Tsjombé: come back kid of platte opportunist?

Moïse Kapenda Tsjombe was een van de sleutelfiguren in de jaren voor en na de onafhankelijkheid van Congo. Hij liep vooral in de kijker als de man van de Katangese secessiepolitiek, zijn aandeel in de moord op Lumumba en zijn opportunisme.

Moïse Tsjombe werd geboren in Musumba, in de zuidelijke mijnprovincie Katanga. Hij was de zoon van een welgesteld zakenman en ging na zijn hogere studies de winkelketen van zijn vader beheren. Dat laatste was niet echt een succes, want Tsjombe liep een een veroordeling op wegens wanbetaling.

In de jaren 50 komt hij in de ban van het idee van een onafhankelijk Congo. Hij sticht de Conféderation des Associations Tribales du Katanga (CONAKAT), een partij die bijna uitsluitend aanhangers heeft in de mijnprovincie.

Na de kieszege van de unitaristische Mouvement National Congolais (MNC) van Patrice Lumumba en de onafhankelijkheid op 30 juni 1960 van Congo kiest Tsjombe zijn eigen weg. Op 11 juli roept hij de onafhankelijkheid van Katanga uit, met de steun van de machtige Union Minière du Haut-Katanga. Katanga is als het ware de schatkamer van Congo en is dus onmisbaar voor de verdere ontwikkeling van het land.

De Verenigde Naties komen tussenbeide op vraag van premier Lumumba, die zelf het slachtoffer wordt van de politieke rivaliteit in het jonge Congo. De unitaristische premier wordt door legerchef Mobutu overgevlogen naar Katanga, waar zijn aartsvijand Tsjombe beslist over zijn lot. 

  • Moïse Kapenda Tsjombe
  • 18 november 1919 - 29 juni 1969
  •  Oprichter van de Conféderation des Associations Tribales du Katanga (CONAKAT)
  • President van Katanga (1960-63) en premier van Congo (1964-65)
  • "Men verwijt ons dat we onze rijkdommen voor onszelf willen houden. Wij willen die wel delen met staten die arm zijn, maar onze eigen binnenlandse zaken willen we zelf behartigen" (Bij het uitroepen van de onafhankelijkheid van Katanga op 11 juli 1960)

Een hobbelig politiek pad

Intussen erkent geen enkel land het afgescheurde Katanga als staat, maar de koperprovincie houdt stand tot 1963, dank zij de verborgen steun van de voormalige Belgische kolonisator, de openlijke financiële steun van de Union Minière en het huurlingenleger van de Fransman Bob Denard. Uiteindelijk verslaan de VN-blauwhelmen de Katangese gendarmes. Tsjombe gaat in ballingschap naar Spanje.

Een jaar later maakt de voormalige Katangese president zijn rentrée op de Congolese politieke scène. Hij schopt het zelfs tot premier.

Als regeringsleider neemt hij enkele controversiële beslissingen, zoals het verdrijven uit Kinshasa van inwijkelingen uit Congo-Brazzaville, aan de overkant van de Congo-stroom. In 1965 boekt zijn partij een kieszege, waardoor hij een serieuze uitdager wordt voor president Kasavubu. Na een conflict met het staatshoofd stuurt die hem de laan uit.

1965 is een woelig jaar voor Congo, dat uitmondt in de staatsgreep door Mobutu. Tsjombe vlucht andermaal naar Spanje, van waaruit hij het Mobutu-regime blijft bekampen. De dictator laat hem bij verstek ter dood veroordelen.

in 1967 wordt het vliegtuig van Tsjombe gekaapt door huurling Francis Bodenan. Voor wie die Bodenan werkt, blijft tot op vandaag onduidelijk. Hoe dan ook zet het vliegtuig koers naar de Algerijnse hoofdstad Algiers, waar Tsjombe in de boeien wordt geslagen. Algiers willigt een verzoek in van Mobutu om hem uit te leveren, maar in de praktijk komt daar niets van terecht.

Twee jaar later overlijdt Tsjombe in zijn Algerijnse cel, naar verluidt aan een hartaanval. Zijn stoffelijk overschot wordt overgevlogen naar Brussel, waar hij wordt begraven op 5 juli 1969.

Rik Arnoudt

Meest gelezen