Belgische CEO verdient 16 keer meer dan goedkoopste werknemer

Een topman in een Belgische bedrijf verdient gemiddeld zestien keer zoveel als de laagste functie binnen het bedrijf. Dat blijkt uit onderzoek door hr-specialist Hudson.

Hudson focuste op bedrijven met meer dan duizend werknemers uit alle mogelijke sectoren. Het jaarlijkse mediane basissalaris van de goedkoopste werknemer bedraagt 31.888 euro. Aangevuld met bonussen en premies komt die werknemer aan 33.736 euro. Inclusief alle variabele vergoedingen wordt dat 38.526 euro.

Voor de CEO bedraagt dat mediane basisloon 425.453 euro (dertien keer zoveel als zijn werknemer). Aangevuld met bonussen en premies komt de CEO aan 665.244 euro (zeventien keer zoveel). Inclusief alle variabele vergoedingen wordt dat 750.313, of zestien keer zoveel als de goedkoopste werknemer.

Die loonspanning - de verhouding van het salaris van de CEO ten opzichte van de laagste functie - is vrij laag in vergelijking met de buurlanden, legt Hudson-manager Wouter Beuckels uit. "In de buurlanden is die loonspanning groter. In Groot-Brittannië ligt de loonspanning makkelijk twee tot drie keer zo hoog, in de VS kan dat zelfs tien keer zo hoog zijn".
Omgekeerd is het verschil tussen de CEO's en de werknemers in de Scandinavische landen dan weer lager dan bij ons.

Lonen stijgen het sterkst in Brussel

Uit de doorlichting blijkt ook dat ons salaris het voorbije jaar 2 procent gestegen is; inclusief variabele vergoedingen bedraagt de stijging zelfs 2,3 procent. Het gaat om de grootste stijging in jaren.

De hr-specialist spreekt van een kentering. "Na jaren van steeds kleinere salarisgroei, zien we nu voor het eerst sinds de periode 2011-2012 ruimte voor een stijging", aldus Hudson-manager Wouter Beuckels.

Concreet bedroeg de mediane salarisstijging tussen februari 2016 en februari 2017 2 procent, inclusief variabele vergoedingen (bonussen, premies...) is dat 2,3 procent. Ter vergelijking: in de periode 2015-2016 bedroeg de mediane salarisstijging 1,2 procent. De redenen van de groei zijn bekend: er is een einde gekomen aan verschillende jaren van loonmatiging en het nieuwe loonakkoord voorziet ruimte voor 1,1 procent meer loon bovenop de index.

De lonen stijgen niet voor iedereen met evenveel: vooral jongeren zien een hoger bedrag op hun salarisstrook. Gewoon personeel en kader zien de lonen sterker stijgen dan het management. De verloning is ook niet in elke regio hetzelfde. Het basisloon in Brussel ligt 15 procent hoger dan het gemiddelde, inclusief premies en bonussen is dat 25 procent hoger. In West-Vlaanderen ligt dat basissalaris vier procent onder het gemiddelde.

De grotere stijging in Brussel is te danken aan het feit dat de grotere en goedbetalende bedrijven er veelal gevestigd zijn.

Binnen de verloning groeit het belang van variabele verloning, blijkt uit het onderzoek door Hudson. Werknemers konden het voorbije jaar rekenen op hogere individuele bonussen. Groepsbonussen werden vaker toegekend, maar de bedragen bleven stabiel. Non-cash bonussen (warrants, groepsverzekeringen) komen minder vaak voor, maar als ze voorkomen - in het bijzonder bij management - stegen ze wel fors, tot 35 procent.

Meest gelezen