Niets doen of iets doen in Irak? - Jens Franssen

Na de snelle blitzkrieg in noord en centraal-Irak van de soennitische extremisten van ISIS (islamitische Staat in Irak en Syrië) bekijkt het Westen hoe het nu verder moet in Irak. Uit de crisis in buurland Syrië vallen enkele lessen te trekken voor Irak. Een eerste is alvast dat militaire interventies er alleen komen, als die een minimale kans op slagen hebben. Of dat helemaal niets doen alles nog véél erger maakt. Voor ons dan, weliswaar.
analyse
Analyse

Niets doen? (1)

De recente geschiedenis van Irak leert dat het land, na de omstreden invasie door Amerika nooit meer echt stabiel is geweest.

Een eerste optie is niets doen. President Obama is (her)verkozen met een programma waarin hij beloofde om de lange oorlog in Irak te beëindigen. Bovendien stemde het Iraakse parlement zelf om de buitenlandse troepen te laten vertrekken.

Washington heeft het bovendien een beetje gehad met militaire interventies in het Midden-Oosten. Ze zijn duur en complex, en Washington krijgt nadien het verwijt de zaken fout aan te pakken.

Verder heeft Amerika intussen andere economische katten te geselen en is het dankzij schaliegas goed op weg om zelf een netto-exporteur van energie te worden. De afhankelijkheid van olie uit het Midden-Oosten is dus kleiner dan ooit. Door nieuw aangeboorde gasreserves in eigen land, is ook de pijngrens voor dure olie een stuk hoger komen te liggen.

Niets doen? (2)

Buurland Syrië leert dat miljoenen vluchtelingen en meer dan 160.000 doden niet automatisch leiden naar militaire of humanitaire interventie.

Irak is geostrategisch bovendien in hetzelfde bedje ziek als Syrië: sektarisch verdeeld en radicaal, buurlanden met geostrategisch tegengestelde belangen en een zwak of verzwakt centraal bestuur. Een wespennest waarin het Westen allesbehalve zin heeft om zijn hand in te steken.

Nadeel van deze optie is dat de kanker van ISIS op termijn verder kan uitzaaien en mogelijk ook Jordanië kan aantasten. Ook Israël en Turkije zien met lede ogen aan hoe het legertje extremistische strijders aan hun grenzen elke dag sterker wordt.

De aanslag in Brussel tegen het Joods Museum leert ons dat de crisis in Syrië en Irak de veiligheid in onze eigen steden aan het aantasten is. Europese veiligheidsdiensten hebben nu al de handen vol met het verijdelen van aanslagen door Syriëstrijders. Een gestabiliseerd(er) Midden-Oosten neemt een deel van de voedingsbodem voor radicaliserende jongeren van bij ons weg.

ISIS shockeert met wreedheid

Veel hangt vanzelfsprekend af van wat de inschatting is over wat ISIS gaat doen in Syrië en Irak. De vreugdetaferelen die de voorbije dagen online werden gepost, doen vermoeden dat de strijders van ISIS in hun stoutste dromen deze blitzkrieg hadden verwacht.
Toch is de kans erg klein dat de kleine groep goed getrainde rebellen zal kunnen doorsteken naar de hoofdstad Bagdad. Terrein veroveren is één, een gebied blijvend controleren, zelfs met een schrikbewind, is twee.

Met zijn provocerende, brutale en schokkende propaganda over de executies van sjiitische moslims, daagt ISIS een vijand uit die toch enkele maatjes groter is. Vraag is maar wie ISIS hiermee een dienst bewijst. De gematigde soennieten in Irak en Syrië in elk geval niet. Bagdad kolkt intussen van gemotiveerde sjiitische milities die weten dat de strijd tegen ISIS een zero-sum-game is. Wie verliest, sterft.

Iets ten zuiden van Bagdad zijn er twee bijzonder belangrijke sjiitische heiligdommen in Najaf en Kerballa. Mochten die effectief bedreigd worden dan is de kans niet ondenkbaar dat vrijwilligers uit Iran toestromen om de twee sjiitische heiligdommen tegen elke prijs te beschermen.
 

ISIS heeft niets te bieden

Net als in Syrië 3 jaar geleden bleek ook het Iraakse leger ingedommeld en helemaal niet voorbereid op deze blitzkrieg van de rebellen van ISIS. Maar net als in Syrië beschikt ook het Iraakse leger over meer, betere en effectievere wapens. Zo beschikt het over een operationele luchtmacht met vliegtuigen en helikopters. ISIS gaat in deze nu een gevecht in open terrein aan dat het op termijn niet kan winnen (maar dat het evengoed lang kan volhouden).

Op lange termijn heeft ISIS echter geen wervend project. Het speelt in op diepe frustraties van de soennieten in dat deel van de regio, maar stoot evenzeer af door zijn radicale, onmenselijke aanpak, onder meer tegenover vrouwen en andere religieuze en etnische minderheden.

Wel iets doen?

Grote vraag is wat het Westen kan doen? Moet zo'n interventie gebeuren met steun van de Veiligheidsraad? En welke positie zullen Rusland en China innemen? Beide landen hebben in het verleden elk voorstel over Syrië consequent tegengehouden.

Een operatie met soldaten op het terrein is in elk geval uitgesloten, aldus president Obama. Opties die overblijven is bijvoorbeeld een luchtcampagne. De VS zouden zo de rebellen kunnen verzwakken en zeker het grotere militaire materieel uitschakelen. Het grote militaire voordeel is dan dat het Iraakse leger sneller kan beginnen met het eventueel heroveren van gebied op ISIS.

Mogelijk kan verdere uitrusting en opleiding van het Iraakse leger, door een internationale troepenmacht, worden bekeken. Al is de kans groot dat landen niet zullen staan springen voor zo'n risicovolle en ondankbare opdracht.

Tussenbeide komen in Irak is hoe dan ook duur en lost de fundamentele crisis van de regio niet op, namelijk de ontbinding van het Arabische nationalisme dat gepaard gaat met een opleving van sektarisch geweld.

Kortzichtigheid troef

Net zo min als in Syrië staat in Irak vandaag helaas geen nieuwe generatie van leiders klaar die het sektarisme kunnen overstijgen, of er op zijn minst in kunnen slagen om stabiliteit en relatieve veiligheid te brengen. In Irak is het inzetten op huidig informateur-premier Maliki een verloren zaak. In Syrië stond de president wel garant voor ijzeren stabiliteit, maar zijn regime staat intussen kniehoog in het bloed.

De regio heeft met Turkije, Israël, Iran en een paar Golfstaten wel een paar sterke spelers in huis. Op termijn hebben die allemaal een strategisch belang bij rust in Syrië en Irak. De integratie van Iran in de internationale fora via een akkoord over zijn omstreden atoomprogramma kan een eerste stap in de goede richting zijn.

Maar voorlopig haalt het religieuze en eng geopolitieke kortetermijndenken het nog steeds op het strategische langetermijnbelang in de regio.


(Jens Franssen is buitenlandjournalist en volgt het Midden-Oosten en Noord-Afrika.)
 

Meest gelezen