BP betaalt 18,7 miljard dollar voor ramp Golf van Mexico
In april 2010 ontplofte het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico. Daarbij zijn elf mensen omgekomen en liepen er miljoenen tonnen ruwe olie in de Golf van Mexico.
De kusten van tal van zuidelijke staten in de VS raakten vervuild en volgens Washington gaat om de grootste milieuramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Er was niet enkel milieuschade, ook de kostprijs voor het toerisme en de visserij waren enorm hoog.
Na jaren van touwtrekken met de Amerikaanse regering is BP nu bereid om een schadevergoeding van 18,7 miljard dollar te betalen. In die prijs zit een boete van 5,5 miljard dollar en de rest zijn schadevergoedingen voor de federale overheid en voor de vijf staten in de VS die werden getroffen, evenals milieuschade en vergoedingen voor wie economische schade heeft geleden.
Volgens de Amerikaanse minister van Justitie Loretta Lynch gaat het om de hoogste vergoeding ooit in de geschiedenis van het land. Die moet nog wel worden goedgekeurd door de rechtbanken die betrokken zijn bij schadeclaims en de betaling wordt bovendien gespreid over meer dan 15 jaar.
Vijf jaar na de ramp lijdt de fauna van de regio nog altijd onder de vervuiling, vooral dan dolfijnen, tonijn en schildpadden.
