Het gaat goed met de kabeljauw in de Noordzee

We spreken van een duurzaam visbestand als er genoeg vissen zijn om zich op een degelijk niveau voort te planten. Voor de kabeljauw staat het minimum op 150.000 ton. Daar zitten we nog niet aan: vorig jaar zat er ruim 68.000 ton kabeljauw in de Noordzee, maar dat is toch al heel wat meer dan de 21.000 ton uit 2006.

"We zagen de stock van de kabeljauw zeer sterk achteruitgaan, een dramatisch gevolg van de overbevissing. Op een bepaald moment was er zelfs nog nauwelijks marge, maar de laatste jaren worden de visbestanden meer met rust gelaten en kunnen ze zich herstellen", zegt Kelle Moreau van het Instituut voor Landbouw en Visserij.

Het positieve nieuws uit de Noordzee is het gevolg van de Europese visquota. "We hebben de laatste jaren een sterke verbetering gezien in wat de wetenschappers adviseren en wat de politici opleggen via de quota", aldus Moreau. "In de jaren 90 stonden die nog op honderdduizenden ton, maar daarna is het geleidelijk gedaald tot zo'n 28.000 ton vorig jaar."

Dat de quota voor kabeljauw de afgelopen jaren strenger zijn geworden, heeft volgens Moreau te maken met het feit dat de pladijs en de tong het erg goed doen. "Dat biedt extra mogelijkheden naast de kabeljauw en dan is het makkelijker om restricties in te voeren."

Als alles goed gaat, dan kunnen we binnen 5 à 6 jaar opnieuw van duurzame kabeljauw in de Noordzee spreken, voorspelt Moreau en dan zullen de quota wat versoepeld kunnen worden. "Dat is vooral goed nieuws voor de Britten en de Nederlanders, voor de Belgische vissers is kabeljauw een minder belangrijke vissoort. Al zullen die toch ook een onrechtstreeks voordeel hebben want omdat het zo slecht ging met de kabeljauw werden sommige visgebieden, met ook andere vis in, volledig afgesloten."

Niet alleen de kabeljauw, maar ook andere vissoorten doen het goed in de Noordzee. En dat is niet toevallig volgens het Instituut voor Landbouw en Visserij. "De Noordzee is echt een voorbeeldgebied voor de rest van Europa. Overheid en wetenschappers in Nederland en het Verenigd Koninkrijk beschikken over correcte cijfers en geven die ook correct door aan elkaar."

In de Atlantische wateren van Frankrijk en Spanje gaat het er minder voorbeeldig aan toe. Maar vooral de Middellandse Zee blijkt nog een echte ramp qua overbevissing. Daar wordt onder meer de blauwvintonijn erg bedreigd.

"De datakwaliteit en de transparantie is er veel slechter dan in het noorden", verklaart Kelle Moreau. "Bovendien bestaat de vloot in de Middellandse Zee - in tegenstelling tot in de Noordzee - grotendeels uit schepen kleiner dan 12 meter. Die moeten zich wel aan de quota houden, maar hoeven zich niet te registeren en dus worden zij nauwelijks opgevolgd."