Sabine De Vos: "Elke verjaardag is een cadeau van het leven"

Vijftien jaar geleden is het intussen dat ze de deuren van de VRT achter zich dichttrok, maar nog steeds is ze de duivel-doet-al van weleer. In de reeks "Hoe zou het nog zijn met?" klopt deredactie.be vandaag aan bij Sabine De Vos, de omroepster en presentator die de openbare omroep tijdens de jaren 90 kleur gaf. "Ik ben een nieuwsgierige mens en een verhalenverteller. Een creatieve duizendpoot ook. Dat uit zich in alles wat ik doe."

Voor het interview nodigt De Vos ons uit bij haar thuis in Sint-Martens-Latem bij Gent. Een lange grindweg leidt ons naar een charmante woning midden in de natuur. Nauwelijks heeft ze de voordeur opengezwaaid, of de uit de kluiten gewassen hond des huizes bespringt ons in een enthousiaste begroeting. “Hopelijk niet bang van honden?”, vraagt De Vos. Dat zijn we gelukkig niet.

De woonkamer lijkt een persoonlijk museum bezaaid met souvenirs uit verre landen. De muren hangen vol schilderijen en foto’s van familie en vrienden. “Niks komt uit een winkel”, zegt ze. “Ik heb alles tijdens mijn reizen bijeengesprokkeld.” We nemen plaats aan tafel. De Vos schenkt de koffie in, de hond ligt braaf in haar mand, de telefoon gaat uit.

Met de deur in huis: wat doet Sabine De Vos vandaag? Is ze een auteur? Een presentator?

Mensen stellen me die vraag regelmatig. Meestal verwachten ze een eenduidig antwoord, maar dat kan ik niet geven. Ik schrijf inderdaad boeken. Zo heb ik net een boek over Cunina klaar, een organisatie die zich inzet voor kansarme kinderen in het Zuiden en die ik al meer dan twintig jaar als meter steun. Daarnaast geef ik vaak lezingen. Ik doe ook stemmenwerk voor animatieseries en -films en ik geef stemcoaching. Ik ben een nieuwsgierige mens en een verhalenverteller. Die vlag dekt de lading nog het beste. Een creatieve duizendpoot ook. Dat uit zich in alles wat ik doe.”

Alles is voor u begonnen met uw deelname aan “Sterrenwacht” in 1990. Wat hield dat programma juist in?

“Talentenjachten zijn vandaag alomtegenwoordig, maar destijds bestond enkel “Sterrenwacht” als programma om mensen te ontdekken voor radio en televisie. Ik zat toen nog op de universiteit waar ik een postgraduaat afwerkte. Een vriend des huizes zei me dat ik aan het programma moest deelnemen, hoewel ik niet met zulke zaken bezig was. Ik was net afgestudeerd als japanoloog en kwam niet uit een mediamilieu. Mijn vader was slager en mijn moeder was ooit nog naaister geweest.”

“Op die leeftijd ging ik in op alles wat op mijn pad kwam, dus ik waagde mijn kans. Ik was jong en gretig en dacht: waarom niet? Ik ben er vrij onvoorbereid aan begonnen. Voor de meeste andere kandidaten hing veel van het programma af. Ze wilden per se in de media werken. Voor mij zat er helemaal geen plan achter. Ik herinner me dat we onder anderen Jan De Corte moesten interviewen. We moesten ook mensen en acts aankondigen, waarna de jury ons punten gaf.”

“De opnames van toen vind ik nu tenenkrullend. Hoe iemand daar ooit iets in heeft gezien, is wonderbaarlijk. Mijn taalgebruik was vreselijk, ik sprak half dialect. Maar toch was er ene Gust De Coster, toen een van de mannen bij Radio 2. Hij belde me op en vroeg me een stemtest te komen doen. Wonder boven wonder mocht ik daarna een wekelijks radioprogramma maken bij Radio 2. Van dan af ging de bal aan het rollen. Ik mocht auditie doen voor omroepster, later kwam “De droomfabriek”.”

