Redding Venetiaanse banken kost 3.900 banen

Gisteren raakte bekend dat de noodlijdende Veneto Banca en Banca Populare di Vicenza gered worden. De grootbank Intesa Sanpaolo zal de goede afdelingen van die twee banken overnemen voor een symbolisch bedrag. De afdelingen met dubieuze leningen zullen worden samengevoegd in een "bad bank" en de Italiaanse regering was bereid om daar onmiddelljk 5 miljard euro en in totaal 17 miljard euro voor uit te trekken voor garanties en ondersteuning.

Daarmee is een nieuwe bankencrisis in Italië vermeden. Vandaag zijn de kantoren van die twee banken gewoon opengegaan en er was geen "run on the banks" zoals gevreesd was.

Toch zijn daarmee niet alle problemen van de baan. Zoals verwacht kondigt overnemer Intesa Sanpaolo nu een grote herstructurering aan van de twee geredde banken.

Zo zullen 600 van de 960 kantoren van de twee overgenomen banken gesloten worden. Aan 3.900 van de in totaal 9.960 werknemers wordt een aanbod voor vrijwillig vertrek gedaan.

Dat is een tegenvaller voor de Italiaanse regering. Die verantwoordt de operatie evenwel door te wijzen op het grote belang van die twee banken voor de economie van Veneto, één van de rijkste regio's van Italië. De twee banken steunen daar ongeveer 200.000 bedrijven, het gaat dan vooral om kmo's.