

En toch bakken kritiek

Tegelijkertijd kreeg Europa wel bakken kritiek te verwerken tijdens die eurocrisis. De aanpak van de bankencrisis verliep dan ook met horten en stoten. “Er werden akkoordjes gesloten”, zegt Europees parlementslid Bart Staes. “Die hielden twee of drie dagen stand, en zakten daarna weer in elkaar. Maar je kunt dat Van Rompuy niet kwalijk nemen. Hij moest zaken doen met die tapijtenhandelaars van regeringsleiders, die hun eigen nationale belangen lieten primeren.”

Tijdens die eurocrisis etaleerde de Raad een gebrek aan daadkracht. Waarmee het meteen illustreerde wat de structurele tekortkoming van Europa is: een eengemaakte munt kan niet functioneren zonder eengemaakt monetair beleid. Dat kwam er gedeeltelijk, met de bankenunie en een scherper toezicht op de nationale begrotingen, maar nog te weinig.

Het schouwspel van die dagen leidt tot een ontnuchterende vaststelling: alle lof voor Van Rompuy ten spijt slaagde hij er niet in om Europa dichter bij de burger te brengen, toch één van zijn doelstellingen. Dat bewijst de uitslag van de Europese verkiezingen, met bijna overal succes voor de eurosceptici.

Scherpe tegenstelling

Van Rompuy was er tijdens die crisismomenten zeker de man niet naar om een wervende visie op de Europese integratie te ontplooien. Het doet wat on-Belgisch aan: ex-premiers als wijlen Jean-Luc Dehaene en Verhofstadt waren altijd communautaristen, die naar een sterker Europa streefden. Van Rompuy verdedigde als volleerd intergouvernementalist de belangen van de raad, en dus vanuit het standpunt van de lidstaten.

“De tegenstelling tussen die twee strekkingen is eigenlijk nooit groter geweest dan nu”, zegt Europees parlementslid Bart Staes. “Kijk maar naar de meerjarenbegroting voor de periode van 2014 tot 2021. Het Europese budget bedraagt niet eens duizend miljard, veel te weinig om een serieus investeringsbeleid te voeren. Daar hebben Van Rompuy en de Raad mijn inziens gefaald.”

Maar goed, voor een grijze muis – met het uiterlijk van een tweederangs bankbediende, dixit Farage - heeft Van Rompuy dat uitstekend gedaan. De juiste man op de juiste plaats. Zelfs al bestaat de job er vaak in om vooral niemand voor het hoofd te stoten.

Van Rompuy zelf daarover in een recent interview: “Geef toe, voor een grijze muis heb ik toch geen slechte carrière gemaakt? Stel je voor dat ik gedreven en flamboyant zou zijn. Ze zouden me in de Raad meteen vragen of ik me wel goed voel.”

(Fabian Lefevere is eindredacteur deredactie.be, @fabianlefevere)

Meest gelezen