Loonkloof met de buurlanden neemt af

De loonkloof tussen België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland is aan het afnemen. Volgens de krant Le Soir blijkt uit een nog te verschijnen rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven dat de kloof eind 2016 negatief zal zijn (-0,3 procent). Dat betekent dat de lonen in België minder snel zullen stijgen dan het gemiddelde van de drie grote buurlanden.

De loonkloof ontstond in 1996 toen de wet op de vrijwaring van het concurrentievermogen werd ingevoerd. Maar dit jaar steeg de loonkost in ons land dankzij de indexsprong en loonblokkering slechts met 0,3 procent, terwijl in de 3 buurlanden een stijging met 1,7 procent werd opgetekend.

"Daardoor zou de sinds 1996 bijkomend opgebouwde loonkostenhandicap ten opzichte van de de drie buurlanden verminderen van 2,9 procent in 2014 tot 1,5 procent in 2015. De absolute loonkostenhandicap ten opzichte van de drie buurlanden daalde in 2015 evenzeer, maar bedraagt nog steeds 14,2 procent", bevestigt het Verbond van Belgische ondernemingen (VBO) het nieuws.

Loonvoorsprong in 2016?

De vooruitzichten van het CRB voor 2016 zouden wel onzekerder zijn. "Dankzij het gematigde interprofessioneel akkoord, de verdere effecten van de indexsprong en de tax shift in dat jaar, zou opnieuw een verbetering van onze relatieve loonkosten optreden. De bijkomende handicap sinds 1996 zou daardoor in 2016 mogelijk zelfs kunnen wegsmelten, wat de absolute handicap zou terugbrengen tot zijn niveau van 1996 (ongeveer 12,5 procent)."

Volgens Le Soir is er sprake van een negatieve kloof van -0,3 procent eind 2016 of van een stijging van de lonen die lager ligt in vergelijking met de buurlanden. De loonhandicap zou dan een voorsprong worden.

Rest ook aanpakken

Vicepremier Alexander De Croo (Open VLD, foto) reageerde via Twitter tevreden dat de cijfers bewijzen dat het "beleid van de regering werkt". "Sinds '96 opgebouwde loonkostenhandicap tegen '16 al weggewerkt. Nu verder helemaal wegwerken", luidde het.

Ook het VBO vindt dat de historische kloof van ongeveer 12,5 procent moet worden aangepakt. Buitenlandse investeerders kijken in de eerste plaats naar die werkelijke loonkostenverschillen wanneer ze een nieuwe vestiging, met bijhorende nieuwe jobs, plannen, zo klinkt het

Ook pleiten de werkgevers om de wet van 1996 om te vormen tot een "Wet tot structureel herstel van het concurrentievermogen", zegt hoofdeconoom Edward Roosens.

Dergelijke wet moet bijvoorbeeld stipuleren dat verder herstel van de concurrentiepositie prioriteit nummer 1 moet blijven en dat lastenverlagingen in het kader van de taxshift niet mogen worden aangewend om bijkomende loonstijgingen mee te financieren. Ook een arbeidsduurvermindering is geen optie, zo stelt het VBO nog.

"Nu aan de bedrijven om hun plicht te doen"

Voor de socialistische vakbond ABVV tonen de de cijfers over het verdwijnen van de loonkloof aan dat de werknemers zware inspanningen hebben geleverd en hun deel van het werk hebben gedaan. De bedrijven kregen hun hele verlanglijstje, bijvoorbeeld de indexsprong en een flexibelere arbeidsmarkt.

Maar de veranderingen hebben ook een keerzijde, stelt de vakbond. "Het consumentenvertrouwen daalt en de belangrijkste pijler van onze economie, de binnenlandse vraag, brokkelt af."

"Laat het dus duidelijk zijn. Het is nu aan de bedrijven om hun plicht te doen. Om te investeren, om te innoveren, mensen aan te werven en op te leiden. Om duurzame groei op gang te brengen. Of gaan ze de blanco cheque die ze van de regering kregen simpelweg cashen? Hogere bonussen en dividenden? Het is te hopen van niet."

De vakbond vindt niet dat de historische loonkloof, die van voor 1996, moet worden weggewerkt. . "Onze hogere lonen zijn gerechtvaardigd door een hogere productiviteit", klinkt het. Die hogere productiviteit doet volgens het ABVV het verschil in loonkost teniet.

Meest gelezen