Dagen zonder seks - Van Dievel Consulting

Louis van Dievel kijkt als marketeer, "verkoper van gebakken lucht", met een guitige blik naar de kleine en grote actualiteit van de week. Twee keer raden wie deze week hulp nodig had.

'Hebt u allemaal een sluitend alibi? Bent u zogezegd in verre exotische oorden met vakantie? En enkel per tamtam of rooksignalen bereikbaar?' Ik keek mijn gasten vragend aan. Ze knikten een voor een ijverig van ja.

Vertedering bekroop mij. Het was een goede groep, er viel misschien iets van te maken. 'Goed,' zei ik, 'dan gaan we aan de slag.' Mild gemonkel was mijn deel ...

Kip met appelmoes

Rewind naar vorig weekend, naar zondagmiddag om precies te zijn. Wij van Van Dievel Consulting zaten aan de dis toen de rode telefoon ging. Dat kon alleen de N-VA zijn!

'Gargl gargl,' zei een bekend klinkende stem in de hoorn. Ik had net een hap appelmoes met kip en friet in de mond en ik kon dus niet meteen antwoorden.

'Vrotsj, kronsj, drosjna,hoeba, haka haka!' drong de stem aan.
Ik spoelde de nog niet geheel vermalen hap voedsel door met een flinke slok Chateau Migraine en verzocht Bart De Wever mij de reden voor zijn onverwachte en onduidelijke geformuleerde oproep te verklaren.

Maar dat bleek nu net het probleem. De voorzitter van de N-VA was dusdanig gestresseerd, uitgebrand, overwerkt en oververmoeid dat hij geen verstandig (of onverstandig) woord in gangbaar Nederlands meer kon uitbrengen, laat staan dat hij zich nog in Latijnse volzinnen verstaanbaar kon maken.

Geduldig aanhoorden wij de vreemde klanken die de Grote Leider met wanhoop in de stem uitstootte en waaruit wij konden afleiden dat niet alleen hij knock-out tegen het canvas lag, geveld door overmoed, te hoge betrachtingen, gefnuikte idealen en een onaangename kennismaking met de de kleine kantjes der mensheid, ook bij zijn partijgenoten.

Droezj moezj

De metaalmoeheid bleek - van hoog tot laag - de halve N-VA te hebben aangetast. Ook al poogden onder meer Liesbeth Homans, Theo Francken, Siegfried Bracke en Zuhal Demir hun ziekte te maskeren middels het produceren van een spervuur aan wanen, dwanggedachten, nachtmerries, halve en hele leugens, verdachtmakingen, beschuldigingen, whishful thinking, bashing, framing en verwarde tweets. Wat de schade voor de partij dus nog vergrootte, iets wat Bart De Wever maar al te goed had begrepen.
'Droezj, moezj,' sprak hij.
Wat ik alleen maar kon beamen. Een paardenmiddel drong zich op.

'Vrienden,' sprak ik tot mijn medewerkers Dinska Bronska en Brabançonne Dobermann, 'wij hebben precies zeven dagen - de week van het Krokusverlof - om de N-VA weer boven Jan te helpen. Trek uw witte doktersjas aan, hang uw stethoscoop om, dat maakt altijd een goede indruk. En luister naar mijn instructies.'

Deerniswekkend

En daar stonden ze dus met zijn zevenen - De Wever, Homans, Weyts, De Roover, Demir, Bracke en Francken - deerniswekkend te wezen. Ik zag uitgebluste blikken en hangende schouders, ik bespeurde zenuwtics en onbedwingbare spasmen, ik stelde haaruitval en lijfgeur vast, overdreven slijmvorming en lichte incontinentie.

Ik observeerde hoe de zeven met trillende handen vergeefs zochten naar de smartphones en laptops en iPads die wij hun bij het betreden van onze modeste villa hadden afgenomen, niet zonder protest en niet zonder lijfonderzoek, overigens. Waar was de kracht van de verandering henen? Waar waren de helfies gebleven?

