Willy Kessels in het Fotomuseum Antwerpen

De tentoonstelling over Willy Kessels in het Fotomuseum van Antwerpen kon controversieel zijn maar dat is ze niet. De fotograaf afkomstig uit Dendermonde onderhield in de jaren dertig nauwe banden met Joris Van Severen, dictatoriale leider van de Vlaamse extreemrechtse groepering Verdinaso, het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen.

Zo staat Willy Kessels (1898-1974) bekend bij generaties die van dicht of ver de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt. Het feit dat Kessels na de oorlog korte tijd in de gevangenis verbleef wegens de beschuldiging van ‘ de politiek en de doelstellingen van de vijand te hebben gediend ‘ kwam al aan bod op een vroegere tentoonstelling en een televisiedocumentaire.

Daarom dat hoofdcurator Pool Andries de kaart van "de artistieke kwaliteiten" trok.

Publicité par photo

De tentoonstelling is chronologisch en didactisch opgebouwd waardoor ze ook overzichtelijk en helder is. Kessels begon zijn loopbaan niet als fotograaf maar wel als tekenaar, architect en meubelontwerper. En na de eerste wereldoorlog toen het modernisme sterk kwam aanzetten, was deze stroming met zijn strakke, geometrische vormentaal goed zichtbaar in zijn ontwerpen.

Dat Kessels contact heeft gehad met de architecten Huib Hoste (hij tekende het "Zwart Huis" in Knokke-Heist), Henry Van de Velde (meester van het Bauhaus) en Victor Servranckx ("de pionier van de abstracte kunst in België") staat buiten kijf. Het modernisme stroomt ons toe bij het begin van de expositie bij het bronzen beeld "Les Gémaux" ( "de tweelingen") uit 1929, een prima keuze van de samenstellers om de carrière van Kessels te typeren.

Kessels als een trouwe volgeling van het modernisme tot aan de Tweede Wereldoorlog. In datzelfde jaar ontwierp ontwierp Kessels een stand voor een groot Brussels bedrijf. Hiervoor werkte hij samen met de reclamefotograaf Malevez. Kessels kreeg de fotografiesmaak te pakken en in 1929 liet hij op zijn naamkaartjes P.P.P. drukken, of "Publicité par Photo" of vrij vertaald "Maak reclame met foto’s".

De kracht van de foto

Willy Kessels geloofde rotsvast in de wervende kracht van de fotografie. Niet alleen voor reclame maar als illustratie bij artikels in week- en maandbladen. Hij zou bijna zijn hele leven reclamefoto’s blijven maken. En daarbij schuwde hij de techniek van de fotocollage of het verwerken van meerdere foto’s tot één geheel niet.

Wie deze fotocollages nu bekijkt kan alleen maar glimlachen omwille van de stuntelige kinderachtigheid. Voor regenjassen Destrooper fotografeerde hij de gevel van de winkel met daarvoor een walrus of een luchtbeeld van Brussel met linksboven een tweedekker en rechtsonder een fotobewerker of hoe hij op een slonzige gevel de affiche voor een sigarettenmerk plakte.

Wanneer hij echter fotocollages maakte met een artistieke inslag krijgen we sterke beelden te zien. Dat Kessels in die periode kennismaakte met Edouard-Léon-Théodore Mesens (1903-1971), surrealistisch dichter, fotograaf én collagekunstenaar, is niet vreemd aan zijn collagedrift. Begin jaren dertig werd Mesens de vaste kunsthandelaar van René Magritte maar het is niet bekend of Kessels contacten heeft gehad met de surrealistische meester zelf.

Maar daarnaast maakte hij ook fotoreeksen die bedrijfsbrochures en jaarrekeningen moesten "verluchten". Een prachtig voorbeeld is Cinema Métropole in de hoofdstad. Hier laat Kessels zich esthetisch volledig gaan en met wat een schitterend resultaat. De compositie van de foto’s is sprankelend levendig en vandaag nog actueel; een krachtige opbouw met rechte en gebogen lijnen.

