Waarom de rijkentaks er toch kan komen - Fabian Lefevere

Geef toe, verwarrend is het debat over de vermogenswinstbelasting wel. Het ene moment stuit die roep van CD&V op een categoriek njet van de coalitiepartners. En nauwelijks een paar dagen later komt een Johan Van Overtveldt vertellen dat een vermogensbelasting toch een mogelijkheid is. Wat is het nu? Als u ons een kleine voorspelling permitteert: ze komt er, die vermogenswinstbelasting. Misschien een kleintje, misschien niet meteen, maar ze komt. Alleen hebben de regeringspartijen tijd nodig om op een waardige manier de bocht te maken.
analyse
Analyse

Nu al maanden aan een stuk wordt de politiek gedomineerd door de vermogenswinstbelasting. De rijkentaks, zeg maar. Of de tax shift - het Wetstraatees kent voldoende synoniemen maar allemaal betekenen ze hetzelfde: verschuif de lasten op arbeid naar een taks op inkomsten uit kapitaal, en verlicht zo de middenklasse bij de sanering van het land.

Die rijkentaks werpt al sinds het prille begin een schaduw over deze Zweedse coalitie. Ze waren de reden dat de coalitiegesprekken langer aansleepten dan verwacht. Twee, drie weken zouden die duren, toeterden toponderhandelaars. Uiteindelijk stopte de klok pas na 136 dagen.

Dat kwam (in hoofdzaak) omdat CD&V op een meerwaardebelasting op aandelen aanstuurde. Het mocht niet zijn: een Arcoregeling bleek uiteindelijk belangrijker voor de christen-democraten, en de vermogensbelasting was de prijs die daarvoor betaald moest worden. Ook al riep CD&V daarmee de toorn van haar eigen ACV-vleugel over zich af.

Maar stilletjes aan wordt de regering ingehaald door de actualiteit. Er was de zaak Luxleaks, er was Marc Coucke die geen cent meerwaardebelasting betaalt op de verkoop van zijn bedrijf en er was bovenal een manifestatie van 120.000 betogers. Op 15 december volgt dan nog een nationale staking. En alweer een voorspelling: zonder toezeggingen van werkgevers en regering begint vanaf januari het sociale oproer weer van voren af aan. Tot iemand buigt.

De achterban mort

Het is maar de vraag of de regeringspartijen zich een langdurig verzet tegen een vermogenswinstbelasting kunnen blijven permitteren. Te beginnen met de MR van premier Charles Michel. Bij de Franstalige liberalen maakte Jamar al duidelijk dat niet iedereen op dezelfde lijn zit. Zij hebben het nóg moeilijker dan hun Vlaamse tegenvoeters: zij vertegenwoordigen slechts een minderheid van hun taalgroep in het parlement, bovendien tegen de linkse grondstroom in.

Zelfs voor de N-VA – dat in deze de harde lijn hanteert - ligt de kwestie moeilijk. Op 25 mei haalde de partij van Bart De Wever veel van zijn stemmen bij middenklassers, wiens rechtvaardigheidsgevoel geraakt is, en die óók gevoelig zijn voor het verhaal dat zij – en zij alleen – de crisis betalen. Vandaar de opening van Overtveldt: een rijkentaks kan, zolang de opbrengst maar voor jobcreatie wordt gebruikt.

Open VLD ten slotte is op dit ogenblik een zo mogelijk nog overtuigder tegenstander van een vermogenswinstbelasting dan N-VA. Het waren trouwens de liberalen die in de vorige legislatuur elk voorstel in die zin afblokten. Wat ze toen niet goedkeurden, zullen ze in een regering zonder de PS evenmin goedkeuren, hoor je daar wel eens.

En toch. De liberalen tellen net zo goed loontrekkende middenklassers onder hun kiezers. Strategisch kun je je afvragen of de partij veel baat heeft bij een opstelling rechts van N-VA, waar voor Open VLD electoraal maar heel weing te rapen is. Bovendien is de paarse strekking in de partij, met een wat linksere reflex, nog altijd niet dood.

Geven en nemen

Eén uitspraak deze week van een topliberaal in de wandelgangen was dan ook veelzeggend. Daar klonk allerminst een nee tegen die rijkentaks. Wel een: “niet nu en niet geïsoleerd”. “Niet nu”, dat betekent: misschien in de tweede helft van de legislatuur, als de economische groei (in het beste geval) weer wat aanwakkert. En “niet geïsoleerd”, dat betekent: CD&V zal een prijs moeten betalen.

Dat betekent dat er de komende dagen en weken een politieke koehandel op gang komt. Volgens sommige berichten viseren de “rechtse partijen” in de coalitie een taboe van de “linkse partijen”. CD&V en MR blokten tijdens de onderhandelingen de pogingen af om de werkloosheidsuitkeringen in de tijd te beperken. Dat zouden N-VA en Open VLD nu weer op tafel kunnen leggen. Het cruciale moment daarin wordt de begrotingscontrole van februari.

CD&V heeft daarbij niet alleen maar nadelen, maar ook wat ijzers in het vuur, behalve de overtuiging dat ze gesteund is door de publieke opinie. N-VA-vicepremier Jan Jambon is in volle onderhandelingen met de politiebonden over een soepeler pensioenregeling – en de verwachting is niet dat hij dat binnen de grenzen van het regeerakkoord kan afhandelen. Hij zal net zo goed een afwijking daarop nodig hebben als CD&V voor haar vermogenswinstbelasting.

Er zijn bovendien scenario’s denkbaar waarin men aan een aantal verzuchtingen van de tegenstanders tegemoet komt, en die de kans geeft om gezichtsverlies te vermijden. Als Open VLD wil wachten zou men ook een tijdspad voor een latere vermogenswinstbelasting kunnen uittekenen, eventueel met het criterium dat wie zijn geld opnieuw investeert, vrijgesteld wordt van een meerwaardebelasting. Bijvoorbeeld.

Waardige bocht

De vermogenswinstbelasting is een stuk realistischer dan tot voor kort het geval leek. Vandaar de voorspelling: de meerderheidspartijen hebben wat tijd nodig om een waardige bocht te lopen, maar die vermogenswinstbelasting komt er, al is het niet duidelijk in welke vorm en met welke impact.

Ze kàn er in elk geval komen. Ook al is dit maar een voorspelling. Naar het bon mot van Mark Twain: prophesy is a good line of business, but it is full of risks. Voorspellen is moeilijk, zeker als het over de toekomst gaat.

(De auteur is eindredacteur bij deredactie.be)

Meest gelezen