Voor kinderen van de jaren 90 bent u voor eeuwig verbonden met “De droomfabriek”. Een terechte erfenis?

“Natuurlijk! Wat ik ook doe, altijd weer herinneren mensen me aan “De droomfabriek”. Zowel kinderen van toen als hun ouders vertellen me hoe ze destijds met het hele gezin keken, een gebruik dat nu een beetje is verdwenen. Laatst vroeg een man me of hij aan een beertje van “De droomfabriek” kon geraken. Het programma leeft blijkbaar nog steeds. Het is zalig dat ik deel mocht uitmaken van een stukje tv-geschiedenis."

“Ik kan alleen maar met een glimlach aan “De droomfabriek” terugdenken. We hebben ons destijds enorm geamuseerd. We hadden een leuke ploeg, ook achter de schermen. Het was veel lachen, maar ook hard werken. “De droomfabriek” was een liveshow met veel voorbereidingswerk en repetities. Alles werd telkens op korte tijd ineengestoken.”

“Na elke uitzending was het feest, letterlijk. De Mosusebroertjes waren er altijd bij, ook Jan Leyers zat vaak in het programma. Het was dolle pret, we waren één grote familie. Ik heb er op een gezonde manier wel heimwee naar. Het was zo leuk om te doen en we maakten mensen gelukkig.”

Eind 2000 bent u gestopt als omroepster bij Eén. Een bewuste keuze?

“Absoluut. Ik heb geen ADHD (denk ik), maar ik heb wel nood aan nieuwe impulsen. Op een bepaald moment had ik dat niet meer met het omroepen. Ik heb het tien jaar gedaan en ook graag gedaan, maar op een bepaald moment was de uitdaging voorbij. Het is nochtans een luxejob: je wordt goed betaald om een paar dagen per maand te werken, dus je bent compleet geschift om het uit vrije wil niet meer te doen. Toch had ik nood aan andere dingen. Bij VT4 ben ik toen “Spoorloos” gaan maken, een programma dat me helemaal op het lijf was geschreven.”

“Ik kon nog tien jaar blijven omroepen, maar ik vreesde dat ik nooit nog uit “het vakje” zou geraken. Bovendien had ik toen twee jonge kinderen. Vandaag is de job van omroeper gereorganiseerd. Alles wordt nu op enkele uren opgenomen. Toen was alles rechtstreeks. Als een film om halftwee ’s nachts stopte, dan waren wij er nog om de eindpresentatie te doen. De volgende dag moesten we er soms om halfnegen alweer terug zijn. Ik ben vaak op dat bankje blijven slapen.”

© Phile Deprez

Wat denkt u van de huidige generatie omroepsters bij Eén?

“Ik ben heel blij dat ik nooit heb moeten rechtstaan. Rechtstaan in beeld lijkt me verschrikkelijk. Wat moet je met je handen doen? De omroepers hebben een tijd op een witte sofa gezeten en dat vond ik beter. Het was stijlvol en op die manier kan je jezelf makkelijker een houding geven."

“Ik hou van omroepers op tv. Het is een job die vaak wordt onderschat. Je ziet pas hoe moeilijk het is wanneer iemand het niet goed doet. Omroepen moet je met de nodige naturel doen. Je komt binnen in de huiskamer van mensen. In mijn ogen heeft de VRT op dit moment alleen maar goeie omroepers in huis. Het zijn vrouwen met een grote persoonlijkheid die dat ook tonen. Het zijn echte gastvrouwen.”

Tien jaar geleden bent u zwaar ziek geweest. Waarom keerde u nadien niet meer naar het scherm terug?