In 1932 nam hij opdrachten aan voor de uitgeverij L’Eglantine/De Wilde Roos: zijn foto’s dienden als illustratie bij boeken over o.m. Brussel. Hij fotografeert op een onconventionele manier zoals het stadhuis gezien vanuit het Broodhuis aan de overzijde. Hij schuwt hoge en lage standpunten niet en maakt gretig gebruik van de ontwikkeling van de objectieven (groothoekobjectieven) en de hogere gevoeligheid van de pellicule.

1932-1933: de topjaren

Op zijn vierenveertigste stond Willy Kessels aan de absolute top. Met alle grote fotografen van de wereld nam hij deel aan de eerste en de tweede "Internationale tentoonstelling der Fotografie" in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel.

Voor de eerste editie maakte hij het affiche: een zelfportret in fel tegenlicht. Voor de tweede editie: een collage van een oog en de Grote Markt van Brussel. In 1933 was hij één van de setfotografen voor de sociaal geïnspireerde documentaire ‘Misère au Borinage’ een schrijnend portret over de armoede en kapitalistische uitbuiting van de mijnwerkers in de Borinage, een film gedraaid door Henri Storck en Joris Ivens.

Ook in de jaren dertig begon hij met naaktfotografie. Het was de uitgeweken Hongaar Laszlo Moholy-Nagy (1895-1946) die – in de sfeer van de Nieuwe Fotografie – het moto verkondigde dat men ‘ Mit anderen Augen sehen!’ moest zien én fotograferen.

De fotografen moesten de werkelijkheid onbevooroordeeld en louter visueel tegemoet treden. Bij naaktfotografie betekent dit dat het lichaam niet langer werd gezien als een esthetisch of seksueel subject, neen, het lichaam is een object dat maakbaar en plooibaar is.

De Tweede Wereldoorlog

1935: Willy Kessels geraakte bevriend met Joris Van Severen (1894-1940) die eerst een progressief was maar in de jaren twintig zijn geloof verloor in de democratie. Hij sprak zich uit voor het antisemitisme en het fascisme. Of Kessels zijn politiek discours onderschreef is niet duidelijk. Feit is dat hij als fotograaf menig portret maakte van de voorman Van Severen.

In 1940 illustreerde hij het boek "Rex. Renaissance de la patrie" ("Rex. Wedergeboorte van het vaderland") van Jean Denis en (fascist en collaborateur) Léon Degrelle. Op 20 mei 1940 wordt Van Severen in het Franse Abbeville door de Fransen zonder enige vorm van proces doodgeschoten. Tijdens de oorlog maakt Kessels foto’s voor magazines van de bezetter. Hij zal er later voor veroordeeld worden wegens passieve collaboratie.

In 1950 komt hij vrij. Hij gaat opnieuw aan de slag als reclamefotograaf maar laat zich ook inspireren door de schoonheid van de Schelde. In zijn atelier en donker kamer blijft hij experimenteren met fotogrammen waarbij een voorwerp op het fotopapier wordt gelegd en belicht. Ook laat hij zijn zoon Henri en een Deens model naakt poseren.

Het resultaat: van ondermaats tot ergerlijk. Bij Willy Kessels was de fut eruit. De generatie fotografen van na de tweede oorlog kwam creatief en technisch veel sterker uit de hoek. Daar kon hij niet tegenop.

In 1974 overleed Willy Kessels. In datzelfde jaar verscheen het boek "Willy Kessels: Kunstfotograaf". Zou hij zo herinnerd willen worden? Als kunstfotograaf? Wat wij willen onthouden zijn de artistieke collages, de portretten en de nostalgische Schelde foto’s. En ‘Publicité par Photo’ want het moet gezegd: Willy Kessels was ook een pientere zakenman.

Yves Jansen

Willy Kessels, fotografie 1930-1960

Tot 16 januari 2011 in het Fotomuseum in Antwerpen

www.fotomuseum.be

Meest gelezen