Remco Campert krijgt Prijs der Nederlandse Letteren uit handen van koning Filip

Campert behoorde na de Tweede Wereldoorlog tot de dichtersgroep de Vijftigers, waarvan ook onder anderen Hugo Claus deel uitmaakte. Campert is vooral bekend voor zijn gedichten, verhalenbundels, cursiefjes, columns en romans, waaronder "Het leven is vurrukkulluk".

"Ook in Vlaanderen herkennen uw lezers zich in uw gedichten, verhalen, romans en cursiefjes waarin u met zachte ironie en weemoed over het gewone schrijft", zei koning Filip bij de overhandiging in de troonzaal van het paleis in Brussel. "Als schilder van de taal leert u ons dat de echte wijsheid erin bestaat in het alledaagse het uitzonderlijke te zien."

De uitreiking werd bijgewoond door de Vlaamse en Nederlandse ministers van Cultuur en Onderwijs, de voorzitters van het Vlaams Parlement en de federale Kamer van volksvertegenwoordigers, maar ook door collega-schrijvers zoals Cees Nooteboom, Jan Mulder, Anna Enquist, Margriet De Moor, Stefan Hertmans en Kees van Kooten, die een laudatio uitsprak voor zijn boezemvriend Remco.

Vroegere laureaten van de driejaarlijkse prijs waren onder anderen de romanschrijvers Stijn Streuvels, Gerard Walschap, Simon Vestdijk, W.F. Hermans, de dichters J.C. Bloem, A. Roland Holst en Lucebert, en recenter Hugo Claus, Harry Mulisch en Gerard Reve.

Drie jaar geleden ging de prijs naar de Vlaamse dichter Leonard Nolens. In 2009 won de Nederlandse schrijver Cees Nooteboom en daarvoor was in 2007 de in Vlaanderen wonende Nederlandse auteur Jeroen Brouwers laureaat, maar die weigerde de prijs toen, omdat hij het bedrag dat aan de prijs verbonden was beledigend laag vond. Toen bedroeg de prijs 16.000 euro.

Vandaag is aan de Prijs der Nederlandse Letteren een bedrag van 40.000 euro verbonden. De prijs wordt toegekend door het ministercomité van de Taalunie die daarvoor een vakjury aanstelt. Voorzitter van de jury was dit jaar Kris Humbeeck, literatuurprofessor aan UAntwerpen.