Marcel Broodthaers krijgt retrospectieve in New York

De naam van Marcel Broodthaers (1924-1976) is voor eeuwig verbonden aan zijn mosselpotten. De overzichtsexpo in het MoMa in New York met zijn werk loopt van 14 februari tot 15 mei.

In totaal worden er meer dan 200 werken van de Brusselse neo-dadaist en surrealist getoond. Die werken onderstrepen het belang van Broodthaers in de geschiedenis van de 20e eeuwse kunst.

Broodthaers' mosselpotten - je ziet wat de titel doet vermoeden - zijn geïnspireerd op de beroemde ready mades van dadaïst Marcel Duchamp, in het bijzonder diens baanbrekende "Fountain": een urinoir in porselein dat, door het uit zijn utilitaire context te halen, tot kunst werd benoemd.

Net als Duchamp ijverde Broodthaers voor een nieuwe benadering van de kunst en voor het losrukken van de kunst uit de museale klauwen. Om met name dat laatste in de verf te zetten, "bezette" hij in 1968 het Museum voor Schone Kunsten in Brussel.

Omgekeerd exposeerde hij het meest uiteenlopende werk in zijn eigen woning in de Belgische hoofdstad en riep die woning uit tot het "Musée d'Art moderne - Département des Aigles". Onder voorwerpen als prentkaarten - waar aan de kunstfactor ervan getwijfeld zou kunnen worden - voegde hij het bordje "Dit is een kunstwerk" toe, een hommage tevens aan de door hem bewonderde magische realist René Magritte en diens vermaarde "Ceci n'est pas une pipe".

Voor Broodthaers is de expo in het MoMa niet echt een late erkenning. Zijn werk is al vertoond in vermaarde kunstpaleizen als de Tate Modern in Londen, het Museum of Modern Art in Los Angeles, de Kunsthalle in Düsseldorf en het Jeu de Paume in Parijs.