Dick Bruna, de man die kleuters zelf liet lezen

Dick Bruna was voorbestemd om zakenman te worden, maar hij koos voor een ambacht, dat van het tekenen. En hoewel het zijn bedoeling niet was, maakte hij uiteindelijk toch fortuin, als geestelijke vader van een lief, wit konijntje. Of zoals Bruna zelf ooit zei: "Het zit in mijn aard om lief te tekenen."
2011 Martin Godwin

Het was niet de bedoeling dat Bruna tekenaar zou worden. Hendrikus Magdalenus Bruna werd immers geboren in een geslacht van uitgevers. Zijn grootvader en vader waren allebei uitgever, net als zijn oom Henk die daarnaast ook een boekhandel in kantoorbenodigdheden runde.

Vader Bruna vond dat zijn tweede zoon uit het juiste hout gesneden was en stuurde hem naar Londen en Parijs om er het vak te leren. Maar de jonge Dick hing er vooral rond in musea, waar hij niet weg te slaan was van het werk van schilders als Picasso en Matisse.

Ook De Stijl van Piet Mondriaan en Bart van der Leck was een inspiratiebron. Het sterke kleurgebruik en de geometrische vormen spraken hem aan en zouden hem later tijdens zijn carrière als tekenaar blijven inspireren.

Zwarte Beertjes

Terug in Nederland schreef Bruna zich in aan de kunstacademie in Amsterdam. Maar na zes maanden gaf hij er de brui aan, en begon hij als tekenaar in het bedrijf van zijn vader, A.W. Bruna. Dick tekende er zowat 1.800 omslagen, onder meer voor de Zwarte Beertjes pockets, maar ook voor boeken van schrijvers als Georges Simenon en Ian Fleming.

Zijn eerste eigen kinderboek tekende hij in 1953, "De appel". Twee later verscheen Nijntje ten tonele. Bruna was met zijn gezin op vakantie en tekende een verhaal voor zijn zoontje, gebaseerd op diens knuffel.

Eenvoudige lijnen, vrolijke kleuren

Typisch voor Nijntje was dat Bruna met weinig lijnen heel herkenbare en heel verschillende figuren tekende. Bruna tekende ook altijd met de hand, tot aan het laatste "Nijntje" in 2014. Er kwam geen computer aan te pas.

Revolutionair aan de kleine boekjes was dat jonge kinderen voor het eerst zelf konden "lezen. Bruna liet de kleuters de ruimte voor hun eigen fantasie en toonde ze dieren in vrolijke kleuren. De vierregelige rijmpjes lagen lekker in het gehoor, het formaat was handzaam en de uitvoering stevig. De Nijntjes bleken perfecte voorleesboekjes.

Ondanks het succesrecept duurde het nog een tijdje voor de boekjes aansloegen. Begin jaren zestig ging Nederland eindelijk overstag. De verkoop kwam op gang en al snel gingen de boekjes als zoete broodjes over de toonbank.

Meer dan 100 miljoen exemplaren verkocht

In de loop der jaren werden de boekjes in tientallen talen vertaald, onder meer het Zuid-Afrikaans en het Arabisch. Nijntje, of Miffy, zoals ze in tegenwoordig in de meeste buitenlandse uitgaven heet, is bijvoorbeeld razend populair in Japan en heeft er de status van nationale heldin.

Wereldwijd zijn er ruim honderd miljoen exemplaren van verkocht. Daarmee behoren de Nijntjes-boeken tot de meest vertaalde boeken ter wereld. "Ik ben waarschijnlijk altijd een jongetje van vier gebleven", zei Bruna op latere leeftijd in een interview. "Geld verdienen is nooit een uitgangspunt voor mij geweest." Maar de wereldwijde merchandising van Nijntje-producten maakten van hem uiteindelijk een multimiljonair. Bruna zelf bleef de eenvoud zelve, hij fietste tot op hoge leeftijd dagelijks van zijn huis naar zijn atelier.

Literaire erkenning

Bruna werd tijdens zijn leven veelvuldig geëerd. In 1990 won hij de Gouden Penseel van de Kinderboekenjury voor "Boris Beer". In 1996 won hij de Zilveren Penseel en het jaar daarop ontving hij een Zilveren Griffel voor "Lieve oma Pluis".

In 2000 kreeg het werk van Bruna een vaste plek in het Centraal Museum in zijn woonplaats Utrecht. In 2006 werd hier in een deel van het gebouw het dick bruna huis geopend. In 2016 werd de naam veranderd in nijntje museum. Zonder hoofdletters, want Bruna vermeed voor zijn jonge publiek altijd het gebruik ervan.

In 2015 was in het Rijksmuseum een tentoonstelling over Dick Bruna en zijn werk. Er werd zelfs een musical gecreëerd. Over zijn werk zei Bruna ooit: "Het zit in mijn aard om lief te tekenen. Ik vind het fijn als een tekening vriendelijk overkomt, als hij mensen aan het lachen maakt."

Nijntje in alle talen

Nijntje wordt de laatste jaren in de vertalingen altijd Miffy, Miffi of Mifi genoemd, maar dat is niet altijd zo geweest. In de beginjaren heette het figuurtje in het Frans Mouffe of Petit Lapin. In Duitsland was dat Nientje of Ninchen, in Finland Milla en in Zweden Lilla Kanin.

De Afrikanen kenden haar als Kleintjie of Katryntjie, Tswana, Kleintjie, Monyenyane, Mosetsanyana, Ntsongwana, Potjana Venda, ... In het Arabisch heette ze Naynti, in het Japans Usako-chan en in het Chinees Mi fei.

Meest gelezen