Bouwsector pleit voor loonkostenvermindering
Uit het jaarverslag blijkt dat de bouwsector vorig jaar met 2,1 procent is gegroeid. Dat is beter dan het gemiddelde van de economie. Maar terwijl de orderboekjes in 2015 nog constant gevuld waren, constateert de Confederatie voor de sector in zijn geheel "een zekere stagnering" sinds begin 2016. Duurzame groei zit er dus niet in.
Bij de nieuwe woongebouwen is er een terugval na twee jaar groei, meldt het jaarverslag. Bij de nieuwe niet-woongebouwen is er sprake van een herstel na twee jaren van terugval, onder meer dank zij het programma voor nieuwe scholenbouw, de zogeheten "Scholen van Morgen". Renovatie van gebouwen blijkt het segment met de sterkste groeivooruitzichten, zo'n 1,5 tot 2 procent dit jaar.
Werkgelegenheid
Maar de achillespees van de bouwsector is de afnemende werkgelegenheid. Ondanks de groei is het aantal werknemers weer met twee procent gedaald. En ook met een groeiverwachting van 1 procent voor 2016 zal het aantal banen blijven dalen.
"Sinds 2012 gingen er in de bouwsector al 20.300 jobs verloren, en tegen 2020 staan nog eens 26.000 banen op de tocht, tenzij de overheid eindelijk maatregelen neemt om dat te voorkomen."
De Confederatie Bouw herhaalt daarom haar pleidooi voor een loonkostverlaging van tenminste 6 euro per uur om het concurrentievermogen van de Belgische bouwbedrijven te herstellen. De sector heeft daarvoor ook een relanceplan opgesteld. Met een jaarlijkse steun van 600 miljoen euro is de investeringskost na twee jaar volledig gedekt, zegt de organisatie.
"De regering heeft steun ten belope van 600 miljoen beloofd, maar die zou pas in 2020 ingaan en dan is het kalf verdronken", aldus de Confederatie Bouw. De oorzaken van de dalende werkgelegenheid zijn klassiek: "De deloyale concurrentie en de sociale dumping", aldus de Confederatie.