Opsluiten is (bij ons) de boodschap - Philip Heymans

"In Finland zou dit een zwaarbeveiligde gevangenis voor de moeilijkste criminelen zijn." Een quote van Peter Kaleva, die het voorbije weekend mee proefdraaide in de gevangenis van Beveren. Voor de duidelijkheid: Kaleva zat daar in vleugel D, de afdeling met het meest open regime van de modernste gevangenis van het land.
analyse
Analyse

Gedetineerden mogen er de hele dag gaan werken, en een paar keer per dag zijn er "open momenten", waarin ze bij elkaar op bezoek mogen, of in de hal kunnen pingpongen of biljarten. Dat is voor ons land inderdaad een open regime: in veel gevangenissen (en in vleugel B van Beveren) zitten gedetineerden meer dan 20 uur per dag in hun cel van een paar vierkante meter groot. Eventueel zelfs met 2 of met 3, naargelang van de overbevolking.

Opsluiten op een paar vierkante meter

De buitenlandse gevangenismensen die dit weekend in Beveren meedraaiden, waren het unaniem eens: hoe kun je betere mensen van gedetineerden maken, als je ze bijna de hele dag in hun eentje achter een stalen deur stopt? Laat staan, als je ze met twee of drie op een paar vierkante meter vastzet? "In Schotland zetten we net heel erg in op sociale contacten en interactie. Samen eten is een verplichting", zei een Schotse directeur. "Dat is goed voor de gevangene, en dus ook voor de maatschappij als geheel." Alle buitenlandse gasten werkten volgens dat principe. En dus waren ze erg verbaasd dat er in België helemaal anders te werk wordt gegaan.

Het Scandinavische voorbeeld

Noorwegen is een van de koplopers binnen het gevangeniswezen. "Ik sta zelf aan het hoofd van een gevangenis met 16 gedetineerden, en dat is zeker geen uitzondering. Er bestaan grotere instellingen, maar ook daar zitten er minder dan 20 mensen per vleugel", zei een Noorse directeur. Allemaal om de interactie te bevorderen, niet alleen tussen de gevangenen onderling, maar ook tussen gedetineerden en het personeel. De cipiers zijn er trouwens niet alleen bewakers, ze staan ook in voor de psychosociale begeleiding, en helpen de gevangenen om naar de maatschappij terug te keren. Taken die bij ons versnipperd zijn over verschillende diensten (zelfs over verschillende overheden). Het Noorse systeem blijft zo niet alleen betaalbaar, het zorgt ook voor een betere opvolging. Bij ons zien de gedetineerden maar af en toe iemand van de psychosociale dienst, en op die momenten doen ze hun uiterste best om een goede indruk te maken. De begeleiders krijgen zo een onvollediger beeld dan de Noorse cipiers.

En dat Scandinavische systeem lijkt te werken. Noorwegen heeft een relatief klein aantal mensen in de gevangenis zitten, en velen blijven na één opsluiting op het rechte pad. Een vergelijking met ons land is helaas niet mogelijk: in België worden geen recidivecijfers bijgehouden.

Lof voor Prison Cloud

Er was voor alle duidelijkheid niet alleen kritiek te horen bij de buitenlandse gasten: het informaticasysteem Prison Cloud kreeg erg veel lof. Prison Cloud is een computerprogramma dat in alle Beverse cellen beschikbaar is, en waarmee gevangenen films kunnen bekijken, eten en drinken kunnen bestellen of naar huis bellen. Uiteraard zijn er beperkingen in de sites die ze kunnen bezoeken of de telefoonnummers waarnaar ze kunnen telefoneren. Indrukwekkend, vonden de buitenlandse gevangenismensen. Alleen jammer dat het systeem voorlopig enkel in Beveren en Marche-en-Famenne beschikbaar is.

Gebrek aan interactie en warm water

Ook de binnenlandse proefpersonen hebben dingen bijgeleerd. Over het gebrek aan interactie, bijvoorbeeld. Van de vier mensen die we volgden, hebben er twee een groot deel van de tijd in hun cel gezeten. Het verschil met de twee mensen die wel konden gaan werken, was duidelijk. Ze voelden zich veel slechter, en aan de stapel boeken in hun cel waren ze amper toegekomen - door de stress die de opsluiting veroorzaakte.

Het was dan ook misschien niet verwonderlijk dat er zaterdagavond twee spontane protestmomenten waren, die niet in het scenario waren voorzien. Telkens kwamen enkele gedetineerden in opstand, omdat ze veel langer dan voorzien op de binnenkoer moesten blijven, in koude temperaturen, en zonder enige uitleg waarom het zo lang duurde. Dat "brave burgers", die perfect wisten dat ze in een proefopstelling meedraaiden, en die wisten wanneer er een einde aan hun opsluiting zou komen, al na 24 uur onrustig worden, is tekenend. En het kan doen nadenken over wat zo'n systeem doet met mensen zonder enige zekerheid over de duur van hun opsluiting.

Daarnaast waren er kleine dingen. De grote baas van het gevangeniswezen ontdekte plots dat hij zich niet kon scheren in zijn cel: geen warm water, en geen stop om de wastafel mee af te sluiten. Frieten die oneetbaar worden omdat ze een halfuur onderweg zijn vanuit de keuken. Problemen met de elektronische sleutels. Het valt allemaal op te lossen, daar dient zo'n proefweekend tenslotte voor. En net daarom is het misschien ook een beetje bizar dat het nog nooit eerder is gebeurd.
 

Veel geleerd, maar wat nu?

Conclusie? Het experiment van dit weekend heeft ons niet alleen iets geleerd over de technische tekortkomingen in de gevangenis van Beveren. Het heeft actoren uit verschillende hoeken (een rechter, een onderzoeksrechter, een substituut, een advocate, de grote baas van de gevangenissen) ook veel geleerd over ons gevangenissysteem als geheel. Nu afwachten wat ze daarmee gaan doen.

 

(Philip Heymans is gerechtelijk verslaggever bij VRT Nieuws.)

Meest gelezen