"Opslag ruilen voor hoger bedrijfspensioen? Bijzonder cynisch"

De christelijke vakbond ACV verwijst het voorstel van minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) om een deel van de loonsverhogingen in het aanvullend pensioen te steken, meteen naar de prullenmand. "De regering moet eerst zorgen voor een stevige eerste pijler", klinkt het scherp.
imago stock&people

De vakbonden en de werkgeversorganisaties moeten in de Groep van Tien uitmaken hoe sterk de lonen mogen stijgen bovenop de automatische loonindex. Bacquelaine (kleine foto) vindt dat een deel van de loonsverhogingen naar het aanvullend pensioen moet gaan.

"De sociale partners zouden de loonmarge deels moeten besteden aan hogere bijdragen voor het aanvullend pensioen in plaats van aan onmiddellijke loonsverhogingen", zegt hij in een interview in de Pensioengids, die morgen samen met De Tijd verschijnt.

In een brief aan Michèle Sioen, de voorzitster van de Groep van Tien, benadrukt de Pensioenminister ook dat "het wettelijk pensioen alleen niet volstaat voor een financieel onbezorgde oude dag". Een pessimistische boodschap van een minister van Pensioenen, maar zelf benadrukt Bacquelaine dat het nog slechter had gekund en dat we "zonder de hervormingen van deze regering over 20 tot 30 jaar het wettelijk pensioen zelfs drastisch hadden moeten verlagen".

"Regering moet eerst zorgen voor stevige eerste pijler"

De vraag van Bacquelaine valt, niet verrassend, in slechte aarde bij de vakbonden. "Bijzonder cynisch", reageert ACV-woordvoerder David Van Bellinghen. "De minister laat de eerste pensioenpijler los, nadat de regering maatregelen genomen heeft om de pensioenleeftijd te verhogen en maatregelen heeft getroffen die de pensioenen van deeltijdsen en vrouwen raken. De boodschap luidt nu dat mensen langer zullen moeten werken én zelf moeten zorgen voor hun pensioen."

Voor het ACV is het duidelijk: de regering moet zelf zorgen voor een stevige eerste pijler, ook al omdat veel werknemers nog geen of een zeer laag aanvullend pensioen hebben. De vakbond verwijst ook nog naar de besparingen en de indexsprong die de koopkracht van de werknemers aantasten. Het aanvullend pensioen is voor de vakbond ook niet zaligmakend, "want het vertrouwen van veel werknemers in zo'n aanvullend pensioen heeft door het aanpassen van de rendementsgarantie een stevige knauw gekregen". 

Eerste pijler, aanvullend pensioen, hoe zit dat nu?

In de meeste landen, ook in België, bestaat het pensioenstelsel uit drie pijlers:

1) het wettelijk pensioen, waar de actieve beroepsbevolking, werklozen en zieken recht op hebben. Het is een basisinkomen voor elke gepensioneerde dat door de overheid gegarandeerd wordt. Het wordt gefinancierd op basis van het solidariteitsprincipe: iedere actieve werknemer, zelfstandige en ambtenaar betaalt sociale bijdragen om het wettelijk pensioen te financieren.

2) het aanvullend pensioen, rechten die werknemers tijdens hun loopbaan opbouwen. Een onderneming of een hele bedrijfssector kan een aanvullend pensioenstelsel toekennen. Het is een mogelijkheid, maar geen verplichting. Werkgevers en werknemers betalen premies om het aanvullend pensioen te financieren.

3) individueel pensioensparen. Deze derde pijler is vrijwillig, en gebeurt op eigen initiatief.

Meest gelezen