Eerbetoon aan design van Piet Stockmans

Drinkt u een koffie of een theetje bij het lezen van dit artikel? Of schrokt u uw maaltijd op voor het computerscherm? Misschien eet u dan uit een bord of drinkt u uit een kop ontworpen door Piet Stockmans. Ruim 40 jaar tekent hij serviezen. Daarnaast is hij ook vrij kunstenaar.

Zijn creaties krijgen ook internationaal waardering. Vier jaar geleden kocht het prestigieuze Britse Victoria & Albert Museum een wandinstallatie van Stockmans aan. Nu loopt er een hommagetentoonstelling in het Design museum in Gent.

Zou de geschiedenis zijn gelijk halen? Wij vroegen het ons af toen we het Design museum in Gent binnenstapten. We bezoeken de grote hommagetentoonstelling "Piet(er) Stockmans. Een meesterlijk dilemma", georganiseerd naar aanleiding van de 70e verjaardag van de kunstenaar én industrieel ontwerper.

In 1986 stond Piet Stockmans – straks verklaren we de splitsing in Piet en Pieter – ook in dit museum dat toen nog het Museum voor Sierkunst heette. In dat jaar schreef conservator Lieven Daenens in zijn inleiding: "Piet Stockmans neemt in de boeiende keramische wereld een bijzondere plaats in. Daar waar andere kunstenaars het medium keramiek benaderen en gebruiken vanuit een louter plastische visie, is Piet Stockmans vanuit het vormgeven van industriële producten tot een perfecte materiebeheersing gekomen."

Een meesterlijk dilemma; het moeten maken van een keuze tussen twee op het eerste gezicht tegengestelde belangen. Een misleidende titel want Piet Stockmans (°1940) weet op meesterlijke wijze geen onderscheid te maken tussen de volwaardige en de toegepaste kunst, of het hoogstaand artistieke versus de massaproductie.

Hij volgde een opleiding als keramist aan het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en Toegepaste Kunsten in Hasselt. Hij behaalde nog een diploma in het Duitse Selb, volgde stage in de porseleinstad bij uitstek, het Franse Limoges en op 27 jaar palmde hij Nederland in met het Sonja-kopje (foto).

Herhaling creëert schoonheid

En daar stapt hij naar ons toe, Piet Stockmans, rijzig, aimabel, gekleed in zwart pak en vlinderdas. 24 jaar later. In de catalogus uit 1986 poseerde hij in een pak gesneden uit ribfluweel of corduroy en met vlindertje. De tijd heeft amper vat op hem.

Links staat een tekening van het wereldberoemde koffiekopje Sonja (goed voor meer dan 50 miljoen exemplaren) met daarnaast de tekst: "het werk voor de industrie maak ik met mijn verstand".

Rechts: een schets van ontelbare vleugeltjes uit porselein met de tekst: "het vrije werk komt vanuit mijn lichaam".

Er is niets veranderd, niet aan de man, niet aan de kunstenaar Stockmans. Industrieel en vrij werk vallen in de retrospectieve van 2010 merkwaardig goed samen.

“Laten we eerst naar het oude gedeelte van het museum gaan, daar hangen grote foto’s van wat ik hier in 1986 heb gemaakt.” Op de foto zien we hoe honderden kleine, identieke objecten uit porselein tussen en op antieke meubels staan.

Elk voorwerp op zich is mooi, maar het is de herhaling die schoonheid brengt.

“Ik maak deze honderden voorwerpen manueel, voorzichtig het ene na het andere vormend. De geest is er wel, maar het lichaam voert uit. Het voelen van de aarde en de klei maakt me kalm. De bewegingen die ik maak bij het vormen van een object zitten vol herhalingen. Het is een mantra; het repetitieve brengt rust.”

In de fraai gefotografeerde nieuwe catalogus staat bij het jaar 1999 één zin: "Gedenk o mens dat gij van stof zijt en tot porselein zult wederkeren".

Piet Stockmans wil werken met een materiaal dat bestand is tegen de erosie van de tijd. Een deel van onze zeer vroege geschiedenis kennen wij door de beschilderde vazen en huisraad. Keramiek is een solide oermateriaal. En toch vertelt Stockmans ons dat “het materiaal niet belangrijk is, belangrijk is wat je er mee doet. Het is de inhoud van het werk dat telt.” En zo hebben we in talrijke interviews gelezen dat hij eerder toevallig aan de slag is gegaan met klei, het had even goed papier kunnen zijn. Maar het werd gebakken aarde.

De opsplitsing in echte en toegepaste kunst is vals

Piet Stockmans die zowat zijn hele carrière les heeft gegeven aan het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving in het Limburgse Genk heeft het zijn studenten altijd voorgehouden dat alle kunst toegepaste kunst is.

De opdeling tussen volwaardige en toegepaste kunst bestaat niet. Bij een industriële bestelling vraagt de opdrachtgever een concept dat moet beantwoorden aan bepaalde eisen. Dat lijkt een beperking, maar deze technische eisen zijn een bron van inspiratie. Belangrijk daarbij is ook dat Piet Stockmans dankzij de industrie in de beste technische omstandigheden heeft kunnen werken; heel bevruchtend voor zijn vrij of beeldend werk.

En dan vertelt hij over vroeger, over de tijd van Brueghel en Rubens. De kerkelijke overheid bestelde bij Rubens een werk, gaf het thema op, het formaat was in overeenstemming met de plaats waar het zou worden opgehangen, en hop Rubens tekende en schilderde een voorstudie. Na goedkeuring van de klant ging het atelier van de Antwerpse grootmeester aan de slag.

