Marine Le Pen, nationalisme 2.0

De Franse presidentsverkiezingen worden een belangrijke test voor de dochter en opvolgster van Jean-Marie Le Pen. De barre economische tijden spelen in haar voordeel, maar ligt de macht ook echt in zicht?

Sinds duidelijk is dat Marine Le Pen dan toch de nodige 500 steunhandtekeningen in de wacht sleepte - en dus mag meedingen naar het ambt van président de la République - is de campagnemolen van de extreemrechtse partij in volle zwang.

Maakt Le Pen een kans om de eerste vrouwelijke president van Frankrijk te worden? Weinig waarschijnlijk, naargelang van de peiling krijgt ze 16 tot 20 procent toegeschreven. Maar dat het succes van haar gedachtegoed de andere kandidaten schrik aanjaagt, mag duidelijk zijn.

Le Pen weet maar al te goed dat ze zich in het middelpunt van de verkiezingscampagne bevindt. Tijdens een meeting in de Zuid-Franse stad Perpignan verwoordde ze het zo:
"Chacun de nos adversaires se positionne par rapport à nous. Nous sommes en position de force dans cette campagne car nous sommes au centre de cette campagne."

Frontisme met de paplepel

Als jongste van 3 dochters (zie foto in 1986, Marine staat links) kreeg Marine de politiek met de paplepel ingegoten. Als kind ging ze vaak met haar vader mee de boer op, vanaf haar 13e voerde ze zelfs actief mee campagne. Toch had ze geen gemakkelijke jeugd. Leeftijdsgenoten lieten haar vaak links liggen, wegens het ideeëngoed van haar vader. En enkele van haar meest traumatische ervaringen, drukten een blijvende stempel.

Toen Marine 8 was, werd het huis van haar ouders aan flarden gereten door een bomexplosie (als bij wonder raakte niemand gewond) en toen ze 16 was, liet haar moeder het gezin in de steek voor de biograaf van haar vader.

Het was een zware klap voor Marine, die tot dan een zeer nauwe band had gehad met haar moeder. Jean-Marie, die daarvoor nooit tijd had gemaakt voor zijn gezin, ontpopte zich echter als een rots in de branding en de band tussen Le Pen en zijn jongste dochter werd onverwoestbaar.

Marine Le Pen studeerde af als advocate aan een van de topuniversiteiten van Frankrijk en koos daarna voor een carrière als pro-Deoadvocaat. In die hoedanigheid moest ze overigens meer dan eens illegale vluchtelingen verdedigen, iets wat haar radicale achterban haar trouwens nog steeds kwalijk neemt. Haar officiële loopbaan binnen het Front National begon in 1998, toen ze hoofd werd van de juridische dienst van de partij.

Maar Frankrijk maakte pas echt kennis met haar tijdens de presidentsverkiezingen van 2002. Het was het jaar dat vader Jean-Marie Le Pen tot veler verbijstering met 18 procent van de stemmen plots tweede werd in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen.

Dat Marine Le Pen heeft bijgedragen tot dat succes, is een feit. De intussen fel afgeslankte en in modieuze outfit gestoken dochter van Jean-Marie had indruk gemaakt en was een graag geziene gaste geweest tijdens tv-debatten.

Binnen de partij viel wat meer gemor te horen. Veel oudere partijleden zagen in haar niet veel meer dan een mooi gezichtje dat niet lang stand zo houden. Maar Marine hield vol en schopte het tot regionaal afgevaardigde voor Nord-Pas-de-Calais waar ze bij de regionale verkiezingen van 2010 22 procent van de stemmen behaalde. Vorig jaar dan nam ze het roer over van haar vader aan het hoofd van het Front National.

Van meet af aan was duidelijk dat Marine een andere koers wou varen. Anders dan haar vader die van de provocatie zijn handelsmerk had gemaakt, wou ze een gematigder partij. Marine bezondigt zich niet aan antisemitische uitspraken. Xenofobisme? Ja, maar zonder de scherpe kantjes.

Ze weet maar al te goed dat, om een echte doorbraak te forceren, ze niet langer in het verdomhoekje van extreemrechts kan blijven maar veel meer mainstream moet worden. Als alleenstaande moeder van drie (Le Pen scheidde twee keer) kon ze inderdaad je buurvrouw zijn.

Ze toont zich ook toleranter op het vlak van abortus en homoseksualiteit. Ze blaakt daarenboven van zelfvertrouwen, en het belangrijkste, kan met mensen om van allerlei slag. Om de oudgedienden in de partij tevreden te stellen, haalt ze af en toe uit.

In 2010 noemt ze het afzetten van straten voor het moslimgebed “een bezetting van ons grondgebied” en in februari van dit jaar “onthult” ze dat alle vlees die in de regio rond Parijs in de rekken ligt halal is, geslacht volgens de islamitische voorschriften.

