Turkse ban op YouTube druist in tegen vrije meningsuiting
Het Hof in Straatsburg oordeelde dat er geen wettelijke richtlijnen waren die de blokkering van YouTube in 2008 kan verantwoorden. De zaak kwam bij het EHRM terecht na een klacht van drie Turkse internetactivisten. Volgens het EHRM is YouTube bovendien "een belangrijke bron van communicatie".
De populaire videodienst werd in 2008 gedurende twee jaar geblokkeerd omdat er volgens een rechtbank video's op verschenen zouden zijn die de stichter van de Turkse republiek, Mustafa Kemal Ataturk, belachelijk maakten.
In eerste instantie was de Turkse president - toen nog premier - Recep Tayyip Erdogan niet opgezet met de blokkering. Maar in 2014 werd opnieuw de toegang tot YouTube ontzegd toen video- en audioboodschappen grootschalige corruptie van de regering-Erdogan aan het licht hadden gebracht.
De microblogsite Twitter ligt evenmin in de bovenste schuif van de Turkse president, die het vooral als een medium ziet waarop zijn tegenstanders kritiek op zijn regime kunnen spuien.