Spoormonopolie NMBS komt (voorlopig) niet in gevaar

De NMBS kan ook in de toekomst haar monopolie voor het binnenlandse reizigersverkeer blijven behouden. Door de aankomende liberalisering van de spoorwegen kwam dat monopolie in gevaar, maar de Europese ministers van Transport en Mobiliteit hebben het plan van de Europese Commissie daarover danig afgezwakt. Bovendien is de inwerkingtreding van de liberalisering uitgesteld tot minstens 2026. Federaal minister van Mobiliteit Galant reageert "verheugd" op het akkoord.

Vandaag laat Europa al concurrentie toe voor het goederenvervoer en het internationale reizigersverkeer per spoor. In 2013 werkte de Europese Commissie een voorstel uit om ook voor het binnenlandse reizigersverkeer meer concurrentie toe te laten.

Dat hield in dat niet alleen de gevestigde spoormaatschappijen, zoals de NMBS, maar ook andere concurrenten toegang zouden moeten krijgen tot het binnenlandse spoornet. Er zou dan met openbare aanbestedingen worden gewerkt, in plaats van met rechtstreekse toewijzing door de overheid. Voor de NMBS zou dat betekenen dat ze haar monopolie op het Belgische net zou moeten afstaan en nog maar maximaal een derde ervan toegewezen zou krijgen.

Nog steeds één contract

Maar zo ver komt het niet. De Europese ministers van Transport en Mobiliteit hebben vandaag een akkoord gesloten dat het plan van de Commissie sterk afzwakt. Volgens bronnen binnen de EU zou het plan voor 80 procent herschreven zijn, zo schrijft De Tijd. Eerder had het Europees Parlement al een versoepeling van het plan van de Commissie gesuggereerd.

Voor België betekent de aanpassing concreet dat de NMBS haar monopolie kan behouden. Ons land kan nog steeds met één contract voor het hele Belgische spoornet werken. En het kan dat contract rechtstreeks toewijzen zonder openbare aanbesteding. Er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. Zo moet aangetoond worden dat de gunning van één contract de kwaliteit van het vervoer verbetert en het transport efficiënter maakt. Een efficiënte NMBS en goede stiptheidscijfers zijn dus de boodschap.

Pas in 2026

Het plan van de Commissie is niet alleen afgezwakt door de lidstaten, ook de inwerkingtreding van de liberalisering voor het binnenlandse reizigersverkeer is opgeschoven. Het Europees Parlement mikte op 2023, maar de lidstaten hebben een overgangsperiode van 10 jaar na de goedkeuring van het zogenoemde vierde spoorpakket afgesproken.

Dat pakket zal wellicht in 2016 goedgekeurd worden, waardoor de liberalisering pas in 2026 van kracht wordt. Bovendien kunnen landen nog tot 2019 contracten voor 15 jaar toekennen, waardoor de liberalisering in de praktijk pas in 2034 zou ingaan.

Voor die goedkeuring moeten de lidstaten eerst wel nog onderhandelen met het Europees Parlement, dat er ook nog over moet stemmen.

Minister Galant "verheugd"

Federaal minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR) reageert verheugd op het akkoord dat de 28 lidstaten bereikt hebben. Galant is "tevreden dat de procedure van rechtstreekse gunning van de openbare dienstverleningscontracten behouden kan worden".

"België heeft immers altijd voorgehouden dat de concurrentiekracht en de aantrekkelijkheid van de spoordiensten verstevigd zullen worden met de rechtstreekse gunning van de openbare dienstverleningscontracten", luidt het in een persbericht.

Ook de "meetbare en toetsbare performantievereisten" (stiptheid, kwaliteit van de dienstverlening en het rollend materieel,...) verwelkomt de minister. "Die vereisten zullen op periodieke tijdstippen gecontroleerd en geëvalueerd moeten worden."

Meest gelezen