Boeren en bomen: "Eén plus één is drie of toch tweeënhalf"

“Die met die grote hoorns die hier ligt, dat is Dorien.” Bioboer Jos De Clerck wijst naar een grote lichtbruine koe, die nieuwsgierig is komen kijken aan het hek, één van zijn 50 Limousinrunderen. “Mijn koeien kalven alleen. Ik had Dorien nog nooit zien kalven. Pas sinds kort weet ik hoe dat komt: het duurt welgeteld een kwartier.”

Een groot contrast met de dikbilkalveren die noodgedwongen via keizersnee op de wereld komen, zegt Jos (foto). Hij is zichtbaar trots op zijn dieren. Eén keer per maand slacht hij, en hij verkoopt het vlees rechtstreeks aan de consument.

Maar sinds een paar jaar heeft De Clerck er nog een andere activiteit bijgenomen. Hij toont een groot weiland, waar hele rijen jonge bomen staan, netjes in het gelid. “Hoogstamfruit, aangevuld met notenbomen en kastanjebomen.” Allemaal met een korf rond de stam, zodat de koeien ze niet aanvreten.

Agroforestry heet dit, de combinatie van akkerbouw of weilanden met boom- of struikgewassen. Een combinatie die veel voordelen biedt, zegt Bert Reubens van ILVO, het Vlaams onderzoeksinstituut voor landbouw en visserij.

“Bomen hebben om te beginnen een landschappelijke waarde, en ze dragen bij aan de biodiversiteit op het platteland. Maar ze zijn ook belangrijk voor de bodemkwaliteit en voor de kwaliteit van lucht en water. En voor boeren is het natuurlijk vooral interessant om aan productdiversificatie te doen: naast je gewas produceer je ook vruchten, noten of kwaliteitshout.”

Klimaat

Maar je moet het ook ruimer zien, denkt Reubens: agroforestry biedt een antwoord op een aantal uitdagingen waar de landbouw voor staat. “Op het vlak van klimaat bijvoorbeeld. Bomen helpen om de klimaatopwarming tegen te gaan. Ze kunnen koolstof opslaan. Bovendien is een klassiek landbouwsysteem is niet erg veerkrachtig om extreme klimaatsomstandigheden op te vangen, agroforestry biedt wat dat betreft meer kansen. De boeren worden de laatste jaren geconfronteerd met extreme prijsschommelingen: door meerdere producten te telen op hetzelfde stuk grond kun je die risico’s meer spreiden.”

De Clerck heeft ook zo zijn eigen redenen om te kiezen voor agroforestry. “Gras of maïs zijn voor koeien, niet voor mensen. Als je een hectare vol teelten voor menselijke consumptie zet, levert die veel meer voedsel op. Dus als ik mijn weiland kan aanvullen met menselijke voeding als fruit of noten – en in de hoogte is er plaats genoeg – dan is dat veel efficiënter.”

Een hoop werk

Maar is agroforestry altijd efficiënter? Vermindert de opbrengst van je basisteelt niet op deze manier? Een beetje wel, geeft Bert Reubens toe. “In de schaduw van een boom groeit er minder. Maar als je de juiste teelten combineert, kun je die verliezen beperken. Die verliezen krijg je ook pas als de boom al flink gegroeid is, bij jonge boompjes valt dat nog goed mee. En je moet uiteindelijk de som maken van beide teelten: je totale productie zou wel eens hoger kunnen liggen.”

Daar hoopt ook De Clerck op: “1+1 is 3 in dit geval. Of toch 2,5.” Veel verdient hij nochtans nog niet aan zijn bomen. “Ik heb er een hoop werk mee gehad, én veel moeten leren. Fruitbomen kende ik, maar bij die notenbomen en kastanjes bleken een heleboel zaken toch anders te werken. Maaien is ook niet zo gemakkelijk: het gras droogt minder snel onder de bomen bijvoorbeeld. En je moet dubbel maaien, in twee richtingen tussen de bomen door.”

Al kan een speciale trekker die tussen de bomen door zwenkt daar wel soelaas bieden. De eerste euro moeten de bomen hem dan ook nog opbrengen. Al hebben ze hem ook niet echt veel gekost, geeft hij toe, dankzij de subsidies die de Vlaamse overheid verleent aan agroforestryprojecten.

Kastanjebrood

Sinds Vlaanderen met die subsidies begonnen is in 2011, is een dertigtal boeren in zo’n project gestapt. Nog niet zo erg veel, al groeit de interesse wel. Op een info-avond bij Jos De Clerck loopt er ook een aantal geïnteresseerden rond: een bioboer-in-opleiding die het perfect vindt aansluiten bij zijn principes bijvoorbeeld, maar ook een groentenkweker uit de Kempen die op zoek is naar een minder intensieve teelt voor een verafgelegen stuk grond: “En gras of grasklaver alleen is zo saai.”

“Ik ben ook wel een beetje een idealist. Een beetje veel,” lacht Jos De Clerck. “Maar het huidige landbouwsysteem is niet houdbaar op termijn. We hebben ontzettend veel diesel nodig om een hectare tarwe te kweken: om te ploegen, te zaaien, te oogsten. Daarom heb ik mijn kastanjebomen geplant. Kastanjes, dat is zetmeel, daar kun je brood mee bakken. En mijn bomen staan daar nu: ik moet alleen maar oogsten. Ik wil mij voorbereiden op de landbouw van de toekomst. En dan moeten we nu bomen planten.”

De hele zomer kijkt het programma "Bonus" naar wat er beweegt in de landbouwsector. "Bonus" is in de zomer elke zaterdag te beluisteren van 7 tot 9 uur of te herbeluisteren via de website van Radio 1.

Meest gelezen