Jan Vercruysse, werken 1975-2009

Jan Vercruysse is niet de gemakkelijkste hedendaagse kunstenaar om te bespreken. Een publiek figuur wil hij niet zijn, integendeel, werken in de luwte van het hectische hedendaagse leven zint hem zeer. De bezoeker van zijn tentoonstellingen slaat hij niet met grote theorieën om de oren, hij is de man van de intelligente knipoogjes. Voor ons vertrek naar M in Leuven hadden wij zijn knipselmap doorgenomen: we lazen veel dure woorden en ingewikkelde duidingen van zijn werk.

Eén term trok onze aandacht: synesthesie of de uitwisseling van eigenschappen behorend tot verschillende sferen. Op het einde van de negentiende eeuw (bij de symbolisten) kaderde synesthesie in het streven van de avant-garde om alle kunstuitingen met mekaar te verbinden. De poëzie beïnvloedde rechtstreeks de beeldende kunst en omgekeerd. De Franse dichter Stéphane Mallarmé (1842-1898) creëerde een eigen beeldtaal die gesloten en duister was. De vormgever gaf het gedicht een bijzondere typografie en spatiëring specifiek in functie van die taal.

Hetzelfde deed de Vlaamse dichter Paul Van Ostaijen (1896-1928) zoals bij Boem Paukeslag daar ligt alles plat. "Boem" heel groot, "Paukeslag" iets kleiner, "Daar ligt alles" kleine letter,"Plat" en dan weer groter. De lezer ziet de taal, hij leest de taal en hij hoort hoe paukenslag neerkomt.

Nadat Mallermé "L’après mide d’un faune" had geschreven in 1876 ging componist Claude Debussy (1862-1918) ermee aan de slag. Hij wilde "het hermetische en het raadselachtige van het gedicht van Mallarmé door de muziek ontsluiten zodat het toegankelijker werd".

De tentoonstelling in Leuven toont op een heldere manier aan hoe Vercruysse speelt met beeld en woord en hoe hij beiden laat samenkomen om zo een nieuwe taal te ontwikkelen.

 

Van dichter naar beeldend kunstenaar

En merkwaardig: Jan Vercruysse (°1948) was destijds dichter. In 1975 maakte hij zijn opwachting in de beeldende kunsten. Hij is er een buitenbeentje. Niet zo communicatief, teruggetrokken en niet vatbaar voor een commerciële concessie welke dan ook.

Wij wilden graag naar zijn overzichtstentoonstelling. Tijdens Beaufort 03 hadden wij zijn tuin gezien aan de Dumortierlaan in Knokke-Heist en ook zijn tekeningen Labyrinths & Pleasure Gardens ten onrechte weggestopt in een achterzaal van Mu.ZEE in Oostende, konden ons bekoren. Het zijn plannen die een tuinarchitect kan maken maar die door het potlood en de pen van Vercruysse worden opgetild tot kunst.

Deze kunstenaar intrigeert ons.

Objecten uitsluitend voor de kunst

In Leuven maakte Jan Vercruysse een selectie uit zijn oeuvre van 1975-2009. Het is een grote tentoonstelling verspreid over de drie gebouwen van Museum M. Het is curator Eva Wittocx die me graag en met bravoure twee uur op sleeptouw neemt.

Zij leert me dat Vercruysse zich resoluut heeft afgezet tegen de pop-art: “ Vercruysse staat voor kunst die uitnodigt tot reflectie en rust. Hij is ook een kunstenaar die zich laat inspireren door de kunstgeschiedenis. Al die referenties zijn belangrijk maar niet dwingend. Een object of installatie is best genietbaar zonder die historische context, maar het geeft wel een meerwaarde.”

Meteen kijken we naar de "Portretten van de kunstenaar" (1978-1984): zwart-witfoto’s van Vercruysse zelf door hemzelf gemaakt en steeds met een attribuut - zoals een masker - zodat zijn aangezicht zelden zichtbaar is. Zijn zelfportretten zijn geknutseld, maniëristisch en ijdel.

Hiermee maakt hij ons duidelijk dat hij het niet opportuun acht dat wij doordringen tot de mens Vercruysse. De kunstenaar Vercruysse, daarmee moeten we het doen.

En, belangrijk, een metronoom verwijzend naar de muzikaliteit van de poëzie. Hij bewerkt ook de foto’s via collage, bijtekenen, en dergelijke, pas dan neemt hij opnieuw een foto waarvan slechts één uniek druk bestaat, precies zoals een schilderij.

En fotografie blijft hem fascineren: in 2001 maakte hij de reeds "Camera Obscura", genoemd naar een van de eerste fototoestellen waarbij het beeld omgekeerd of op zijn kop op de glasplaat wordt geprojecteerd. Dat geeft grappige effecten: links poseert Alice in een lange witte jurk. Rechts staat zij op haar hoofd ( het camera obscura-effect dus ) en haar rok dwarrelt voor haar hoofd en we zien haar wit slipje. Dat doet hij ook met Arlecchino de onozele, fratsen makende knecht uit de commedia dell’arte. Links poseert Arlecchino normaal, links staat hij op zijn handen en ligt zijn hoed naast hem. Op principe verzint Vercruysse meerdere variaties.