“Ik wou absoluut weer voor tv gaan werken, maar ik ben twee jaar uit de running geweest. In medialand is dat een eeuwigheid. Zo snel ik kon heb ik contacten gelegd, maar het bleek moeilijk om opnieuw een plaatsje te veroveren. Achteraf hoorde ik ook dat mensen schrik van me hadden. Ze vroegen zich af of ik wel echt genezen was en of ik voor langere tijd een programma op mijn schouders kon nemen.”

“Het deed me best verdriet. Na mijn ziekte had ik weer ontzettend veel zin om aan de slag te gaan in de media. Maar dat lukte niet. Het is ook geen branche die vacatures plaatst in de krant. Het komt vaak neer op mensen kennen en de juiste mens op de juiste plaats zijn.”

“Ik weiger te geloven dat mijn leeftijd een bepalende factor speelt. Integendeel: met ouder worden heb je zoveel bijkomende ervaring. Televisiezenders hebben echter marketingafdelingen die steeds belangrijker worden. Zij richten zich in mijn ogen op de verkeerde doelgroepen. De leeftijdscategorie tussen 18 en 35 is voor velen dé doelgroep. Nochtans is de groep die het meeste geld én tijd heeft, veel ouder. Mensen denken bovendien vaak in mijn plaats. Ze menen bijvoorbeeld dat ik enkel nog met boeken bezig ben. Dat klopt niet. Ik zie mezelf als een kast met heel veel laatjes. Vandaag doe ik deze drie laatjes open en morgen drie andere.”

Uw 50e verjaardag lonkt aan de horizon. Wat betekent (die) leeftijd voor u?

“Weinig. Ik word 48. Als je twee keer bijna dood bent geweest, dan is elke verjaardag een cadeau van het leven. Als je gezond bent en alles gaat goed, dan moet je niet over je leeftijd klagen. Wees blij! Het leven wordt niet makkelijker met ouder worden. Professioneel is vijftig worden niet altijd een makkelijke klip, zo merk ik in mijn vriendenkring. Maar vier vooral dat je jarig bent. Mijn moeder is slechts 66 geworden. Zij zou best veel geld hebben gegeven om jarig te mogen zijn. Gezond ouder worden is een geschenk waarmee je je voordeel moet doen. 48? Joepie!”

Sabine De Vos in een notendop

Sabine De Vos werd op 20 juli 1967 geboren. Ze liep school in Gent en studeerde daarna oosterse filologie aan de Universiteit Gent. In 1990 nam ze deel aan de talentenjacht "Sterrenwacht" van de toenmalige BRT. Die won ze niet, maar ze mocht wel bij Radio 2 aan de slag. Even later werd ze omroeper op TV1, een functie die ze tien jaar zou uitoefenen.

Het grote publiek kent haar als een van de gezichten van "De droomfabriek", het populaire programma dat halfweg de jaren 90 op TV1 was te zien. Later maakte ze reportages voor "Vlaanderen vakantieland" en presenteerde ze ook "Kemphanen". Daarnaast was ze te gast in tal van andere programma's.

Eind 2000 zegde ze haar job als omroeper vaarwel. Ze trok naar de commerciële zender VT4, waar ze het programma "Spoorloos" ging maken. Ondertussen bleef ze actief als auteur van kinderboeken, iets wat ze al verschillende jaren deed.

Halfweg de jaren 2000 werd De Vos tot twee keer toe door kanker getroffen. Na een lange en moeilijke strijd kwam ze er telkens weer bovenop. Sindsdien is ze niet meer naar de televisie teruggekeerd. Vandaag schrijft ze boeken, geeft ze lezingen en doet ze stemmenwerk. Ze is ook al jaren meter van Cunina, een organisatie die zich inzet voor kansarme kinderen in het Zuiden.

Van 2000 tot 2012 was De Vos actief in de gemeentepolitiek van haar woonplaats Sint-Martens-Latem. Voor Open VLD was ze eerst gemeenteraadslid en daarna zes jaar lang schepen.

Meest gelezen