"NSA drong zelf Noord-Koreaanse systemen binnen, vóór aanval op Sony"

Lang voor de Noord-Koreaanse aanval op de interne systemen van Sony Pictures Entertainment eind vorig jaar, had de NSA zelf zogenoemde malware in de computersystemen van het Noord-Koreaanse regime geplant. Dat schrijft The New York Times op basis van documenten afkomstig van de Amerikaanse inlichtingendienst.

De cyberaanval op Sony Pictures Entertainment vond eind vorig jaar plaats. De VS wees meteen met een beschuldigende vinger naar het regime in Noord-Korea. Dat zou de aanval hebben uitgevoerd uit onvrede met de film "The interview" over een moordcomplot op de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.

Volgens The New York Times heeft de NSA zélf en al veel eerder malware in de computersystemen van het Noord-Koreaanse regime geplant. Dat zou al in 2010 zijn gebeurd. Op die manier kreeg de VS een vrijwel ongehinderde inkijk in de onlinehandel en -wandel van het regime, inclusief in de activiteiten van het leger hackers dat in opdracht van dat regime wereldwijd cyberinbraken uitvoert.

Het zou verklaren waarom de VS meteen Noord-Korea als dader van de inbraak bij Sony aanduidde. Volgens experts duurt het doorgaans even om de bron van een cyberaanval met zekerheid vast te stellen. Omdat de VS zélf ogen en oren in de systemen van Noord-Korea heeft, kon het meteen de schuldige aanwijzen. Het verklaart ook waarom president Barack Obama meteen Noord-Korea met naam en toenaam vermeldde, terwijl hij normaal veel voorzichtiger is om een land as such van cybercriminaliteit te beschuldigen.

Als de NSA effectief inzage had (en heeft) in de activiteiten van Noord-Koreaanse hackers, blijft de vraag waarom de inlichtingendienst de cyberinbraak bij Sony niet heeft voorkomen.

Meest gelezen