Zelfs als jobstudent verdienen meisjes minder dan jongens

Sinds begin dit jaar geldt een nieuwe regeling rond studentenjobs. Randstad, dat veel studenten te werk stelt via zijn uitzendkantoren, bevroeg 1.000 studenten. Een van de opvallendste bevindingen uit die studie: de loonkloof tussen mannen en vrouwen lijkt al op jonge leeftijd in de maak.

In de zomervakantie gaan bijna 7 op de 10 jongeren aan de slag als jobstudent. Steeds meer studenten werken ook tijdens het schooljaar, tijdens de weekends en 's avonds. Per jaar steekt een jongen 2.166 euro op zak, meisjes 1.902 euro. Gemiddeld 11,1 euro per uur ten opzichte van 10 euro per uur, een verschil van 12 procent. De loonkloof is dus al op jonge leeftijd in de maak.

Volgens Jan Denys van Randstad is er geen sprake van discriminatie. "Jongens en meisjes krijgen voor hetzelfde werk hetzelfde geld. Beter onderhandelen speelt ook niet mee: over een loon in een studentenjob wordt zelden onderhandeld", zegt hij in Het Nieuwsblad. Blijkbaar ligt het aan de keuze van jongens en meisjes zelf. "De traditionele rolpatronen lijken toch stevig ingebakken."

Meisjes kiezen sneller voor een baantje als kassierster in een supermarkt of verkoopster in een winkel, "een job met vastere, traditionelere uren, maar de lonen liggen er niet zo hoog". Jongens kiezen meer voor jobs in fabrieken of magazijnen, "daar kan je late shiften werken en dat verdient natuurlijk beter. Meisjes bieden zich nog altijd minder vaak aan voor dat soort werk."

• Studenten werken in eerste instantie om geld te verdienen. Maar liefst 61 procent geeft aan dat ze hun studentenjob totaal niet kiezen in functie van hun studies
• De detailhandel (21 procent), de horeca (19 procent) en de publieke sector en de non-profit (15 procent) doen veruit het meest een beroep op studenten
• Familie (30 procent) is het meest doeltreffende kanaal om een studentenjob te vinden, gevolgd door de uitzendkantoren (17 procent) en de vrienden en de kennissen (16 procent)
• Het aantal studenten dat werkt tijdens het schooljaar is gestegen tot 58 procent, in vergelijking met 54 procent vorig jaar. In 2004, toen Randstad voor de eerste keer een studentenbevraging deed, was dat nog 30 procent.
• Zwartwerk blijft ook sterk afnemen. 13 procent van de studenten geeft aan zonder contract te werken, vorig jaar was dat 18 procent
• 16 procent van de studenten werkt niet. Ze werken niet tegen betaling, doen geen klussen en engageren zich niet als vrijwilliger

Sinds 1 januari van dit jaar wordt niet meer in dagen geteld wat studentenarbeid betreft, maar in uren. Studenten mogen nu 475 uur per jaar werken, langer dan voordien, toen lag de limiet op 50 dagen. Voor die uren gelden verminderde sociale bijdragen. Als ze meer werken, gelden de normale bijdragen.