Tombeaux of herinneringen

Van 1987 tot 1994 maakte Vercruysse verscheidene objecten en installaties die niet meteen onder één thema zijn onder te brengen maar allemaal dezelfde titel krijgen: "Tombeaux". Un tombeau betekent "graf" of "tombe". Het kan ook "gedicht" en "muzikale compositie" zijn wanneer het "tombeau" in relatie staat met een plaats of drager van een herinnering.

Het is een monument of een ode om iemand die er niet meer is te gedenken; het is aanwezigheid van een afwezige benadrukken. Daarom een lege stoel of een sokkel: leeg en toch gevuld met een denkbeeldige aanwezigheid.

Vercruysse werkt voor "Tombeaux" graag met muziekinstrumenten, mogelijk een link - de synesthesie - naar "Le Tombeau de Couperin", het zesdelig pianowerk in 1917 geschreven door Maurice Ravel (1875-1937) opgedragen aan zes Franse militairen gesneuveld tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Fenomenaal mooi zijn de stoelen uit blauw glas geblazen in Murano, het befaamde Venetiaanse eiland. Deze stoelen hangen aan een kapstok. Curator Eva Wittocx vertelde me dat een bezoeker een stoel botweg had verhangen: “Deze stoelen zijn bijzonder kostbaar, fragiel en uniek. Ach ik heb mensen ook al zien bladeren in opbergmappen, hoewel ze dat niet mogen doen. Jan Vercruysse wil niet dat er een koord rond een kwetsbaar werk wordt gespannen, neen, dat zou afbreuk doen aan zijn kunst.”

Les Paroles en de piano als vorm

"Les Paroles" uit 2003 toont inderdaad een opbergmap op een staander in de vorm van een hoge kruk met leuning. In de map: een partituur van Ravel of Ligeti, een precieus samenbrengen van vier foto’s of een tekst.

En dan zijn er de piano’s: ze staan prachtig opgesteld in M. De piano’s van Vercruysse - het is zijn lievelingsinstrument, de eerste werken dateren uit 1975 - hebben geen poten en bij het klavier kregen ook de zwarte toetsen een witte kleur.

Het zijn nagebouwde piano’s gemaakt uit gips en hout. Soms kleurde hij de uiteinden van de balken waarop "het instrument" rust. Het is geen piano, het is geen instrument want het kan geen muziek produceren, het is een object waarvan de vorm de aandacht opeist. Het is een metafoor voor de stilte verwekt door een object dat - in principe - geluid moet voortbrengen.

Places

Sinds 2005 concentreert Vercruysse zich op het kaartspel. In de eerste fase van "Spaces" speelt hij met de gekende pokercombinaties zoals full house, straight…

De kunstenaar gaat verder. In een tweede reeks brengt hij de vier traditionele symbolen van het kaartspel - ruiten, klaveren,schoppen en harten - op een platte stalen of marmeren plaat. Die hebben de vorm van een gedenkplaat. De symbolen van het kaartspel zijn heel precies uitgesneden. Ze worden niet willekeurig naast of onder mekaar geplaatst, er zit een systeem in maar de kunstenaar geeft er nog geen eenduidige betekenis aan. Dat gebeurt pas in de laatste fase: met de symbolen creëert hij een nieuwe, eigen taal van letters en cijfers. Een klaveren staat voor a, een s is een klaveren en een ruiten, en 0 is ruiten en twee maal schoppen.

En zo kan de bezoeker gaan lezen wat de kunstenaar met zijn uitsnijdingen heeft bedoeld. Een klein voorbeeldje: one day velazquez and magritte meet at the royal casino says diego hi, Andre says rene hi, pablo. Daarvoor heeft Vercruysse maar liefst 151 symbolen nodig! En meteen geeft hij te kennen dat dit alfabet een gimmick, spielerei is. Zelfs zijn geliefkoosde wijnstreek kreeg een gedenkplaat met inscriptie.

Uitstekende publicaties

Het was een uitstekende idee van M om Jan Vercruysse - die in 2001 de Vlaamse prijs voor Beeldende Kunst kreeg - uit te nodigen voor deze overzichtstentoonstelling. Vercruysse staat nog steeds in de schaduw van Panamarenko, Wim Delvoye, Jan Fabre, … Zij weten de media te bespelen, dat doet Vercruysse niet.

In 1992 vroeg Jan Hoet - toenmalige directeur van het Museum van Hedendaagse Kunst Gent, het latere S.M.A.K. - Vercruysse deel te nemen aan Documenta in het Duitse Kassel. Vercruysse was enthousiast, maar toen Hoet er een mediagebeuren van maakte, haakte Vercruysse af. Hij was het dictatoriale optreden van Hoet én de snelle, commerciële kunst meer dan beu. Hoet lanceerde nog een publieke smeekbede in de pers, maar Vercruysse bleef bij zijn standpunt.

Elke bezoeker ontvangt een boekje. En dat is handig want de werken van Vercruysse kennen meerdere lagen die de toeschouwer al denkend en intuïtief zal leren kennen. Want de opstelling in het museum kan dan wel fragmentarisch ogen, dat is schijn, elk werk is wel degelijk een onderdeel van een groot geheel. En om dit te ontdekken is dit miniboekje een goede leidraad.

Bij deze tentoonstelling verschijnt er een bijzonder mooie catalogus op groot formaat. Het is de meest volledige publicatie momenteel op de markt aanwezig.

Yves Jansen

Jan Vercruysse, werken 1975-2009

M. M van Museum Leuven, tot 17 januari 2010

www.mleuven.be

 

Meest gelezen