"Persvrijheid is ook recht om te kwetsen, choqueren of verontrusten"

Het recht op vrije meningsuiting omvat ook het recht om de kwetsen, te choqueren en te verontrusten. Dat zegt de Raad voor de Journalistiek in een persbericht waarmee hij de aanslag bij het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs veroordeelt.
PATRICK HERTZOG

"De botsing van meningen, hoe scherp ook, is een wezenskenmerk van de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de democratie", klinkt het. "Dat geldt ook - en niet in het minst - voor meningen die kwetsen, choqueren of verontrusten."

De Raad wijst er op dat zijn code aan journalisten en redacties "een maximale vrijheid van informatie, commentaar en kritiek" geeft. Die vrijheid geldt des te meer voor cartoons, columns en opiniebijdragen, klinkt het.

"Dat cartoonisten, columnisten en journalisten hiervan gebruik maken om levensbeschouwelijke, religieuze, filosofische of politieke overtuigingen van welke strekking ook op de korrel te nemen of ermee te spotten, is hun goed recht", aldus de Raad voor de Journalistiek. Hij voegt toe dat "meningen laten botsen, ze bekritiseren, aanvechten of ermee spotten iets anders is dan laster verspreiden of aanzetten tot haat."

Voor de Raad is met de aanslag op Charlie Hebdo de persvrijheid "brutaal gesmoord". "Journalisten en cartoonisten - en de politiemensen die hen beschermden - hebben het met hun leven bekocht", klinkt het.

De Raad zegt de persvrijheid te zullen blijven verdedigen. De eerste zin van zijn code luidt immers: "Het recht op informatie en vrije meningsuiting is een fundamenteel mensenrecht en een essentiële voorwaarde voor een democratische samenleving."

De Raad voor de Journalistiek houdt zich namens journalisten en media bezig met de journalistieke beroepsethiek in Vlaanderen.

Meest gelezen