"De eurozone staat voor een systeemcrisis"

De financiële neergang van landen als Ierland, Portugal en Griekenland hebben heel wat problemen binnen de eurozone blootgelegd. Strengere regels dringen zich op. Nu bovendien grote economiëen als Spanje en Frankrijk steeds meer in het vizier van de financiële markten beginnen te komen, is de eurozone in een kritieke fase terechtgekomen.

José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, wondt er vanmorgen dan ook geen doekjes om in het Europees Parlement, waar over de eurocrisis werd gedebatteerd. "De eurozone staat nu voor een echte systeemcrisis, die nog meer inspanningen van iedereen vraagt", zei Barroso. "Het kan zijn dat er nog belangrijke maatregelen nodig zijn."

De eurozone moet op lange termijn beter bestuurd worden, daar zijn velen het over eens. Volgens Barroso is er meer integratie en discipline nodig in de eurozone. "Anders kan een gemeenschappelijke munt niet standhouden." Europees "president" Herman Van Rompuy moet daar tegen de volgende Europese top van 9 december voorstellen over doen.

Beter besturen vereist mogelijk ook een aanpassing van het Europees Verdrag. De Duitse bondskanselier Angela Merkel dringt daar het meest op aan. Maar zo'n aanpassing zal alleen maar op lange termijn oplossingen bieden en geen onmiddellijke oplossing voor de huidige crisis, benadrukte Barroso.

Volgens de commissievoorzitter worden er volgende maand wel enkele nieuwe maatregelen van kracht om de begrotingen van de eurolanden en hun economische doelstellingen strenger te bewaken. De Europese Commissie komt volgende week ook met een nieuwe studie naar buiten over de zogenoemde euro-obligaties.

Die euro-obligaties -gedeelde schuld binnen de eurozone- moeten volgens Barroso de financiële stabiliteit en discipline in de eurozone versterken. Duitsland is nog steeds fel gekant tegen dergelijke obligaties, maar volgens Barroso zijn "nieuwe instrumenten nodig om de financiële instabiliteit te bestrijden".

Tijdens het debat in het Europees Parlement haalden enkele Europese leiders uit naar de Britse premier David Cameron. Die klaagt al enkele weken aan dat de 10 landen van de Europese Unie die niet tot de eurozone behoren, te weinig worden betrokken bij de discussies binnen de eurozone. Begin deze week herhaalde hij ook nog eens dat het Europees Verdrag gewijzigd moet worden om zo bevoegdheden opnieuw naar het nationale niveau over te hevelen.

Zonder hem bij naam te noemen, bekritiseerde Van Rompuy Camerons uitspraken door te benadrukken dat de euro "een integraal deel van de EU is" en "geen afwijking". "De landen die niet in de eurozone zitten, vormen de afwijking", voegde hij eraan toe. Het verdrag van Lissabon schrijft namelijk voor dat alle EU-landen die aan de toetredingsvoorwaarden van de eurozone voldoen, effectief lid moeten worden. Het Verenigd Koninkrijk bekwam echter een uitzondering.

Ook Barroso en de fractieleider van de EVP, Joseph Daul, waren kritisch voor Cameron. Daul vroeg zich zelfs luidop af "of het Verenigd Koninkrijk nog wel lid is van de Europese Unie". Barroso en Van Rompuy benadrukten wel dat ook zij geen tweedeling in de EU willen en dat verdere economische integratie tussen de eurolanden de overige 10 EU-lidstaten niet mag benadelen.