Euforie van acht jaar geleden is helemaal weg

In de rubriek "Vlamingen in de VS" laten we Vlamingen aan het woord die in één van de staten van Amerika wonen. Zij beschrijven hoe ze de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 8 november ervaren. Vandaag: New Jersey.

Acht jaar woon ik intussen al in de Verenigde Staten. Vorige zomer ben ik officieel ook Amerikaanse geworden, na een emotionele plechtigheid in Newark met zicht op Manhattan. De verkiezingen van 2016 zijn de eerste waarbij ik ook echt het stemhokje in mag. "And what great choices you have", krijg ik vaak nogal sarcastisch te horen van collega’s, vrienden en familie.

Ik herinner me nog goed de scènes in 2008 in de East Village van New York City toen de eerste zwarte president werd verkozen. Wat een feestje… New York is natuurlijk een "blue state" en New York City is zo ongeveer het donkerste blauw dat er te vinden is op de politieke kleurenkaart van het land. Maar toch hing er die avond ook een ander soort hoop in de lucht, hoop dat er een nieuw tijdperk was aangebroken, dat het land eindelijk uit zijn racistische verleden geklommen was en dat de jeugd het nu voor het zeggen had. Acht jaar later is er van die euforie van toen nog weinig te merken.

Schoonvader is rasechte Republikein, maar kan niet op Trump stemmen

Ik woon nu in South Orange, New Jersey, met mijn man Mike, mijn twee kinderen (Lily en Noah) en onze Nederlandse au pair.

Mike is geboren in Fort Campbell in Kentucky als "army brat", zoon van een soldaat. Zijn ouders zijn al 30 jaar gescheiden. Mijn schoonvader, David, is intussen met pensioen. Op zijn 18e ging hij vrijwillig het leger in, en na een carrière van meer dan 30 jaar met de nodige omzwervingen (Panama, Duitsland, Eerste Golfoorlog in Koeweit en een 20-tal plaatsen in Amerika zelf) woont hij nu met zijn tweede vrouw in San Antonio, Texas. Het leger speelt nog altijd een zeer voorname rol in hun leven: voor hem als vrijwilliger in het Army Medical Museum en voor haar (ook gepensioneerd militair) als vrijwilliger op de dienst van de medailles.

David is een rasechte Republikein en heeft zijn hele leven trots gestemd op de Republikeinse kandidaten. Hij is vooral een groot voorstander van zo weinig mogelijk belastingen en een regering die zich niet te veel moeit met de burger. Van al die sociaal conservatieven en religieuzen heeft hij niet echt kaas gegeten, maar dat is voor hem minder belangrijk. Dit jaar gaat David voor het eerst in zijn leven niet stemmen. Want hij kan absoluut niet voor Clinton stemmen en hij kan het niet over zijn hart krijgen om voor Trump te stemmen.

Schoonmoeder ziet een vrouw in het Witte Huis wel zitten

De moeder van Mike, Mona, woont in North Carolina met haar man. Ze werken halftijds en genieten van het goede weer: vooral veel golfen en op het strand rondhangen. Traditioneel is ze heel religieus en conservatief, toch stemde ze twee keer voor Obama.

Als kind groeide Mona op in het zuiderse Tennessee waar het racisme welig tierde en ze zich heel vastberaden afzette tegen die oude mentaliteit. Ze zal deze keer ook zeker voor de Democraten stemmen, want een vrouw in het Witte Huis, dat ziet ze wel zitten. Haar man ziet Trump wel zitten, want hij vindt het niet zo leuk dat hij op zijn woorden moet passen als hij het over mensen van een ander ras heeft.

Elke dag nemen Mike en ik de trein naar Manhattan om ons dagelijks brood te verdienen om dan ‘s avonds naar onze "commuter town" terug te keren. We hebben veel geluk gehad en het leven is goed voor ons gezin. We hebben allebei een goede en interessante job, we zijn goed verzekerd, iedereen is gezond, de kinderen wandelen 2 minuutjes naar school en we hebben een uitgebreide vriendenkring opgebouwd. Typical middle class.

