Waar blijft ons economisch patriottisme? - Michel Maus

Professor Fiscaal Recht Michel Maus (VUB) staat naar aanleiding van het ING-debacle stil bij de gevolgen van de uitverkoop van Belgische bedrijven aan multinationals. Hij vraagt zich af of we onze economie zo niet te kwetsbaar hebben gemaakt.
Jasper Jacobs

Het was weerom slikken bij het horen van de nieuwsbulletins vandaag. De Nederlandse bankgroep ING kondigde immers aan dat er maar liefst 3.500 voltijdse jobs in België zullen verdwijnen, gespreid, tegen 2021. Bovendien wordt het netwerk van kantoren teruggebracht van 1.245 kantoren tot 650 kantoren.

Dit nieuws betekent dat bij ING België 4 op de 10 jobs zullen verdwijnen. Ondertussen heeft de bank de procedure voor collectief ontslag opgestart met als doel maar liefst 1.700 mensen te kunnen ontslaan.

En de reden? Wel het gaat volgens ING om een puur strategische herstructurering ten gevolge van het digitaal bankieren, de lage rente en nieuwe banktechnieken. Dit doet zeer.

En als zoon van een ING'er die de opmars van de bank van BBL naar ING van zeer nabij heeft meegemaakt, kan ik enkel maar meeleven met de mensen die in dit sociaal bloedbad zijn betrokken.

En jammer genoeg is ING geen alleenstaand geval meer. De warme nazomer heeft immers voor heel wat sociale koelte gezorgd.

Geen uitzondering

Behalve bij ING zijn er ook bij de Amerikaanse groep Caterpillar reeds 2.200 jobs gesneuveld. Caterpillar sluit om kostenbesparende redenen haar site in Gosselies en de activiteit verhuist naar Grenoble, in Frankrijk.

En ook in de bank- en verzekeringssector zijn er de afgelopen weken reeds meer dan 1.000 jobs verdwenen. AXA België wil naar eigen zeggen anticiperen op de toekomst en schrapt daarvoor 650 jobs in België. En ook verzekeraar P&V wil saneren om de kostenstructuur op een concurrentieel niveau te brengen en schrapt 300 jobs.

En laat ons voor de duidelijkheid ook nog de 129 werknemers van Optima Bank niet vergeten die ook hun job hebben verloren, hoewel hun ontslag natuurlijk andere redenen had dan kostenbesparing.

De teller van de globale jobcreatie mag dan wel volgens de regering nog steeds op positief staan, maar wie om redenen van kostenbesparing aan de kant wordt geschoven heeft daar natuurlijk weinig boodschap aan.

Waarom België?

En ja, we moeten misschien niet naïef zijn en beseffen dat the rise of the robots ook zijn gevolgen zal hebben voor de bank- en verzekeringssector, maar we kunnen er echter niet omheen dat binnen de bankgroep ING, Caterpillar en AXA het precies de Belgische werknemers zijn die het zwaarst worden getroffen door de herstructurering. En dat wil natuurlijk wel iets zeggen en is een teken aan de wand.

En deze vaststelling wordt nog pijnlijker als duidelijk wordt dat ING en AXA op de kap van het personeel kosten willen besparen maar er wel in geslaagd zijn om de laatste 10 jaar respectievelijk 7,2 miljard euro en 2,6 miljard euro aan de Nederlandse en Franse moeder uit te keren.

En voor wat betreft Caterpillar kunnen we ook enkel maar constateren dat het toekennen van 61 miljoen euro aan notionele-intrestaftrek het bedrijf er niet van heeft weerhouden om in België 2.200 mensen op straat te zetten.

Het zijn net deze punten die de recente saneringsoperaties zo economisch en sociaal wansmakelijk maken. De Belgische werknemers lijken te zijn verworden tot een mincijfer in een budgettaire operatie en dit ondanks hun winstgevende inspanningen en ondanks de zware fiscale en financiële ondersteuning van de overheid.

En dat hun ontslag dan ook nog eens door onze sociale zekerheid zal moeten worden opgevangen, is misschien nog de meest pijnlijke vaststelling die we moeten maken.

Sociale stank voor economische en fiscale dank heet dat. Uiteraard moeten we ons als maatschappij daartegen verzetten, maar tezelfdertijd moeten we ook beseffen dat we met de uitverkoop aan het buitenland van enkele van onze economische kroonjuwelen in de bank-, energie- en sinds vorige week ook de luchtvaartsector, meteen ook ons economisch patriottisme te grabbel hebben gegooid. 

Indien daarna internationale saneringsoperaties vanuit buitenlandse hoofdkwartieren worden gestuurd, moeten we beseffen dat er geen chauvinistische argumenten meer in het Belgisch voordeel kunnen spelen.

Indien politici en economische bewindvoerders dus in de nabije toekomst opnieuw de polonaise dansen omdat er weer een of andere multinational een beloftevol Belgisch bedrijf heeft overgenomen, of in ruil voor heel wat fiscale en financiële ondersteuning de weg naar België heeft gevonden, moeten we misschien toch eens twee keer beginnen na te denken.

Maken we onze economie en onze werkgelegenheid hiermee dan niet bijzonder kwetsbaar, zoals de huidige sociale debacles jammer genoeg pijnlijk aantonen?

Is het geen tijd om het beleid te wijzigen en volop in te zetten op de ondersteuning van onze eigen Belgische bedrijven, die wel nog respect hebben voor de lokale sociale en maatschappelijke verankering?

Op dat vlak is het afketsen van de Chinese inmenging in Eandis een eerste stap in de goede richting. We mogen best wel meer in ons eigen economisch kunnen geloven. Onze maatschappij zal er wel bij varen.

Meest gelezen