Charles Koch, de man van negenhonderd miljoen

Oliemiljardair Charles Koch ging de voorbije jaren symbool staan voor alles wat fout loopt in de Amerikaanse politiek. Hij pompte honderden miljoenen dollars in de campagnes van kandidaten, waardoor het beeld onstond dat Washington te koop is. Een portret van één van de meest omstreden mensen in de VS, van wie het netwerk zo wijdvertakt is dat het schamperend Kochtopus genoemd wordt.

In Indian Wells nodigde de puissant rijke oliemiljardair Charles Koch eind vorige maand een handvol vrienden en zakenrelaties uit. Het is een goed gekozen plek voor dit publiek: Indian Wells is een enclave voor de supperrijken, midden in de Californische woestijn. Hier, tussen de golf courts door, hebben de voormalige Chrysler Lee Iacocca en Bill Gates een optrekje.

Dat is dan ook het publiek waar Koch, met een bezit van om en bij de veertig miljard dollar het nummer 5 op de miljardairslijst van Forbes, op mikt voor deze tweejaarlijkse pow wow: vijfhonderd steenrijke Amerikanen, gelijkgestemden, die het lidmaatschap van 100.000 dollar betaald hebben en hun zuurverdiende centen aan de goede zaak willen spenderen.

De aanwezigen in dit sjieke resort nabij Palm Springs verstaan daaronder: minder overheidsinmenging in het zakenleven, lagere belasting en de ontkenning van de klimaatopwarming. Om dat te krijgen, pompen ze geld naar gewillige politici.

Onder de aanwezigen waren bij soortgelijke bijeenkomsten ook altijd een handvol conservatieve presidentskandidaten aanwezig. Ted Cruz bijvoorbeeld, of Marco Rubio, die hun zaak mogen verdedigen om hun rijke toehoorders tot gulle donaties te verleiden.

Kochtopus

Het is vintage Charles Koch. Koch is ceo van het door zijn vader Fred opgerichte Koch Industrie, een olieconglomeraat met hoofdkwartier in Wichita, in de staat Kansas. De man is al jarenlang voortrekker van de libertaire zaak, zelfs naar Republikeinse normen bevindt hij zich ter rechterzijde.

Hij schuwt geen inspanning om zijn ideeëngoed door te drukken in Washington. Hij richtte de voorbije jaren think tanks op – het Cato Insitute of het Mercatus Center – huurde lobbyisten in, of zette vrijwilligersorganisaties op poten. Enigszins smalend werd zijn netwerk zelf Kochtopus gedoopt, omdat het zovele armen en vertakkingen heeft.

Maar bovenal geeft hij geld, dat van hemzelf of geld dat bij andere miljardairs inzamelt. Aan de kunsten of aan onderzoek naar kanker, nadat het bij hemzelf werd vastgesteld. Maar op de eerste plek is hij de belangrijkste politieke fundraiser in de VS.

Een voorliefde die hij meekreeg van zijn vader, Fred, die als ingenieur een tijdlang in de oliesector in de Sovjet-Unie werkte, maar door zo’n afkeer kreeg van het communisme dat hij zich aan de rechtse andere kant van het spectrum stelde. (Heel erg rechts, maar niet extreemrechts, voor de duidelijkheid).

Geen rem op de ambitie

Nu met de komst van de super PACS (zie: lees ook) ongeplaffoneerde giften mogelijk zijn, staat er geen rem meer op de ambitie van de ondertussen 80-jarige Charles en zijn 75-jarige broer David – tweede man van het conglomeraat, ook veertig miljard dollar waard en daarmee Amerika’s zesde rijkste persoon. Ze kondigden eerder aan dat ze voor 2015 en 2016 889 miljoen dollar willen ophalen voor hun politieke doelen, waarvan ze er zelf honderd zullen bijleggen.

Later werd dat wel bijgesteld naar 750 miljoen, maar de boodschap blijft dezelfde: de Kochs injecteren een ongeziene geldstroom in de Amerikaanse politiek. (Ook al verklaarde Charles Koch al niet zo dol te zijn op de kandidaten die deze keer aandienen). Vierhonderd miljoen van dat geld is al opgemaakt in 2015, zij het niét aan de presidentiële campagne. Dat komt nog.

Tea party

Het is een aanpak die werkt. Zo zat David Koch in 2004 achter de oprichting van (onder meer) Americans for Prosperity Organisation. Dat diende als een vehikel om de activisten van de Tea Party op te leiden, al hebben de Kochs lang ontkend (maar later toegegeven) dat ze iets te maken hadden met het ultraconservatieve groepje binnen de Republikeinse partij.

Mee onder impuls van de Kochs en hun rijkgevulde portefeuille kreeg de Tea Party vat op de Republikeinen, in zoverre zelfs dat ze onderhand presidentskandidaten als Rand Paul aanleveren, en in 2013 een doorslaggevende rol spelen bij de budgettaire ruzie met Obama, die uiteindelijk tot de fel becommentarieerde shutdown van het land leidde.

"Dark money"

De Kochs wegen op de politiek, zoveel is duidelijk. Jane Meyer, journaliste van het gezaghebbende tijdschrift The New Yorker en sinds jaar en dag kwelgeest van de familie, beschrijft in haar recente boek “Dark Money” niet enkel hoe het broederduo hun geld inzet voor hun politieke zaak, ze doet ook uit de doeken hoe ze hun mannetjes posteren op interessante overheidsposten.

Onder de Bush-administratie rijfde Koch Industries voor ongeveer honderd miljoen dollar aan overheidsopdrachten binnen. Het gaat hen over politieke ideologie, zeer zeker, maar die valt toevallig samen met hun zakelijke belangen.

Progressieve schietschijf

Ooit waren de Kochs relatief onbekend. “Het belangrijkste bedrijf dat je niet kent”, zo mochten ze graag Koch Industries omschrijven. Maar dat is veranderd, ook door het journalistieke werk van mensen als Jane Meyer.

Ondertussen zijn ze de schietschijf van links in Amerika, voor wie ze symbool staan voor alles wat fout loopt in de Amerikaanse politiek.

Een voorbeeldje: officieel schonken de Kochs nog maar 32.000 dollar weg aan de campagnes van conservatieve presidentiële kandidaten – Rubio en Cruz, niet Trump, want die haten ze en ze maken daar geen geheim van. Diens uitspraken over moslims en Mexicanen, zouden “onze vrije samenleving vernietigen", zei hij in een interview met Politico’s.

Als Bernie Sanders briest tegen Citizens United (het arrest van het hooggerechtshof dat superpacs mogelijk maakte, nvdr) of fulmineert tegen de kwalijke rol van geldschieters in Washington, dan heeft hij ook/vooral de familie Koch voor ogen.

Staat Washington te koop?

Maar, om misverstanden te vermijden, de Kochs zijn niet de enige miljardairs die politiek willen wegen. Neem hen weg, en het systeem blijft gewoon lopen. The New York Times zocht uit dat 158 rijken – in hoofdzaak witte, mannelijke Amerikanen – de helft van de fondsen leverden in de presidentiële race.

Vaak zijn het zelfs buren van elkaar, schrijft de krant, die leven in Bel Air bij Los Angeles, River Oaks in Houston, Indian Creek Village bij Miami. Het gaat om families die luisteren naar namen als Wilks, die fortuin maakte in de schaliegaswinning, McNair, Ansary of Kinder, die allemaal minstens twee miljard dollar schonken. Het heeft bij het grote publiek de indruk gewekt dat Amerikaanse verkiezingen te koop zijn.

Meest gelezen