Kerry zoekt steun van Arabische landen

Kerry is in Europa om steun te zoeken voor een beperkt militair ingrijpen tegen het regime van Assad. De ontmoeting met zijn Arabische collega's uit Qatar, Egypte, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, vond plaats in Frankrijk, het enige Europese land dat zich tot nu toe heeft aangesloten bij het Amerikaanse voorstel om onmiddellijk militair in te grijpen in Syrië.

"Enkele (Arabische) landen hebben de verklaring van de top van de G20 onderschreven en zullen daar binnen de 24 uur zelf mee naar buiten komen", zei Kerry. Die Amerikaanse verklaring roept op tot een antwoord op de chemische aanval van het Syrische regime en is tot nu toe door 12 landen ondertekend.

Zijn collega uit Qatar, Khaled al-Attiya, zei op een persconferentie met Kerry dat zijn land "samen met zijn vrienden en met de VN-Veiligheidsraad uitzoekt wat het kan doen om de Syrische bevolking te steunen". Qatar is een hevige supporter van de Syrische rebellen.

Kerry had gisteren al een ontmoeting met de Franse minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius. Een aanval tegen Syrië heeft brede internationale steun, klonk het na afloop van de ontmoeting.

"Zeven van de acht rijkste industrielanden zijn voor een actie, net als twaalf van de twintig G20-landen. Ook de lidstaten van de Europese Unie, inclusief Duitsland, hebben hun steun toegezegd", zei Fabius. Kerry haalde aan dat de wereld niet onverschillig kan en mag blijven. "De internationale gemeenschap staat voor een "Munich moment", aldus Kerry, een verwijzing naar de internationale reactie op het nazi-Duitsland van de jaren 30 die toestond dat het regime kon blijven bestaan.

"Wij in de VS en onze Franse partners weten dat dit niet het moment is om stille toeschouwers te blijven. Dit is het moment om een doelgericht en beperkt, maar duidelijk en effectief antwoord te geven dat dictators zoals Assad verantwoordelijk houdt voor de gruwelijkheden die ze begaan", stelde Kerry.

Kerry sprak gisteren nog met de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese lidstaten. Die verklaarden nadien dat "de beschikbare informatie erop lijkt te wijzen dat het Syrische regime verantwoordelijk is voor de gifgasaanval". Maar een militaire actie kan pas na het rapport van de Verenigde Naties over de aanval én een debat in de Veiligheidsraad.