Denk aan niets

'Dames en heren,' sprak ik hen toe, 'volg mij naar uw tijdelijke vertrekken.'
Sjokkend en met slepende voeten volgden zij mij de trap op naar de zolder van onze modeste villa.
'Dáár', wees ik, 'staan uw eenvoudige britsen. Neem plaats, strek u uit, en denk aan niets. Ik herhaal: aan niets. Niet aan klein giftig afval, niet aan Hendrik Vuye, niet aan uw coalitiepartners, niet aan Unia, niet aan analfabete asielzoekers, niet aan klagende allochtonen, niet aan intercommunales of hun afgeleiden, niet aan het falende openbaar vervoer of aan gestolen fietsen, niet aan de Oosterweelverbinding of de schone stad Gent, niet aan de vrije meningsuiting, niet aan uw verloning, niet aan Sara Smeyers, Annick De Ridder of Elke Sleurs, niet aan de armoede in Vlaanderen, gewoon nergens aan. Probeer dit tien minuten vol te houden.'

Het gekreun, gesteun en gekerm dat al na dertig seconden van de eenvoudige britsen opsteeg, bewees hoe erg onze patiënten "het zitten hadden", zoals men dat populair pleegt uit te drukken.

Na twee minuten probeerde Theo Francken de zolder te ontvluchten met als enig doel - zo verklaarde hij achteraf, toen hij zijn dwangbuis omgegord kreeg - op straat een passant te overmeesteren, diens smartphone afhandig te maken, teneinde enige tweets over terug te sturen criminele vluchtelingen af te kunnen vuren.

Na drie minuten begon Siegfried Bracke ondanks zichzelf vol overtuiging De Internationale te zingen.

Na vijf minuten begon Liesbeth Homans in plat Antwerps de lof van de multiculturaliteit te zingen en Zuhal Demir van haar kant de lof van de Turkse president Erdogan, en na zeven minuten smeekte Bart De Wever om hem uit zijn lijden te verlossen, evenwel zonder dit verlangen te specificeren.

Om redenen van privacy zullen we niet vermelden dat Ben Weyts en Peter De Roover in elkaars armen de slaap der onschuldigen lagen te slapen. Bij hen sloeg de therapie van VDC wel degelijk aan. Wat misschien mede te verklaren was door de industriële hoeveelheden kalmeermiddelen die wij hen baxtergewijs hadden toegediend.

Hij lachte vriendelijk

In de dagen die volgden zagen wij onze patiënten zienderogen aansterken, al bleven wij van VDC op onze hoede voor veinzerij, komedie en herval. Niets menselijks is ons vreemd. Maar de vooruitgang was onmiskenbaar.

Aan het eind van de week waagden wij het zelfs om in groep de straat op te gaan en een glas te gaan drinken in café 't Centrum in Heide, tevens supporterslokaal van veldrijder Kevin Pauwels. De tooghangers die VDC had ingehuurd om onze patiënten - bij wijze van test - lastig te vallen over de communautaire stilstand, de Vlaamse onafhankelijkheid, de besparingen in de sociale zekerheid, de "vreemden" en het onverdoofd slachten, kwamen van een kale reis terug.

Alle aangesprokenen bleven zen, monter en onverstoorbaar.
'Bart De Wever lachte vriendelijk naar mij, kunt ge dat geloven?!' verklapte Lowieke Janssens - gepatenteerde zageman met een kwaaie dronk - mij een dag later geschokt, 'hij vroeg zelfs of ik iets van hem wilde drinken.'

Blije gezichten

'Vrienden,' sprak ik de zeven N-VA'ers bij het afscheid toe, 'ge zijt niet altijd even content geweest over de paardenremedies die VDC u heeft toegediend, maar ik denk dat ge nu wel content zijt over het resultaat. Ik zie niets dan blije gezichten, ik zie lijven vol energie, hoofden vol nieuwe ideeën, ik zie dromen die popelen om werkelijkheid te worden. Volgens mij kunt ge weer tegen het harde politieke leven, tenminste toch tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.'

Er werd instemmend en enthousiast geknikt, misschien iets minder door Siegfried Bracke maar dat kan een gedacht geweest zijn. 'Wat hebt ge nu het meest gemist?' wilde ik weten, 'uw smartphone, uw politieke vijanden, uw bijverdiensten, of uw familie?'
'Seks', zei Ben Weyts plompverloren.
Hij was de enige.

Meest gelezen