En het slaat aan, tijdens de druk bijgewoonde campagnemeetings, dagen niet enkel arbeiders maar ook steeds meer mensen uit de (lagere) middenklasse op.

Paul Martin, die de drukke en onveilige stad ontvlucht is en in de groene stadsrand is gaan wonen omdat de prijzen daar goedkoper waren, maar zich nu blauw betaalt aan het afkorten van zijn lening. De gewone, gefrustreerde werkende man, die steeds geïsoleerder is geraakt en nu herkenning vindt in de programmapunten van het FN.

Nieuwe zakken, oude wijn

De boodschap van het Front National is ook na Jean-Marie Le Pen dezelfde gebleven, veiligheid en immigratie. Maar de slogan “vreemdelingen buiten” heet nu omfloerster “sociaal protectionisme” en het terugsturen van migranten naar hun land van oorspong werd “relokalisatie van bevolkingsgroepen”.

Daarnaast speelt de anti-globalisering een almaar centralere rol. De oude tegenstelling links-rechts heeft het afgelegd tegen globalisme versus nationalisme. Het FN pleit voor het bevoordelen van arbeiders met de Franse nationaliteit, het beperken van kinderbijslag tot die gezinnen waar tenminste één ouder de Franse nationaliteit heeft maar ook voor de uittrede uit de NAVO en Europa en een terugkeer naar de Franse frank.

Wat immigratie betreft, een verplichte wachttijd van 1 jaar vooraleer buitenlanders sociale zekerheid kunnen genieten, het afschaffen van de mogelijkheid tot regularisatie en het afschaffen van het recht op familiale hereniging. Het uiteindelijke doel daarbij is om het aantal immigranten in vijf jaar tijd met 95 procent terug te dringen.

Ook veiligheid neemt als vanouds een belangrijke plaats in met het herinvoeren van de doodstraf, de systematische uitwijzing van alle veroordeelde illegalen of buitenlanders, het afschaffen van de sociale uitkeringen voor iedereen die tot 1 of meer jaar cel veroordeeld is.

La Le Pen mag zich dan wel graag voordoen als vrijgevochten vrouw, veel sociale thema’s bevat haar programma niet. Veel verder dan een daling van de pensioenleeftijd voor vrouwen met minstens 3 kinderen - of een gehandicapt kind - gaat het partijprogramma niet. En homo’s worden dan wel getolereerd, trouwen of kinderen adopteren blijft een taboe.

Dat ook Nicolas Sarkozy (foto) sinds de dodelijke schietpartijen in Toulouse in maart van dit jaar scoort met het recupereren van thema’s als veiligheid en migratie, deert Le Pen hoegenaamd niet. Integendeel. Het geeft haar eigen partijprogramma de air van de legitimiteit die ze zo hard nastreeft.

Et les autres?

Dat Le Pen kiezers zal afsnoepen van aartsvijand links (François Hollande) of van het centrumrechtse UMP (Sarkozy) is duidelijk. Het feit dat die laatste zo openlijk flirt met nationalistische thema’s maakt misschien zelfs de weg vrij voor een mogelijke toekomstige coalitie.

De laatste weken is er ook nog een vierde speler op de voorgrond getreden. Jean-Luc Melenchon (foto), de kandidaat voor de communistische Parti de Gauche (PG) hengelt net als Hollande en Le Pen naar de stem van de arbeider. Melenchon doet het daarbij ook heel goed bij de bevolking van de banlieues, veelal inwijkelingen van Maghrebijnse origine die in de verkommerde woontorens in de voorsteden wonen en die de opgelegde rol van eeuwig zwart schaap beu zijn.

Op enkele thema’s na (de hervorming van het financiële systeem, de aanpassing van het gewaarborgd minimuminkomen, de uittreding uit de NAVO) liggen de programma’s van de PG en het FN echter mijlenver uit elkaar.

Officieel heet het dat Melenchon geen enkele bedreiging vormt voor het FN. Maar de venijnige verwijten die tijdens partijbijeenkomsten over en weer vliegen, spreken boekdelen. De PG heeft daarbij nog het voordeel dat het via de vakbonden kiezers kan ronselen.

Overleeft Marine Le Pen op 22 april de eerste ronde? Het antwoord ligt in de handen van de gepensioneerden, de arbeiders, de misnoegde middenklasse en ja, zelfs de homoseksuelen. Een peiling toonde namelijk aan dat 19 procent van de Franse homoseksuelen vooral wegens het thema veiligheid op Le Pen zou stemmen.

De homoseksuelen vormen een niet te onderschatten kiezersgroep. Ze zijn groter in aantal dan de praktiserende katholieken, om maar iets te noemen. (Voor alle duidelijkheid, 49,5 procent van de homoseksuelen gaf aan links te zullen stemmen.) Maar toch is het een teken van de groeiende acceptatie van het FN binnen de Franse maatschappij. Mission accomplie voor Le Pen? Nog enkele dagen geduld.

Dominique Fiers

Meest gelezen