De meeste gezinnen in South Orange zijn tweeverdieners en behoren tot de middenklasse. Onze stad ligt echter in de meest ongelijke county van New Jersey. Om in Essex County bij de 1% te horen moet je jaarlijks 2.298.753 dollar verdienen. De andere 99% verdient gemiddeld 51.303 dollar.

Wansmakelijke campagne

Jay, een goede vriend en native New Jerseyian die om het hoekje woont, gaat zeker voor Trump stemmen. Hij heeft een enorme haat tegenover Hillary Clinton en vertrouwt haar absoluut niet. Zijn vrouw Oz, een Duitse van Turkse afkomst die hier ooit als au pair is verzeild geraakt, moet altijd een beetje zuur lachen als hij hierover begint. Bernie, dat zag hij wel zitten, maar Hillary? Never. En niet stemmen, kan ook niet voor hem, dus Trump zal het worden.

Tijdens mijn wekelijkse softball-game, werd ik vorige week zwaar ondervraagd door de scheidsrechter. Of ik wel ging stemmen? En of ik wel wist voor wie ik ging stemmen? En dat ik toch zeker verandering wilde in vergelijking met de laatste 8 jaar? En dat ik toch zeker niet dom ging zijn en voor die "crooked" vrouw ging stemmen? Een vrij wansmakelijke bedoening, maar het resultaat van een wansmakelijke campagne waar roepen en tieren tot het normale behoren.

South Orange en zusterstadje Maplewood zijn zeer "liberal". De twee stadjes, die een schooldistrict delen en binnenkort ook alle politie- en brandweerdiensten, zijn thuishavens van vele acteurs, muzikanten, kunstenaars en expats. De kleinkinderen van Bob Marley zitten op dezelfde school als Lily en Noah, de eerste Amerikaanse atlete op de spelen in Rio die aantrad in hijab is van Maplewood, en en af en toe loop je hier mensen als Andre Braugher ("Brooklyn Nine-Nine"), Kelly Bishop ("Gilmore girls", "Dirty dancing"), en Lauren Hill tegen het lijf.

Er is nog altijd België als plan B

De mensen gaan hier in overgrote meerderheid stemmen op Hillary Clinton, al heerst er wel wat spijt dat Bernie Sanders niet de kandidaat van de Democraten is geworden. Mike denkt nog altijd aan het inschrijven van Bernie op de uiteindelijke stembrief, al beseft hij goed dat dat weinig zin heeft.

Mensen als Jay en de scheidsrechter zijn hier in de minderheid. De meesten van onze vrienden zijn Democraten en de weinigen die zich Republikeins noemen, zien het absoluut niet zitten om op Trump te stemmen. Ze zullen waarschijnlijk met pijn in het hart gewoon niet gaan stemmen.

Intussen wordt elk moment op de kabeltelevisie gespendeerd aan het dissecteren van elk woord dat de kandidaten uitspreken. Urenlang wordt er gediscussieerd tussen de zogenoemde "surrogates", maar weinig harten worden nog veroverd na deze lange campagne.

"The press takes Trump literally, but not seriously; his supporters take him seriously, but not literally", stond er in "The Atlantic". Het zal een zeer nipte strijd worden, zeggen alle polls en de volledige pers. Ik vraag me af of dat echt zo zal zijn. De pers is big business hier en het is in het voordeel van die business om het spannend te maken. Als de strijd nu al gestreden zou zijn, dan betekent dat veel minder inkomsten van advertenties en veel minder kijkers. Voor mij is het al lang beslist, I’m with her. En mocht Trump toch winnen, dan is er nog altijd België als plan B… Al ben ik niet zeker dat er echt veel verschil is tussen de twee.

Meest gelezen