Glass-Steagall, of wie bewaakt uw geld?

Tachtig jaar geleden ondertekende de Amerikaanse president Franklin Roosevelt de Glass-Steagall Act, een wet die het financiële systeem opnieuw op de sporen zette na de crisis van de jaren 30. Velen willen die wet nu terughalen om de huidige crisis aan te pakken.

In de nasleep van de "Crash van Wall Street" in de herfst van 1929 was -net als nu- het vertrouwen in de financiële wereld volledig zoek. Als eerste ging in december 1930 de Bank of the United States in New York over de kop. Ruim 400.000 spaarders konden toen niet aan hun geld. 

Meteen was het vertrouwen in alle banken zoek en haalden mensen massaal hun spaargeld af. Die "run on the banks" leidde tot een domino-effect en bracht alsmaar meer banken in de problemen, ook gezonde. De volgende drie jaar zouden meer dan 4.000 banken over de kop gaan. 

In maart 1933 sloten de meeste banken in de VS gewoon hun deuren omdat het geld op was. Meteen na zijn eedaflegging op 4 maart 1933 zat de Democratische president Franklin Roosevelt (links) al in een diepe crisis. Met een noodwet eigende hij zich het recht toe alle banken in de VS tijdelijk te sluiten en stelde hij geld van de overheid en de Federal Reserve ter beschikking van de belaagde banken, wiens toestand onderzocht werd.

Tien dagen later konden de helft van de banken die gezond bevonden waren, opnieuw de deuren openen. De gok werkte: veel spaargeld keerde terug naar de banken en de paniek deemsterde weg. 

President Franklin Roosevelt erfde in 1933 een zware economische crisis en zocht naar antwoorden.

De heren Carter Glass en Henry Steagall

De ramp was afgewend, maar de structurele problemen in het banksysteem waren daarmee niet opgelost. Daar werkten intussen de Democratische senator Carter Glass en afgevaardigde Henry Steagall in het Congres aan.

De twee kamers keurden in ijltempo een aantal voorstellen goed die een herhaling van de stommiteiten die tot de crisis hadden geleid, moesten voorkomen. Die wetten, gebundeld tot de Glass Steagall Act of Banking Act, werden op 16 juni 1933 door Roosevelt ondertekend. 

Concreet riep die wet de FDIC (Federal Deposit Insurance Corp.) in het leven, een overheidsinstelling die tegoeden bij banken waarborgden tot 250.000 dollar per bank en die als extra regulator kon optreden.

Het meest bekende onderdeel van de act was evenwel de scheiding tussen gewone depositobanken met minder risico en investerings- of zakenbanken die grote risico's namen op eigen rekening. Concreet moesten de banken hun risicovolle activiteiten afstoten. Zo nam JP Morgan afscheid van Morgan Stanley.

Dat alles moest het vertrouwen van de klanten in de financiële sector doen terugkeren, maar stuitte wel op kritiek van banken zelf, die echter weinig keuze hadden.

Carter Glass en Henri Steagall schreven geschiedenis met hun wet.

Geen wet van Meden en Perzen

Vanaf het begin van de jaren 60 werd er geknabbeld aan de bepalingen van de Glass Steagall Act. De banken zelf, maar ook veel politici vonden dat die strikte regulering en scheiding na de Depressie veel minder van toepassing waren en de concurrentiekracht van de Amerikaanse banken in de wereld beperkte.

Geleidelijk werden er bepalingen geschrapt tot in 1999 -onder president Bill Clinton- het laatste restant van de Glass Steagall Act werd ingetrokken. Daarop volgde een consolidatiegolf van fusies en overnames en commerciële banken doken ook in het bad met risicovolle en speculatieve financiële producten.

Na de financiële crash van 2007 en 2008 -die net als in de jaren 30 leidden tot een wereldwijde economische crisis- zwol de kritiek aan. Velen -onder hen Nobelprijswinnaar Economie Joseph Stiglitz- stellen dat de afschaffing van Glass Steagall de financiële doos van Pandora opnieuw geopend heeft. Anderen, zoals ex-minister van Financiën Timothy Geithner, ontkennen dat dan weer.

Terugkeer via de "Volcker Rule"?

Wereldwijd wordt opnieuw geroepen om nieuwe schotten te bouwen tussen commerciële en investeringsbanken. In de VS legde de nieuwe Dodd-Frank Act uit 2010 strengere beperkingen op aan de banken en vooral aan de ondoorzichtige handel in afgeleide financiële producten. Banken zouden ook worden ingeperkt om te vermijden dat ze "too big to fail" worden en dus met overheidsgeld gestut moeten worden.

Een belangrijk element is de "Volcker Rule", genoemd naar voormalig Fed-baas Paul Volcker (links), nu een van de topadviseurs van president Barack Obama. Die wil de mogelijkheden aan banden leggen waarmee banken met deposito's van hun klanten erg risicovolle investeringen uitvoeren. Een "Glass Steagall" als het ware, niet naar de letter, maar wel naar de geest. 

Die Volcker Rule is evenwel nog altijd geen feit geworden door het grote verzet van de banken en conservatieve middens. Een zelfde idee kent ook in Europa opgang, onder meer in de adviesgroep-Liikanen, maar ook hier botst die discussie op de banken die potentieel lucratieve takken niet graag zien inperken.

Een laatste -en opvallende uitspraak- is die van Sandy Weil, ooit topman van Citigroup in de gloriedagen van megafusies en "financial risk taking". Net als Paulus eerder is Weil plots bekeerd. Weil roept nu onomwonden op tot een nieuwe scheiding van commerciële en investeringsbanken en een terugkeer naar het strakke, maar veilige keurslijf van Glass en Steagall.

Paul Volcker pleitte in 2009 voor een terugkeer van de scheiding tussen spaar- en zakenbanken.
AP2010

Meest gelezen