Vrielink: "De facto straffeloosheid voor meningsuitingen op internet"

"Er is de facto een straffeloosheid voor in principe strafbare meningsuitingen op het internet", zegt jurist Jogchum Vrielink (KUL) in "De zevende dag". Iemand die online oproept tot haat en discriminatie wordt dus zelden vervolgd. Ook bepaalde radicale sites offline halen, is vaak geen oplossing.

Radicaliserende jongeren halen vaak het leeuwendeel van hun informatie van het wereldwijde web. In slechts enkele muisklikken vinden ze zo haatboodschappen van terreurorganisaties als IS of zelfs heuse handleidingen om thuis in de keuken zelf bommen in elkaar te knutselen.

"Het is heel moeilijk om dergelijke sites offline te halen", zegt IT-beveiligingsexpert Filip Waeytens. "Zelfs als je ze offline haalt, staan ze binnen een uur ergens anders terug online." Waeytens geeft als voorbeeld sites die illegale software, films en/of muziek verdelen. "Die probeert men al tientallen jaren offline te halen en daar slaagt men ook niet in", zegt hij.

Ook juridisch blijkt het geen gemakkelijke zaak. "Echt aansporen tot geweld en discriminatie is in principe verboden, maar het ook effectief vervolgen is een ander paar mouwen", zegt jurist Jogchum Vrielink. "Sinds 2012 moet iemand die oproept tot haat en discriminatie op het internet voor het hof van assisen verschijnen, maar in de praktijk gebeurt dat niet en is er dus de facto straffeloosheid."

Daarnaast is het vaak niet wenselijk om radicale sites en Facebook- en Twitter-accounts te sluiten. "Ik denk dat het aangewezen is om die niet altijd offline te halen, maar te monitoren wie er die sites bezoekt", zegt Waeytens. Vrielink is het daarmee eens. "Als je iemand gaat vervolgen dan duikt het ondergronds", zegt hij.

Het hangt volgens de jurist ook samen met een geloofwaardigheidsprobleem. "Enerzijds eisen we dat iemand cartoons die hij beledigend vindt maar moet pikken, maar tegelijkertijd vervolgen we ze dan als ze bepaalde strafbare meningen op het internet zetten."

Meest gelezen