Tweevoudige Gouden Uil-winnaar schrijft “literaire zelfmoordbrief”

Een alarmkreet. Zo leest de bijdrage die Floortje Zwigtman vanmorgen op haar Facebookpagina heeft geplaatst. Twee keer won de Nederlandse schrijver de Gouden Uil voor kinder- en jeugdliteratuur, maar nu overweegt ze ernstig te kappen als auteur. De reden? Zowel in Vlaanderen als Nederland zit kinder- en jeugdliteratuur in het verdomhoekje en steeds meer auteurs gaan kopje onder. “Niemand lijkt ons te missen.”

Concrete aanleiding voor de bijdrage op haar Facebookpagina is het verdwijnen van De Leeswelp, een magazine voor en over kind- en jeugdliteratuur waarvoor Zwigtman een jaar lang stukken schreef. “Dit was voor mij de druppel”, vertelt ze aan onze redactie. “Dit tijdschrift was één van de laatste in zijn soort. De kaalslag binnen de wereld van de kinder- en jeugdliteratuur is bedroevend. Tijdschriften verdwijnen, de media tonen amper aandacht, kinder- en jeugdauteurs halen zelden de krant.”

“Tegelijk luidt het dat lezen van onschatbare waarde is voor de empathie, de taalvaardigheid en de ontwikkeling van kinderen. Het helpt hen een steeds complexere wereld te begrijpen. Ik zeg niet dat kinderboeken dé oplossing zijn, maar ze helpen wel de realiteit beter te begrijpen. Tegelijk daalt de aandacht voor kinder- en jeugdliteratuur gestaag. Ik won twee keer de Gouden Uil voor kinder- en jeugdliteratuur. Die stond op hetzelfde niveau als de Gouden Uil voor literatuur voor volwassenen. De prijs is inmiddels afgeschaft.”

"Tak die zichzelf niet vernieuwt, is ten dode opgeschreven"

“Zowel in Nederland als Vlaanderen zit kinder- en jeugdliteratuur in het verdomhoekje. In Vlaanderen is het probleem zo mogelijk nog nijpender want het gebied is kleiner. Het landschap verschraalt. Een tak die zichzelf niet vernieuwt, is ten dode opgeschreven.”

“Heel wat auteurs worden gedwongen te stoppen. Niemand lijkt hen te missen. Met deze “literaire zelfmoordbrief” wil ik de vraag opwerpen of mensen ook een Gouden Uil-winnaar zouden missen als ze stopt. Ik ben ertoe bereid. Niet dat ik mezelf buitengewoon belangrijk vind, ik schrijf mijn bijdrage met al mijn collega-auteurs in het achterhoofd."

Meest gelezen