Justitie schrapt het paard - Philip Heymans

Ze was lang aangekondigd, en om middernacht is ze van kracht geworden: de hervorming van ons gerechtelijk landschap. Waar België vroeger 27 gerechtelijke arrondissementen telde – gebaseerd op de afstand die een paard ten tijde van Napoleon op één dag kon afleggen – zijn dat er sinds vandaag nog maar 12. Grotere eenheden dus, wat voor meer mobiliteit en meer specialisatie zou moeten zorgen.
analyse
Analyse

In principe is er voortaan één rechtbank van eerste aanleg en één parket per provincie. Maar uiteraard zijn er uitzonderingen. In Vlaams-Brabant blijven, door de zesde staatshervorming, de arrondissementen Brussel (-Halle-Vilvoorde) en Leuven naast elkaar bestaan. In Eupen komt er een apart Duitstalig arrondissement, dat dus losstaat van het arrondissement Luik. En Henegouwen, de provincie van premier Di Rupo, vormt weliswaar één arrondissement, maar met twee parketten daarbinnen. Omdat het nu eenmaal zo’n grote provincie is, en omdat het parket anders een even groot territorium zou krijgen als het parket-generaal, de instantie die erboven staat. De Raad van State snapte die redenering over Henegouwen niet, maar daar is verder geen rekening mee gehouden.

Maar terug naar het uitgangspunt: provinciale rechtbanken en parketten. Om een voorbeeld te nemen: in Limburg vormden de vroegere rechtbanken en parketten van Hasselt en Tongeren vanaf vandaag telkens één geheel. Maar dat betekent niet dat alle magistraten naar één van die steden verhuizen. Want de rechtbank van Limburg krijgt een afdeling-Hasselt en een afdeling-Tongeren. Voorlopig blijven alle rechters en substituut-procureurs dus waar ze zaten. En wie een zaak wil aanspannen, stapt gewoon naar het zelfde adres als voorheen: de dichtstbijzijnde rechtbank.

Specialisatie

Op termijn moet dat wel veranderen. De bedoeling van de hervorming is immers dat de provinciale rechtbankvoorzitters en procureurs hun personeel flexibeler kunnen inzetten. Als er mensen te kort zijn in Dendermonde, dan zouden die voortaan vanuit Gent of Oudenaarde kunnen worden overgeplaatst. Omgekeerd moet dat meer specialisatie mogelijk maken. Zaten er vroeger drie specialisten cybercriminaliteit in respectievelijk Antwerpen, Mechelen en Turnhout, dan kunnen die vanaf nu beter samenwerken. Of afgeslankt worden tot 2 specialisten voor de hele provincie. Zo moeten er meer specialisaties kunnen komen. Bij het parket kon dat trouwens al, voor rechtbanken is het pas vanaf vandaag mogelijk.

Dat kan ertoe leiden dat sommige burgers zich in de toekomst verder zullen moeten verplaatsen. Stel dat de rechtbankvoorzitter van West-Vlaanderen beslist dat alle milieumisdrijven voortaan door een gespecialiseerde rechter in Kortrijk moeten worden behandeld, dan zullen sluikstorters die aan de kust wonen, zich voortaan naar het zuiden van de provincie moeten verplaatsen. Voor meer algemene takken van het recht zou men wel nog in elke afdeling terecht kunnen.

Tot zover de theorie. Hoe ver elk arrondissement die in de praktijk zal toepassen, hangt af van de nieuwe korpschefs: de rechtbankvoorzitters en procureurs. De kandidaten voor die functies hebben allemaal een beleidsplan moeten indienen, op basis waarvan de Hoge Raad voor justitie de besten zal selecteren. Maar uit een audit blijkt alvast dat de Hoge Raad niet erg onder de indruk was van het niveau van die plannen – tenminste wat de rechtbankvoorzitters betreft. Het is dus nog afwachten in hoeverre elke voorzitter en procureur de specialisatie en hervorming zal doorvoeren, en op welke termijn.

Ten slotte worden de parketten en rechtbanken nu ook verantwoordelijk voor hun eigen budgetten. Niet rechtstreeks weliswaar, er komen twee tussenniveaus: het College van de Zetel en het College van het Openbaar Ministerie, die de budgetten van de rechtbanken, respectievelijk de parketten zullen beheren. Dat moet de magistraten zelf verantwoordelijk maken voor hun centen, wat spilzucht zou moeten tegengaan. Al is de vraag daar wat er zal gebeuren als er tijdens een bepaald jaar veel gerechtsdeskundigen (tolken, forensisch wetenschappers, dokters, …) nodig zouden zijn. Zal men dan op het einde van het jaar geen onderzoek meer voeren? Of wordt er toch nog geld toegeschoten door de overheid?
 

(De auteur is VRT-journalist gespecialiseerd in justitie.)

Meest gelezen