Het zijn de romantici geweest die de kunstenaar op een piëdestal hebben geplaatst. Dat is voor niets nodig. En dan zijn tweede stokpaardje namelijk dat “een kunstenaar niet aan de rand van de maatschappij moet leven, maar wel er middenin, zodat hij kan signaleren.” Dat impliceert dat een kunstenaar niet arm en chagrijnig hoeft te zijn. Er is niets mis aan geld en zelfs goed geld verdienen. “De kunstenaars die het vandaag gemaakt hebben zoals Luc Tuymans, Alechinsky en Wim Delvoye, wel die zijn allemaal rijk.”

Van kop tot bord, van scherf tot mantel

De expositie en de catalogus zijn chronologisch opgebouwd, van 1963 tot 2010, jaar na jaar. “Kijk hier zie je de prototypes uit begin jaren 60. Onverkoopbaar. In 1966 ging ik werken bij Mosa BV Porselein en Tegelfabrieken in Maastricht. Een jaar later maakte ik dit kopje: een Sonja. Half Nederland drinkt zijn thee of koffie uit dergelijke kopjes. In 1995 kreeg ik er een lintje voor, en toen tekende ik het servies Sofie met een kopje waarvan het oor de vorm had van een lintje.”

Op een bepaald ogenblik moet Piet Stockmans drie kwart van alle ontwerpen van Mosa voor zijn rekening hebben genomen. En we kuieren door de fraai vormgegeven expositie: een bijzonder Duits servies voor het ziekenhuis, een plat bord waarvan de linkerhoek bestaat uit kleine topjes “wie slechts één arm heeft legt de boterham tegen die rand en dan kan hij die met één hand smeren“; voor Berghoff ontwierp hij zowel servies als bestek; later tekende hij nog een servies voor Royal Boch, zoutvaatjes, vazen, kommen en messenhouder; wat keuken en tafel behoeft:  Stockmans heeft erover nagedacht en het gemaakt. Dat is zijn seriewerk.

In Studio Pieter Stockmans ( opgericht in 1987) creëert hij serviezen voor de "grote" restaurants uit binnen- en buitenland, zoals Oud Sluis en Het Hof van Cleve. Een plat bord werd verhoogd zodat het bereide diner van de exquise chefs fraaier tot hun recht komt.

“Bij sommige objecten glazuur ik de binnenzijde maar blijft de buitenkant ruw. Daardoor kan ik de huid van het porselein voelen.”

En binnen dezelfde tentoonstelling staat ook persoonlijk of vrij werk uitgestald. Aan een muur "waaieren vleugeltjes met een stripje blauw“: dit had ik ook uit papier kunnen maken, maar het is porselein; maskers van zijn eigen aangezicht, plat en opgerold, en als hoogtepunt op het podium een avondkleed geïnspireerd op de pluimenmantel van Montezoema uit de 16e eeuw, een levensgroot werk bestaande uit ontelbare handgemaakte wit/ blauwe porseleinen plaatjes door zilveren kettingen aan een jurk gerijgd.

En dan blijven we staan bij een vaas uit glas waarop een dun stokje uit porselein rust. We kijken hem vragend aan. “Dikwijls is glaswerk voor mij kitsch. Daarom heb ik het glas als sokkel gebruikt en het kleine object uit porselein refereert naar een Zen-gevoel.”  Weer die contemplatie, die drang om via arbeid de onrust te onderdrukken.

Het blauw van Stockmans

En dan is er nog het Stockmansblauw, misschien nog het best te omschrijven als mediterraans blauw of Belgisch blauw bij een zomerse hemel. Een kleur die hij eerder bij toeval ontdekte toen hij aan het experimenteren was met kleuren. Bij een temperatuur van 1.410°C verbranden alle kleuren behalve blauw. Het blauw geeft het maagdelijke wit van het porselein een nieuwe, rijkere dimensie.

Stockmans heeft bereikt dat keramiek en porselein een hedendaagse uitstraling kregen en niet langer als ouderwets of antiek worden afgedaan.

En hoe Piet Stockmans zich als kunstenaar ziet, verwoordde hij in 1996 zo in De Standaard: "De taak van een kunstenaar is het opwekken en vooral het vasthouden van een gevoel dat de mensen zelf niet kunnen creëren. Een musicus die een werkstuk aflevert dat mensen bij het aanhoren telkens tot tranen toe beroert, een roman die de lezer emotioneel pakt, dat is het. Een beeldend kunstenaar doet zoiets met visuele impulsen. Wanneer iemand een schilderij of, in mijn geval, een stuk keramiek in zijn huis heeft hangen of staan en telkens hij of zij er voorbij koopt, een kleine siddering van genot ervaart, dat is toch echte kunst. Men moet zo’n dingen niet idealiseren. Ware kunst is immers zeer eenvoudig."

Dit jaar krijgt Piet Stockmans in oktober, wanneer hij zijn 70e verjaardag viert, een grote expositie in de lokettenzaal van het Vlaams Parlement. En waarom die dubbele naam Piet en Pieter. Piet is zijn roepnaam en daarmee signeert hij ook. Pieter is zijn officiële naam en hij wil dat – na zijn dood – zijn studio blijft bestaan als Studio Pieter Stockmans.

En wij zijn benieuwd wat directeur Lieven Daenens vandaag in zijn voorwoord schrijft, 24 jaar na die andere catalogus: “Als er een constante in de persoonlijkheid van Piet Stockmans moet worden vermeld, is het wel die van de rusteloze ambitie om nieuwe zaken te realiseren met een permanent streven naar perfectie."

Bij ons zindert deze zin na: ‘Ware kunst is immers zeer eenvoudig". Wij veronderstellen dat Stockmans daarmee bedoelt gebakken aarde, vastberadenheid en kunstenaarsschap.

Yves Jansen

Piet(er) Stockmans. Een meesterlijk dilemma

Design in porselein

Design museum Gent

tot 24 oktober 2010

Meest gelezen