"Overtreding rookverbod gebeurt door uitbater én klant"

Een overtreding op het rookverbod gebeurt door twee partijen: het is de klant die een sigaret opsteekt en de uitbater die het oogluikend toelaat. Dat zegt Horeca Vlaanderen in een reactie op het nieuws dat 1 op de 6 cafés toelaat dat klanten een sigaret opsteken.

Het rookverbod in cafés werd in 2011 van kracht. Van de 3.000 controles op het rookverbod in cafés die de FOD Volksgezondheid in de eerste helft van dit jaar uitvoerde, bleek 16 procent of één op de zes cafés in overtreding. "Dat is minder dan de voorbije jaren. Maar de daling gaat veel te traag", zegt Paul Van den Meerssche, hoofd van de inspectiedienst van de FOD Volksgezondheid.

Hij legt een grote verantwoordelijkheid bij de horecafederatie en het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). "Het NSZ erkent dat roken in cafés niet mag, maar toont begrip voor de overtredingen omdat de horeca het financieel al zo lastig heeft. Dat kan niet."

Voor Horeca Vlaanderen is het tijd om deze bladzijde om te slaan. "De overgrote meerderheid van de cafés heeft zich in regel gesteld. Om eerlijke concurrentie toe te staan, moet iedereen zich aan dezelfde regels houden. Het rookverbod geldt voor iedereen. Het is de taak van de overheid om hierop toe te zien", zegt Danny Van Assche, afgevaardigd bestuurder van Horeca Vlaanderen.

De eindverantwoordelijkheid ligt volgens Van Assche bij de cafébaas maar de vraag om te mogen roken, komt van de klant. "Bij de invoering van het rookverbod is er streng gecontroleerd, maar de consument werd niet betrokken. We wachten op de eerste campagne om de caféklant te informeren en te sensibiliseren. Om tot een volledig rookvrije horeca te komen is dergelijke sensibiliseringscampagne noodzakelijk."

Meest gelezen