Nieuwe voorstelling Wouter Deprez: "Indringend, ingrijpend en aangrijpend"

Wouter Deprez had andere plannen voor een nieuw programma. Maar de realiteit is er nu eenmaal. En werd inspiratie, noodgedwongen. De partner van Deprez kreeg enkele maanden geleden te horen dat ze borstkanker heeft. En intussen is ze enkele operaties en vele chemobehandelingen verder. Deprez bouwt zijn nieuwste, “Bloemen, bijen en borstbollen” rond haar. Rond de vuile ziekte. Rond zijn gezin. Rond zichzelf ook. En het zal je niet verrassen: een rasverteller als Deprez maakt van deze voorstelling een somber pareltje, dat je doet nadenken.
jonas lampens

De voorstelling werd ietwat onverwacht gemaakt. Een kanker plan je nu eenmaal niet, mijnheer. In een aantal maanden tijd heeft Deprez de rampspoed, de pijn, de frustratie, het onbegrip, de hoop en de liefde verwerkt in een boek. En er een theatertoer aan gebreid. Een boek trouwens ook waaruit hij voorleest op het podium, van achter een pupiter. Met achter hem Ruben Focketyn (foto), een multi-instrumentalist die de soundtrack van de voorstelling maakt. Die sonoriseert op het podium. Beheerst, ingehouden, dienend en mooi. En toen hij zijn absolute solomoment beleefde, ging mijn kiekenvlees rechtstaan. Wat een stem, wat een geluid. Jammer eigenlijk dat hij maar één keer echt kon uithalen.

Kiekenvlees, juist. Deprez heeft het meermaals over zijn kippen: Klara 1, Klara 2, Klara 3. En de haan die ook Klara heet, op last van het zoontje. Ook nu weer toont Deprez zich een meester-chroniqueur van de alledaagsheid, een sublieme beschrijver van de gewone dingen des levens, een gestileerde verteller van wat rond en mét een mens gebeurt.

jonas lampens

Confrontatie en voyeurisme

In de voorstelling maakt Deprez een driesprong: van voorlezer van het boek, tot de verteller van huis-, tuin- en gezinsverhalen naar scherpe analyticus van het ziekteproces van zijn vrouw. Ja, het is vreemd om iemand bij momenten zo glashelder maar nuchter te horen vertellen over de tegendraadsheid van het leven. Je kijkt bijna binnen. In iemands huis. In zijn leven. In zijn hart en in zijn geest. Een ongewilde vorm van voyeurisme. Maar confrontatie is soms de beste weg.

En kiekenvlees, alweer. Zowat de hele voorstelling lang houdt Deprez me in de ban. Laverend tussen verhalen over de liefde voor zijn gezin, scherpe sneren over de ziedende ziekte en hilarische interventies over zijn familie en zijn ouders. In die in het West-Vlaams gedoopte anekdotiek, hilarisch verteld, met de ideale timing en de juiste bewegingen, iets waar Deprez één van de heersers in is. Het viel me trouwens weer op: hoe later in zijn carrière, hoe liever ik het heb. Ik heb altijd meer gehouden van Wouter Deprez als meester-verteller dan als komiek. De vorige voorstelling, “Slijk”, vond ik al een hoogtepunt, deze ook. Anders, pijnlijker, somberder en gelaagder, maar prachtig.

Jonas Lampens

Bloesems

Zelden heb ik in een voorstelling het publiek zo horen en voelen twijfelen. Wankelen. Weifelen. Van bulderlach door een dolkomisch tafereel tot de zure wrijving op je tong omdat het gebrachte verhaal wel heel scherp en pijnlijk is. Indringend, ingrijpend en aangrijpend. Sfeerwissels waar Deprez mee speelt. Zonder dat het een manie wordt, of een flauw truukje. Neen, de mens Wouter Deprez is -neem het van mij aan- echt, integer, geëngageerd. Betrokken en gevoelig. En is ook heel voorzichtig met zijn publiek. Hoe zeer een kanker er ook inhakt, letterlijk en figuurlijk, des te meer heb je best een fluwelen tong als je erover vertelt.

Deprez uit zich als een steunbeer voor zijn vrouw. Als iemand die leeft tussen hoop en vertwijfeling. Als een mens vol twijfels, maar met de duidelijke missie om rechtdoor te varen, op het doel af. Want de appelboom moet volgend jaar weer in bloesem staan, het leven moet weer bloeien en floreren. Tussen enkele hilarische verhalen in (over tante Gerarda, het bos van nonkel Wilfried en de valpartij van zijn ouders) kruipt Deprez telkens terug in zijn schulp. Letterlijk. Naar achter op het podium, met die blinkende bijenkorven in de lucht. Terug in de comfortzone, weer in de veiligheid, daar waar je wacht op de kanteling van de tijd en op verlossend nieuws.

Ikzelf heb enkele maanden geleden in mijn familie ook een pijnlijke ervaring met kanker meegemaakt. Die zovelen treft. Ik durf denken dat dat het geval is voor bijna iedereen in het publiek, in zekere zin. Ver weg of dichtbij. Het komt voor in alle families. En sommigen overleven, anderen ondergaan. En dat weet iedereen. Ik heb zelden zo gevoeld dat de finale van een voorstelling zo de tranen deed wellen in zowat iedereens ogen. Zonder dat het gratuit of voorspelbaar werd. Omdat de pijn van een ander ook jouw pijn kan zijn.

Jonas Lampens

Volle glorie

Met “Bloemen, bijen en borstbollen” heb ik een voorstelling gezien die knaagt. Binnenin de verteller, maar ook in mij. En bij de rest van het publiek. Een voorstelling vol vuur en passie, een therapie in voorleesmomenten, een aanklacht, een “fuck you” naar die klotekanker. Gebracht door een mooie mens. Met een mooie vrouw. Met een mooie liefde in hem. In een voorstelling vol schoonheid, ingetogenheid en warmte, maar ook brullende woede en ontwapenende slapstick.

Ik wens Marjan (en bij uitbreiding alle kankerpatiënten) een vlot en pijnloos herstel toe. Om daarna weer tussen de bloemen en de bijen rond te dolen. In die tuin die die smerige garageboxen heeft verjaagd. Zoals een behandeling het vuile beest moet doen oprotten. En ik wens Wouter Deprez toe dat hij het lichaam dat hij zo graag ziet binnenkort weer in volle glorie mag zien. Omdat mooie mensen mooie momenten verdienen. En bloemen vol kleur die uit de bollen poppen…

Meest gelezen